GESCHIEDENIS
In 1876 wordt het economisch leven van de ongeveer 1000 inwoners van Pellevoisin gedomineerd door de familie La Rochefoucauld. In de zomerperiode verblijven de graaf en gravin in het kasteel Château de Montbel, dat op 3 kilometer van Pellevoisin ligt. De graaf is François XV Auguste Ernest Marie de La Rochefoucauld (1818-1879) en de gravin Radegonde-Euphrasie Bouvery (1832-1901). Estelle Faguette is een huisbediende voor van La Rochefoucauld en zij ziet toe op de kinderen van de graaf en gravin. Zij helpt ook haar ouders, die tevens werkzaam zijn op het kasteel. Estelle heeft een zwakke gezondheid en krijgt een ongeneeslijke buik- en longziekte. Zij krijgt steeds meer last van de kwalen en vooral de tuberculose beperkt haar in de werkzaamheden. De doktoren zien geen oplossing en na enkele behandelingen geven zij haar op. Echter, Estelle heeft een groot en vurig geloof in Maria en met volle overtuiging van de goedheid van Onze-Lieve-Vrouw wil zij Haar een brief schrijven om genezing te vragen. In september 1875 legt zij de brief aan de voeten van het Mariabeeld in de kleine grot in de tuin van het kasteel. Drie maanden nadien heeft zij nog geen teken van beterschap ervaren. Zij schrijft opnieuw aan Maria dat zij geen toekomst heeft, maar wel het verlangen naar de heilige wil van God. Zo zet Estelle Faguette een nieuwe stap in haar geloof.
In februari 1876 gaat de gravin terug naar haar andere verblijf in Parijs. Vóór het vertrek regelt zij voor Estelle en haar ouders een huis vlakbij de kerk en de begraafplaats van Pellevoisin. De ouders verzorgen Estelle, die zo ziek is dat drinken zelfs niet meer mogelijk is. Als de graaf en gravin dit zien, kopen zij voor haar een plaats op het kerkhof. Estelle krijgt volledige rust met de ziekenzalving voor de stervenden. Op 14 februari 1876 bevestigt de arts dat het leven uit haar verdwijnt. Estelle Faguette heeft nog enkele uren te leven. Het weer is zo slecht dat de dokter zegt de andere morgen niet te kunnen komen om de dood van Estelle vast te stellen. Hierop tekent hij een brief met de toestemming Estelle te begraven.
Echter, in de avond van 14 februari 1876 verschijnt Maria aan de godvruchtige, 32-jarige Estelle Faguette. Maria zegt tegen Estelle: “Wees geduldig. Mijn Zoons goedkeuring komt. Je zal nog 5 dagen lijden ter ere van de 5 wonden van mijn Zoon. Je zal sterven of genezen.” Vervolgens verschijnt Maria in de volgende 4 dagen. Na de 5e verschijning op 18 februari 1876 weet Estelle dat zij is genezen en dit na dagenlang stervende te zijn geweest.
In Pellevoisin verschijnt Maria 15 maal aan Estelle Faguette (1843-1929). Dit gebeurt in de periode 14 februari – 8 december 1876.
De gebeurtenissen …
In december 1875 is Estelle Faguette stervende aan onder meer tuberculose, buikvliesontsteking, een tumor en verlammingsverschijnselen. Zij wordt bediend, maar verzet zich tegen de dood. Estelle is bang dat zonder haar aanwezigheid de ouders en nichtje onverzorgd achter moeten blijven. Estelle verzwakt steeds meer en uiteindelijk kan zij zelfs niet meer bidden. Estelle wordt ook blind en de arts zegt dat zij nog een paar uur heeft te leven. Dit gebeurt op 14 februari 1876. Na het bezoek van de arts komt de duivel en meteen verschijnt Maria. Vervolgens druipt de duivel af. Maria stelt Estelle gerust en zegt haar dat ze geen angst hoeft te hebben en dapper moet zijn. Op 15 februari 1876 verschijnt Maria opnieuw en zegt dat Estelle over enkele dagen is genezen. De verschijningen van Maria aan Estelle gaan door op 16, 17 en 18 februari 1876. Later zegt Estelle, dat zij Maria heeft aangeroepen op het toppunt van nood en dat Maria bereikt heeft dat haar Zoon haar geheel heeft genezen.
Tijdens de verschijning op 2 juli 1876 vraagt Estelle een teken van Maria. Echter, Maria zegt dat de genezing een van de grootste bewijzen is en dat Zij is gekomen voor de bekering van zondaars.
Op 9 september 1876 verschijnt Maria wederom en laat Estelle een Heilig Hart- scapulier zien. Dit is een teken van devotie; het bestaat uit twee gewijde lapjes stof door linten verbonden en wordt door leken zichtbaar of onzichtbaar gedragen. Maria zegt dat Zij van deze devotie houdt en dat Zij ermee wordt vereerd. Op 15 september 1876 zegt Maria dat de kerk niet de kalmte heeft, die Zij verlangt.
Op 8 december 1876 is er de 15e en laatste verschijning. Estelle ziet Maria, die mooier is dan ooit en omgeven door een slinger van rozen. Maria herhaalt alle eerder gegeven boodschappen en deze zullen Estelle sterken en troosten. Ook zegt Maria dat het scapulier op grote schaal moet worden gemaakt en verspreid. Maria vertrouwt Estelle toe, dat Zij onzichtbaar, maar dichtbij zal blijven. Dan spreidt Zij de handen en daaruit vallen regendruppels. In elke druppel staat genade geschreven, als eerbied, gezondheid, heil en vertrouwen.
Van de 15 verschijningen gaan de eerste 5 over de genezing van Estelle Faguette, de verschijningen 6, 7 en 8 over haar gezond zijn en deze van 9 tot en met 15 over boodschappen. Het centrale thema van de boodschappen van Maria is “verbreidt mijn glorie”. Dit is tienmaal door Haar herhaald. Maria zegt dat Zij vol van genaden is en dat Estelle geen vrees moet hebben. Estelle gehoorzaamt aan de oproep van de Moeder Gods en toont grote dankbaarheid in de kleine kamer van haar huis. Vanaf 1877 is de kamer van het huis van Estelle veranderd in een kapel voor de gravin van La Rochefoucauld. De aartsbisschop van Bourges staat aan pelgrims verering van Maria in kapel toe, evenals de vervaardiging en verspreiding van het scapulier. De kamer is dan veranderd in een oratorium; een klein bidvertrek. Deze kapel wordt dit het belangrijkste onderdeel van het Heiligdom Pellevoisin. Maria noemt zich in Pellevoisin “Moeder van de Kerk”. In 1877 wordt opgericht het Broederschap van “Moeder van Genade”, ofschoon daar geen bisschoppelijke goedkeuring voor is gegeven.
De gravin van La Rochefoucauld, lid van de derde orde van de Heilige Dominicus, heeft vanaf 1888 serieuze gedachten om een klooster te stichten in Pellevoisin. In 1893 geeft de aartsbisschop van Bourges, Jean-Pierre Boyer (1827-1896), toestemming om een klooster te stichten voor Domincanen in en aan het huis van Estelle Faguette. In september 1893 komen 4 zusters dominicanessen in Pellevoisin. In 1894 keurt paus Leo XIII (paus van 1878 tot in 1903) het Broederschap goed en verheft het naar de rang van aartsbroederschap.
In 1900 ontvangt paus Leo XIII Estelle Faguette in audiëntie. Vervolgens publiceert hij een decreet om het scapulier van het Heilig Hart van Pellevoisin te erkennen. In 1912 gaat Estelle Faguette op audiëntie bij paus Pius X (paus van 1903 tot in 1914).
In 1915 ontvangt paus Benedictus XV (paus van 1914 tot in 1922) het scapulier van Pellevoisin. Daarbij zegt hij dat te Pellevoisin de goedgekeurde en originele scapuliers zijn en Pellevoisin is gekozen door de Heilige Maagd als een bevoorrechte plaats waar Zij genaden verspreidt.
Estelle Faguette overlijdt op 23 augustus 1929 en is begraven op het kerkhof van Pellevoisin.
In 1983 erkent Charles-Marie-Paul Vignancour (1908-1987), aartsbisschop van Bourges (1969-1984) officieel het wonderlijke karakter van de genezing van Estelle Faguette in 1876. Dit is meer dan 100 jaar na de feiten!
In 1984 zijn de verschijningen erkent door de Heilige Stoel van Rome.
In 1998 volgen de zusters van de Heilige Johannes (Sint Jan) de dominicanessen op en later komen de broeders.
BEDEVAARTSOORD
Het werk in het heiligdom is toevertrouwd aan de broeders en zusters van Sint-Jan.
In de kapel zijn vele ex-voto’s aangebracht tegen de muren. Aan de voeten van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw staat een mand, waarin pelgrims intenties kunnen leggen.
In het heiligdom is ook een winkel waar devotionalia worden aangeboden.
Het meest wezenlijke van de verschijningen in Pellevoisin is dat Maria aan Estelle Faguette een teken van devotie geeft, namelijk het scapulier van het Heilig Hart. Deze uiting van devotie is door Maria gekozen om de liefde van God te verklaren en om te wijzen naar de bron van genaden voor iedereen. In Pellevoisin heeft Estelle de boodschap van genade verspreid door haar woorden, brieven en het laten maken van het scapulier, dat meermaals door een medaille wordt vervangen.
Op 9 september van elk jaar worden de verschijningen in Pellevoisin herdacht en gevierd.
Bij het heiligdom zijn er overnachtingsmogelijkheden voor pelgrims, namelijk bij “Soeurs de Saint Jean, Hôtellerie Monastère Marie Mère de Miséricorde, 3A Rue Notre Dame, F 36180 Pellevoisin.
Het heiligdom te Pellevoisin is de plaats voor gebed en reflectie in stilte.
BEREIKBAARHEID
Pellevoisin ligt in het midden van Frankrijk, bijna 300 kilometer onder Parijs, tussen Orléans en Limoges, op de weg van Châteauroux naar Tours, nabij Brion en Levroux.
Centraal in het plaatsje ligt het heiligdom “Sanctuaire Notre-Dame de Miséricorde”, 3 Rue Notre-Dame, F 36180 Pellevoisin.
Voor meer informatie is het www.pellevoisin.net raadplegen.
BELEVING
Als ik in Pellevoisin aankom, zet ik de auto naast de kerk en ga naar het aangrenzende heiligdom. In de winkel voor devotionalia vraag ik of er een kamer vrij is. Er wordt me een kamer aangewezen en deze bevindt zich vlak boven de kapel. Het vertrek heet Ste Thérèse en voor 5 dagen mag ik er verblijven om zeker veel te bidden.
Tijdens het verblijf in Pellevoisin maak ik enkele dagen het ritme van het klooster mee. Tussen 6.00 en 7.00 uur ben ik in de kapel en is het een vol uur in stilte knielend en liggend bidden. In deze ruimte is Maria verschenen aan Estelle Faguette. De verschijningsruimte hangt vol met tegels, die dankbare woorden en een datum vermelden. Het witte Mariabeeld is ruim een meter hoog en op de borst is een scapulier aangebracht. Om de nis, waarin het Mariabeeld staat, zijn bloemen in verschillende kleuren aangebracht. Rechts, naast het Mariabeeld, staat een altaar met brandende kaarsen. Daarboven lees ik de tekst: “Notre Dame de Pellevoisin priez pour l’eglise pour la France” (Onze-Lieve-Vrouw van Pellevoisin bidt voor de kerk en Frankrijk). Dan ga ik zitten in deze bijzondere ruimte. Echter, ik ben niet alleen, want er zijn nog andere bezoekers en ook 12 zusters aanwezig. Deze zusters zijn eenvoudig gekleed met grijze pij, witte hoofddoek, houten rozenkrans. De gemiddelde leeftijd schat ik op zo’n 40 jaar. Relatief jong, is mijn gedachte. Elke zuster heeft een eigen bankje voor het bidden en zingen. Tussen 7.00 en 7.30 uur is het zingend bidden. De zingende zusters zijn net engelen op aarde. Tijdens het gezang buigen de zusters meermaals diep. Na de bijeenkomst maak ik kennis met de andere leken.; 5 vrouwen, waarvan 4 uit Wallonië en 1 uit Frankrijk. Om 11.10 uur begint het zingend bidden van het “milieu du jour”. Buiten mij zijn er nog 3 bezoekers en 14 zusters aanwezig. Als de klok 11.30 uur aanwijst begint de viering van de eucharistie. Het is nu veel drukker met zo’n 30 bezoekers, 3 broeders, 1 priester en 15 zusters. De priester kijkt vrij nors. Bevalt hem wat niet? Laat blijheid zien, komt in me op. Verder lijkt het erop dat het aantal zusters toeneemt naarmate de dag vordert. Om 18.00 uur vangen de vespers aan, om 18.30 uur gaan de lampen uit en wordt er gebeden. Enkele kaarsen bij het Mariabeeld zorgen voor licht. Stipt 21.00 uur is het “Grand Silence”. In de avond vanaf negen uur het heiligdom is uitgestorven.
Op de tweede dag van m’n verblijf komt, na de vespers, een zuster naar me toe. Zij laat een foto van Maria zien. Ik bedank de zuster en vraag naar haar naam. Het is de vriendelijke zuster Cécile Thérèse. De kaart krijg ik in bruikleen, die ik terug heb te geven als ik vertrek. Dan snelt ze naar haar bankje. De afbeelding bekijk ik nauwkeurig; het is Notre-Dame du Chêne (Onze-Lieve-Vrouw van de steeneik) uit de 15e eeuw. De afbeelding van gekroonde Maria met Kind is meer dan mooi. De zusters knielen voorover gebukt en zitten op lage, houten bankjes. Vaak is het even stil in de kapel. Opnieuw ervaar ik dat stilte mooi is en het meeste zegt.
In Pellevoisin bezoek ik ook het graf van Estelle Faguette. Het kerkhof is gelegen aan de Rue Estelle Faguette. Haar graf kent een witte grafsteen met een groot, wit kruis. Een marmeren, witte plaat geeft de tekst: “Hier rust Estelle Faguette, ingeslapen in de vrede van de Heer en de liefde van de Heilige Maagd op 23 augustus 1929 in de leeftijd van 86 jaar.” Op de grafsteen is een witte plaquette aangebracht met een foto van de verschenen, witte Maria en het opschrift “Merci”.
OMGEVING
Op 32 km zuidoostwaarts van Pellevoisin ligt de stad Châteauroux en deze plaats is het bezoeken meer dan waard.
CHÂTEAUROUX – KERK VAN ONZE-LIEVE-VROUW
Halverwege Frankrijk, in het departement Indre, ligt aan de gelijknamige rivier de stad Châteauroux. In het centrum van de plaats, aan de Rue Amiral Ribourt, staat de Notre-Dame-kerk. Van ver is de kerk te zien, want op de hoge koepel staat een verguld koperen Mariabeeld van 6 meter grootte. De kerk is in de neo-romaanse stijl gebouwd, na een ontwerp van architect Louis Henri Alfred Dauvergne (1824-1885).
Met de bouw van het grote godshuis is begonnen in 1877 en de kerk is ingezegend in 1892. Het binnenwerk van de Onze-Lieve-Vrouwekerk heeft typerende gevels van drie niveaus, namelijk grote arcades, blinde bogen en hoge ramen.
Bij de ingang maken grote timpanen indruk. De driehoekige bovenstukken sieren het portaal.
De kerk laat grote glas-in-loodramen zien, die zijn gemaakt in 1882 door Eugène-Stanislas Oudinot van La Faverie (1827-1889). Ook zijn gebrandschilderde ramen in 1882 vervaardigd door atelier Lobin uit Tours, waar de tweede generatie van het familiebedrijf onder leiding staat van Lucien-Leopold Lobin (1837-1892).
De grote kerk toont vele sculpturen en fijn gesneden kapitelen (bekroningen) van de zuilen van het schip, die zijn gemaakt door beeldhouwer en houtsnijder Narcisse Giraud-Dupin (1836-1898).
In 2009 is de Onze-Lieve-Vrouwekerk geklasseerd als historisch monument.
Geplaatst: 10 januari 2022
Laatst gewijzigd: 20 februari 2024
~~~