In België zijn vele bedevaartplaatsen waar Maria pelgrims welkom heet.
In dit deel van de Mariakamer zijn opgenomen:
–Banneux
–Beauraing
-Brugge (Sint-Andries) – (NIEUW)
–Dadizele
–Foy-Notre-Dame
–Gaverland
–Heppeneert
-Kerselare
–Kortenbos
-Lebbeke
–Meersel-Dreef
–Moresnet-Chapelle
–Oostakker-Lourdes
–Scherpenheuvel
–Tongre-Notre-Dame
-Zutendaal
~~~
BANNEUX-N.D.
GESCHIEDENIS
De naam Banneux Notre-Dame, ontstaat in de Eerste Wereldoorlog. De inwoners van het dorpje Banneux voegen aan de naam van hun plaats “Notre-Dame” toe. Dit gebeurt na een belofte aan Maria om hen bescherming te bieden in de oorlog en Maria heeft voor de gevraagde dekmantel gezorgd. Vervolgens is deze belofte in daden omgezet. Banneux is dan geworden Banneux Notre-Dame of Banneux N.D.

Maria verschijnt aan Mariette Beco (1921-2011). Zij is het oudste kind van een groot gezin. Mariette helpt haar moeder in het huishouden onder meer door te koken en te wassen. Ook zorgt zij voor haar broers en zussen. In 1933 verschijnt Maria 8 keer aan Mariette Beco. De zieneres is dan 11 jaar. De verschijningen zijn er als in Europa dictatoriale regimes ontstaan, zoals in Duitsland. De ontmoetingen tussen Maria en Mariette vinden plaats aan de rand van het dorp, vlakbij de woning van het gezin Beco. Deze verschijningen gebeuren in de periode 15 januari tot en met 2 maart. Maria zegt onder meer: “Steek uw handen in het water.”, “Deze bron is Mij voorbehouden.”, “Ik ben de Maagd der Armen.”, “De bron is voor alle naties.”, “Voor de zieken.”, “Ik zal voor u bidden.”, “Ik zou een kleine kapel willen.”, “Ik kom het lijden verlichten”, “Bidt veel.”, “Ik ben de Moeder van de Verlosser, Moeder van God” en “Tot weerziens.”


Bij de zesde verschijning vertrouwt Maria Mariette Beco een geheim toe. Dit geheim is nooit bekend gemaakt. Bij de laatste verschijning zegt Maria: “Ik ben de Moeder van de Verlosser, de Zoon van God. Bidt vurig.” Hierna spreekt Maria het afscheidswoord “Adieu” en Zij zegent Mariette. Mariette begrijpt dat dit de laatste verschijning is, want de vorige keren heeft Maria steeds gezegd: “Tot ziens.”
Maria verschijnt op de plaats waar later de Verschijningskapel is gebouwd. Dit is zo’n 8 meter verwijderd van het huis van het gezin Beco, waar het bos begint. De Maagd der Armen legt de weg van de verschijningsplaats nabij het huis van Beco naar de Bron viermaal af om Mariette naar deze plek te leiden.

De kapelaan van Banneux, Louis-Marie Jamin, trekt veel op met Mariette Beco, maar eerst heeft hij twijfels omtrent de verschijningen. Deze bedenkingen verdwijnen als Maria, via Mariette, aan hem zegt: “Geloof in Mij. Ik zal in u geloven.” Na dit te hebben vernomen, staat hij pal achter de zieneres. Hij hoopt op een tweede Bernadette. Later begrijpt hij dat Mariette anders is dan Bernadette Soubirous van Lourdes.
Na de verschijningen wordt Mariette Beco meermaals onderworpen aan allerlei testen. Dokters en psychiaters onderzoeken haar, maar zij vinden geen enkel spoor van hysterie of leugenachtigheid.
De Verschijningskapel is gebouwd in de tuin van het huis van het gezin Beco, namelijk op de plaats van de verschijningen. Naast deze kapel staat het woonhuis van het gezin. De inhuldiging van de kapel is op 15 augustus 1933 en dit is vrij kort na de verschijningen. Vanaf het begin is de bescheiden Verschijningskapel te klein voor het aantal pelgrims. Het gevolg is, dat in 1937 een Esplanade wordt aangelegd.

In 1938 is de eerste Hospitaliteit gebouwd. Gezien het toenemend aantal bezoekers aan Banneux is een tweede Hospitaliteit gerealiseerd in 1993.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het Heiligdom het onthaalcentrum voor arme slachtoffers van het oorlogsgeweld. Deze mensen komen uit de regio van Luik.
Zowel in 1942, als in 1947 uit de bisschop van Luik zijn erkenning van de diensten in Banneux ter ere van de Maagd der Armen. In 1949 erkent hij de echtheid van de verschijningen. Het Vaticaan volgt dit in 1952.
In het Heiligdom staat de kapel van Sint-Michaël, patroon van Duitsland. Dit gebedshuis kent een Duitse oorsprong. Konrad Adenauer (1876-1967), de Duitse Bondskanselier, wil de eenheid en vrede tussen volkeren bevorderen. Hij ontvangt van de kapelaans van Banneux, Georg Jacob en Louis-Marie Jamin, een beeld van de Maagd der Armen. In Rhöndorf, het geboortedorp van Adenauer, op zo’n 20 kilometers onder de stad Bonn, staat een kapel. Deze bidplaats is toegewijd aan de Maagd Maria. Tijdens de Tweede Wereldoorlog komen de dorpbewoners in deze kapel bidden voor de krijgsgevangenen van alle naties. In Banneux is een kopie van deze kapel gebouwd, als gift van Duitse bedevaarders. Deze gave is een teken van verzoening na de gruwelijke oorlogsjaren. Op 19 april 1960 is de eerste steen gezegend door de zoon van de Bondskanselier, Monseigneur Paul Adenauer.
Wat verder op het Heiligdom, achter de Esplanade, staat de kerk “Maagd der Armen”. In 1984 is deze in gebruik genomen.
Op 21 mei 1985 komt paus Johannes-Paulus II naar Banneux. De paus bidt in de Verschijningskapel. Ook gaat hij naar de Bron en steekt de handen in het water. Op deze dag zijn er meer dan 100.000 belangstellenden in het Heiligdom, waaronder mindervaliden, zieken, leden van de Duitstalige gemeenschap en zigeuners.

Mariette Beco heeft langdurig en veelvuldig verwijten moeten horen. Er is laster over haar verteld en haar privéleven is besmeurd. Zij is ook meermaals bespot en gepest. Een reden is, dat zij niet in het klooster is gebleven. Mariette is er even geweest, maar het kloosterleven staat haar niet aan. Een andere reden is, dat zij een huwelijk aangaat. Een tweede Bernadette Soubirous is zij niet; zij blijft Mariette Beco.
Mariette Beco overlijdt in 2011 op 90-jarige leeftijd in het rusthuis “Hôme de la Vierge des Pauvres”, dat genoemd is naar de verschijningen in Banneux.
BEDEVAARTSOORD
In Banneux verschijnt Maria 8 keer aan Mariette Beco en wel in 1933 op 15, 18, 19 en 20 januari, 11, 15 en 20 februari en voor het laatst op 2 maart. Onze-Lieve-Vrouw spreekt niet veel. Wel geeft Zij antwoorden op vragen van Mariette. Daarnaast zegt Maria driemaal: “Bid veel.” Jaarlijks komen vele duizenden naar Banneux. Het aantal bezoekers bedraagt zo’n 300.000 per jaar. Nog steeds wordt hier veel gebeden. Mariette ziet zichzelf als een doorgeefster van de woorden van Maria. Na het doorgeven van de woorden is het voor haar gedaan en wil en kan zij niet nog meer informatie geven.

De naam van het plaatsje Banneux heeft de betekenis van “banale”. Dit staat voor een gebied dat door arme mensen mag worden gebruikt. In 1933 zegt Maria, dat Zij de Maagd der Armen is. Zij plaatst zich tussen de arme mensen en uit haar solidariteit met hen. Dit geeft blijk van het uiten van bescheidenheid en hierbij past het dat Maria vraagt om een kleine kapel.
In de Verschijningskapel staat een groot, indrukwekkend drieluik tegen de achterwand. Het is van schilder Leon Jamin en hij is een oom van de kapelaan, die van grote waarde is om de verschijningen erkenning te laten verkrijgen.
Door het toenemend aantal bedevaartgangers is er nood aan een grote ruimte om hen te ontvangen voor het bijwonen van vieringen. Het gevolg is de komst van de grote kerk met de naam “de Maagd der Armen”. De capaciteit van deze kerk is enorm en dit Godshuis biedt plaats aan 5000 pelgrims.

Naast de kapel van de Heilige Michaël begint de Kruisweg. Er zijn hier 16 kruiswegstaties, inclusief “het Laatste Avondmaal” en “de verrezen Heer”. Alle staties zijn gevormd door kleine glasramen.

In het Heiligdom staan heel wat heiligenbeelden. Al deze beeltenissen staan in een bijzondere relatie tot Maria of armen. Beelden zijn onder meer Onze-Lieve-Vrouw van Walsingham, de zegende Maagd en de Heilige Bernadette. In het Heiligdom, aan het begin van de Esplanade, staat een groot Mariabeeld van meer dan 2 meter hoog. Dit beeld stelt voor de zegenende Lieve-Vrouw. De beeltenis is gemaakt uit marmer van de Italiaanse streek Carrara. Dit beeld is geschonken door Italiaanse pelgrims en is in 1999 ingezegend. Vele pelgrims staan stil bij dit Mariabeeld.
BEREIKBAARHEID
Het plaatsje Banneux N.D. ligt ruim 20 kilometers onder Luik. Op de snelweg van Luik naar Luxemburg, de E25, is het afslag 45 nemen bij Sprimont. Vervolgens de richting Louveigne/Banneux-ND volgen.
Adres:
Banneux Notre-Dame,
Rue de l’Esplanade 57,
B 4141 Banneux N.D.
Voor meer informatie is de webstek: www.banneux-nd.be te bezoeken. Deze geeft de nodige info in 5 talen, namelijk in het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Nederlands.
BELEVING
Ik sta bij de eenvoudige woning van het gezin Beco. Naast mij, aan de rand van het bos, is Maria verschenen. Op deze plaats zie ik nu de Verschijningskapel staan. Hier heeft Mariette Beco “een dame” in de tuin waargenomen. Wat is dit bijzondere grond. Ik hoor dat het huis, sinds de verschijningen in 1933, niet is veranderd. In feite is Maria hier aan huis geweest. Ik sta dus op een historierijke, Mariale plek.

In de kleine Verschijningskapel ben ik op de plaats waar Maria is verschenen. Ik zie de grote afbeelding voor me. Dit is het waar gebeurde. Hier heeft Maria haar Moederhart geopend. Volgens mij doet Zij dit ook voor de vele pelgrims, die hier op bedevaart komen. Ik voel dit hier heel sterk en het lijkt dat ik in het grote kunstwerk als getuige aanwezig mag zijn.
Op weg naar de Bron zie ik drie tegels liggen met het wapen van Banneux erop verwerkt. Deze tegels duiden de plekken aan waar Mariette Beco heeft geknield, als zij Maria volgt op weg naar de Bron. Ik merk dat pelgrims bij elke tegel met de knieën aan de grond komen.

Bij de Bron van “Levend Water” is het een drukte van belang. Het lijkt wel dat iedereen hier tegelijk wil zijn. Mensen knielen, bidden, maken handen en gezicht nat met het water en leggen bloemen bij het Mariabeeld. Hier heeft Maria Mariette naartoe geleid. Daarna heeft Zij dit met velen gedaan en nu ook met mij.
In het Heiligdom hoor ik behalve Frans en Nederlands, ook veel Duits. Het valt me op, dat de Duitse betekenis best groot is in Banneux. Dit wordt nog sterker als ik bij de kapel van de Heilige Michaël kom en verneem van het ontstaan van dit gebouw. In dit godshuis is het speciaal bidden tot Maria voor de vrede onder de naties.

Ik vind dat het heiligdom van Banneux meer en meer verbanden legt naar andere landen. Zo zijn er in de 21e eeuw kapelletjes geplaatst met verwijzingen naar het geloof in Maria in landen als Engeland, Filipijnen, Korea, Kroatië en Vietnam. Ook is er een monument opgericht ter nagedachtenis van Seyfo 1915. Er heeft in dat jaar een volkerenmoord op Syrische christenen in Assyrië door Turken plaatsgevonden.


In het bedevaartsoord is in de 21e eeuw ook een beeld geplaatst van de voor de armen werkende, alom bekende, Moeder Teresa (1910-1997). Een beeltenis staat er ook van de Libanese maroniet, de populaire heilige Charbel Makhlouf (1828-1898). Door deze initiatieven werkt het Mariaheiligdom aan het verwerven van een nog sterkere positie in België.


Opnieuw maak ik een ronde door dit mooie mariale oord. Mijn gedachten zijn weer bij Mariette Beco. Wat heeft zij vervelende tijden moeten doorstaan. Velen hebben haar graag de weg zie gaan van Bernadette Soubirous van Lourdes. Echter, Mariette is zo anders en zij heeft zich niet laten dwingen. Hoon, spot en laster vallen haar ten deel, als zij niet definitief het klooster ingaat en nadien in het huwelijk treedt. “Goed dat je jezelf bent gebleven, sterke meid.”, flitst het door mijn hoofd.
Op de Esplanade kom ik bij het grote, marmeren beeld van de zegenende Maagd der Armen. Maria zegent een ieder die hier komt. Ook ik laat me hier zegenen …

Meermaals heb ik het heiligdom in Banneux bezocht, want het is voor mij een bijzondere, spirituele bedevaartplaats. Steeds krijg ik hier het fijne gevoel dichtbij Maria te zijn. Daardoor is het mogelijk om met grote toewijding te bidden. In Banneux voel ik me in dialoog met Maria en dit geeft mij kracht om in mijn omgeving een steentje te kunnen bijdragen aan het werk dat ik in dienst van Haar verricht. Ik doe er dan ook goed aan hier te komen.
Geplaatst 8 september 2019
Bijgewerkt 13 juli 2020, 4 maart 2021, 19 september 2021
~~~
BEAURAING
GESCHIEDENIS
In het Waalse Beauraing vinden 33 verschijningen plaats. De eerste komst van Maria is op 29 november 1932. In het vroeg van de avond gaat Zij op een wolkje door de lucht boven de vlakbij gelegen spoorbrug. De meeste verschijningen vinden plaats bij een meidoorn op het terrein van het pensionaat van de Zusters van de Christelijke Leer van Nancy. Dit is gelegen aan de weg Rue de l’Aubépine op nummer 6 te Beauraing. Maria is gekleed in een lange, witte jurk en Zij heeft een witte sluier om, die het hoofd bedekt en tot op de schouders komt. Vanaf het hoofd komen dunne lichtstralen die een kroon vormen. Veelal verschijnt Maria wat glimlachend en de handen samengevoegd.Onze-Lieve-Vrouw wordt gezien door vijf kinderen, namelijk Andrée Degeimbre (14 jaar) en haar zusje Gilberte (9 jaar), Fernande Voisin (15 jaar), haar zusje Gilberte (13 jaar) en broertje Albert (11 jaar). Als Albert Voisin bij de deur van het pensionaat staat, ziet hij Onze-Lieve-Vrouw die boven op de spoorbrug wandelt. Hij zegt dit tegen de anderen en dan zien ook zij de “mooie Dame”. De volgende dag, 30 november 1932, verschijnt Onze-Lieve-Vrouw weer op de spoorbrug. De derde verschijning is op 1 december 1932 en weer is de moeder Gods op de spoorbrug. Zij verdwijnt daar om zich weer te tonen, maar dan beneden en wel eerst bij de hulststruik en daarna bij de meidoorn. Bij deze meidoorn zal Maria nog 30 keer verschijnen, met als laatste maal op 3 januari 1933.
Maria bevestigt in Beauraing, dat Zij de Onbevlekte Maagd is. Zij zegt onder meer ook dat Zij de Moeder van God is, De Koningin van de Hemel en dat Zij de zondaars zal bekeren. Ook verlangt Zij een kapel.
Op 2 december 1932 spreekt de Verschijning voor het eerst. Op de vraag aan de Verschijning wat Zij verwacht van hen, is het antwoord dat zij altijd braaf zijn. In de avond is er een tweede verschijning en stelt Zij de vraag: “Is het waar dat jullie altijd braaf zijn?”
Op 8 december 1932 zien de kinderen een hart dat gloeit alsof het van goud is. Gedurende een kwartier blijven de kinderen in extase. Zij zeggen dat de Verschijning mooier dan ooit is. Tijdens de verschijning op 17 december 1932 vraagt Maria een kapel te bouwen. Op 21 december 1932 verschijnt Maria opnieuw en op de vraag van de kinderen wie Zij is volgt het antwoord: “Ik ben de Onbevlekte Maagd”. Tijdens de verschijning op 23 december 1932 vraagt Fernande Voisin aan Maria: “Waarom komt U hier naar Beauraing?” Maria antwoordt: “Opdat men hier op bedevaart zou komen”. Door deze woorden wordt door Onze-Lieve-Vrouw opgeroepen van Beauraing een bedevaartplaats te maken. Vanaf de verschijning van 29 december laat Maria tussen de open armen haar glanzend hart zien. Hierdoor ontstaat de naam “Onze-Lieve-Vrouw van Beauraing, de Maagd met een Gouden Hart”. Op 30 december 1932 zegt Maria: “Bidt, bidt veel!” en dit is het meest essentiële van haar boodschap in Beauraing. Maria zegt tegen de kinderen op 1 januari 1933: “Bidt altijd!” Op 3 januari 1933, de laatste verschijningsdag, vertrouwt Maria de jongste drie kinderen een geheim toe en Zij belooft: “Ik zal de zondaars bekeren!” Opnieuw noemt Zij zich: “Ik ben de Moeder van God, de Koningin van de hemel”. Maria stelt ook vragen: “Hebben jullie mijn Zoon lief?” en “Hebben jullie Mij lief?” Zij voegt eraan toe: “Offer dan uw leven voor Mij.” en “Bidt. Bidt veel. Bidt altijd.” Hieruit blijkt dat de verschijningen te Beauraing bijzonder rijk aan inhoud zijn.
Sinds 4 januari 1933, de dag na de laatste verschijning, wordt elke dag de rozenkrans gebeden in het heiligdom.
Vanaf 2 februari 1943 verklaart het bisdom Namen, dat in Beauraing de eredienst is toegestaan. André-Marie Charue (1898-1977), bisschop van Namen (1941-1974) maakt dit bekend. Deze bisschop erkent op 2 juli 1949 het bovennatuurlijke karakter van de verschijningen. Op 21 augustus 1954 wijdt bisschop Charue de Genadekapel in.
Paus Johannes-Paulus II heeft op 18 mei 1985 het heiligdom in Beauraing bezocht. Deze paus toont een grote devotie voor Maria. Hij komt naar Beauraing om zijn leven en intenties in het gouden hart van Maria te leggen. De paus bidt speciaal voor roepingen.

De bovenkerk van het heiligdom is verheven tot “Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw met het Gouden Hart”.
De vijf zieners hebben een moeilijke tijd gehad tijdens en na de verschijningen. Mensen toonden ongeloof in hetgeen de kinderen hebben gezien. Medici hebben testen uitgevoerd omtrent de geloofwaardigheid van de vijf zieners te onderzoeken.
Andrée Degeimbre (1918-1978) heeft meer dan 40 jaar elke avond om 18.30 uur bij de meidoorn de rozenkrans voorgebeden. Ongeacht het weer heeft zij dit gedaan. Op 29 november 1977, de 45e verjaardag van de verschijningen, doet zij dit voor het laatst. Gilberte Degeimbre (1923-2015) woont vanaf haar huwelijk 47 jaar in Italië en komt in 2007 terug naar Beauraing. Zij geeft veel getuigenissen van de verschijningen. Gilberte zegt ook: “Sinds de Maagd ons verliet, hebben wij Haar gemist.” Volgens getuigen is Fernande Voisin (1917-1979) het meest bescheiden van de vijf zieners. Tijdens de verschijning op 3 januari 1933, de dag van het laatste bezoek van Onze-Lieve-Vrouw, vraagt Maria haar: “Bemint gij mijn Zoon?” Gilberte Voisin (1919-2003) verliest haar man bij een ongeluk en zelf verongelukt ook zij. Dit gebeurt op 3 januari 2003, de 70e verjaardag van de laatste verschijning. Maria belooft haar: “Ik zal de zondaars bekeren.” Albert Voisin (1921-2003) heeft, na een lang verblijf in Belgisch-Congo, vele jaren als leraar gewerkt aan het Instituut Notre Dame van de Broeders te Beauraing.
Op 19 juni 2021 raast een minitornado door de plaats Beauraing. Zo’n 100 huizen worden zwaar beschadigd, tientallen bewoners raken gewond en enkele gezinnen zijn ineens dakloos geworden. In het bedevaartsoord zijn gebouwen beschadigd en bomen omver geblazen. Opmerkelijk is dat het Mariabeeld met het gouden hart overeind blijft en geen enkele schade heeft opgelopen. Het is een wonder dat het Mariabeeld ongedeerd is gebleven.
BEDEVAARTSOORD
Het meest relevant in het Heiligdom van Beauraing is het Mariabeeld in wit marmer met het Gouden Hart bij de meidoorn. Beeldhouwer Aurélien Pierroux heeft het gemaakt. Daarnaast is er een tweede kloppend hart, namelijk de Genadekapel van Onze-Lieve-Vrouw. Deze kapel heeft opvallende, dikke muren. In het heiligdom is er een kerk “boven” een “onder” om met velen een eucharistie te vieren. In het vroeg van de avond, om 18.30 uur, wordt aan de meidoorn de rozenkrans gebeden.
In de crypte wordt een reliek van paus Johannes-Paulus II bewaard. De tekst op de goudkleurige plaat zegt, dat het een stukje met bloed doordrenkte kleding is, dat de paus op de dag van de aanslag op hem, 13 mei 1981, heeft gedragen.
Tegenover het heiligdom is de winkel gevestigd met heel veel devotionalia, Pro Maria genaamd. Hier zijn onder meer verkrijgbaar beelden, bidprentjes, boeken, films, iconen, kerststallen, medailles en rozenkransen. Achter de winkelruimte is een museum met vooral Mariabeelden uit vele bedevaartplaatsen.
Vlakbij het heiligdom ligt het “Castel Sainte Marie”. Hier is een restaurant en ook biedt het de gelegenheid voor overnachting. Dit kasteel is gelegen aan de Rue des Ardennes 57 te 5570 Beauraing. Ook zijn er overnachtingen met maaltijden mogelijk in het Accueil, Rue de l’Aubépine 12.
Er zijn meer dan 20 routes uitgezet om op bedevaart naar Beauraing te gaan. Enkele wegen zijn voor rolstoelgebruikers geschikt. Verder zijn er uitgestippelde wegen om te voet, skeeler, met de fiets of een paard naar het heiligdom te gaan.

Het aantal bezoekers aan het heiligdom fluctueert. Gemiddeld komen er in de 21e eeuw rond de honderdduizend pelgrims per jaar.
Het is mogelijk vriend(in) te worden van Onze-Lieve-Vrouw van Beauraing. De vrienden van Beauraing willen de boodschap van de Maagd met het Gouden Hart dieper beleven en ook uitdragen. Hierbij staan 5 kernpunten centraal, namelijk gebed (“Bidt, bidt veel, bidt altijd”), dienst (aandacht hebben voor anderen), boodschap uitdragen (“Dat men hier op bedevaart komt”), broederlijkheid (broers en zussen van elkaar zijn) en vorming (in de school van Maria om haar boodschap beter te leren kennen en beleven). Jaarlijks is er een vriendendag in Beauraing.
Beauraing is een kleinschalige en ingetogen bedevaartplaats en dit maakt het heiligdom bij velen geliefd.
De Vereniging Zonder Winstoogmerk (VZW) Pro Maria, beheert het heiligdom. Deze organisatie zorgt onder meer voor onderhoud, restauratie en veranderingen in het bedevaartsoord.
BEREIKBAARHEID
Het Heiligdom van Beauraing is te bereiken door de autoweg Brussel-Luxemburg (A4, E411) te nemen. Vervolgens is het afslag 22 nemen, daarna de N94 en de N911 volgen. Beauraing ligt ongeveer 15 kilometer van de grote autoweg.
Beauraing ligt op zo’n 20 kilometer van Dinant, 46 kilometer van Bouillon en 10 kilometer van het Franse Givet.
Het Sanctuaire de Beauraing ligt aan de Rue de l’Aubépine 6, B-5570 Beauraing.
Voor meer informatie zijn er de volgende opties:
– webstek: www.sanctuairesdebeauraing.be/nl
– mailadres: ndbeauraing@gmail.com
BELEVING
Ik woon een viering bij in de beneden-kerk. Er zijn zo’n 300 bedevaartgangers aanwezig. Zij komen uit het Nederlandse Brabant en Zeeland, want elk jaar organiseert het Beauraing-comité uit het bisdom Breda een bedevaart vóór en ná de zomerperiode. In de ochtend is er een eucharistieviering en in de middag het lof met ziekenzegen. Dit laatste vindt plaats in de tuin van de verschijningen van Beauraing. Ik ervaar het als heel speciaal hier te zijn, waar Maria zich meermaals heeft laten zien aan de vijf zieners en zich nog steeds doet gevoelen. Hier heeft Maria haar Gouden Hart getoond.
Ik zit vlakbij het gekroonde Mariabeeld met het Gouden Hart. Dit grote beeld vind ik meer dan schitterend, mede doordat Maria haar armen en handen open houdt. Wat is dat een uitnodigende houding. Hier kan ik enkel op ingaan. Maria toont haar Gouden Hart om liefde zichtbaar te maken. Zij laat zien wat de kracht van liefde mogelijk maakt.
Wat later gaan mijn intenties richting Maria en wel met een zeer persoonlijke lading vol gedachten aan mijn overleden ouders, mijn huidige vrienden en goede vriendinnen. Ook nu besef ik me terdege, dat liefde het krachtigste onderdeel in het leven is en dit sterkt mijn geloof in Maria. Opnieuw ben ik ervan overtuigd, dat het woord liefde het meest gebruikte woord is. Het woord liefde wordt al eeuwenlang gebruikt en is absoluut niet aan slijtage onderhevig.
Ik heb meer dan eens horen zeggen: “Die heeft een hart van goud!” Dit is heel treffend in Beauraing, want hier is Maria met het Gouden Hart. Het valt mij op, dat ik in dit heiligdom merk dat ik een intense drang voel hier te zijn en te blijven komen. In Beauraing kan ik dan ook heel goed vreugde, pijn en verdriet met Maria delen. Ik raak in gebed …
Ineens realiseer ik me, dat de vijf jonge zieners hier Maria hebben ontmoet. Wel een aparte plek bij de meidoorn, met op de achtergrond denderende treinen op het viaduct. Ik zie de meidoorn van heel dichtbij en ook de hulst, welke bij de verschijningen beeldbepalend zijn. Het valt me op, dat heel wat blaadjes van de takken van de hulst zijn verdwenen. Blijkbaar stellen bezoekers prijs op een souvenir uit de natuur. Een vreemde manier van kaalplukken …
In de winkel tegenover het heiligdom verblijven heel wat pelgrims. Ik zie hen kijken, bekijken, afwegen en dan volgt de beslissing iets wel of niet te kopen. In deze zaak is veel verkrijgbaar, want het assortiment aan devotionalia is zeer uitgebreid. Ik zie enkele Nederlandstalige boeken over de verschijningen, maar deze werken heb ik al. Immers, hier ben ik vaker mogen komen en ik heb heel wat aangeschaft in deze winkel. De verhalen van de Mariaverschijningen zijn me bekend. Ik besluit wat voor een vriend en een vriendin mee te nemen. Hiertoe koop ik enkele kaarsen met afbeeldingen van Maria in Beauraing.
Tijdens mijn bezoek aan het bedevaartsoord maak ik een gebed:
GOUDEN HART
Dag Maria,
Mijn onrust leg ik neer bij U,
de Moeder met het Gouden Hart.
Ik ken mensen in nood,
zij gaan gebukt onder zware lasten,
lijden elke dag pijn
en verlangen verlichting door Uw licht.
Het zijn goede mensen,
die mij veel zeggen
en U wellicht ook.
Moeder van het Gouden Hart,
gekroond met het licht
om biddende te laten groeien in geloof
en te sterken met kracht.
Dank U, Maria.
Geplaatst: 11 maart 2010
Laatst gewijzigd: 8 maart 2023
~~~
BRUGGE (SINT-ANDRIES)
GESCHIEDENIS
De eerste tekenen van Mariaverering in Sint-Andries zijn van 1563. Deze zijn opgetekend door historicus, filoloog en letterkundige Karel De Flou (1853-1931) uit Brugge. De verering gebeurt bij een beeldje in een lindeboom. Hierdoor ontstaat de benaming Onze-Lieve-Vrouw van ’t Boompje. Ruim 100 jaar later, namelijk in 1664 is de kapel gebouwd.
Een legende vertelt:
Twee schippers meren aan langs de Yperleet, een rivier op de plaats waar nu het kanaal Brugge-Oostende is. Dit gebeurt nabij het landgoed Ter Lucht en daar vinden zij een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw tussen de takken van een lindeboom. De twee mannen pakken het beeldje en nemen het mee naar de pastoor van Sint-Andries. Daar vertellen zij hem het verhaal van hun vondst. De pastoor wil het Mariabeeldje in de kerk plaatsen, waardoor de bezoekers erbij kunnen bidden. Verwonderlijk is dat het beeldje uit de kerk verdwijnt en in de taken van de lindeboom wordt teruggevonden. Hieruit concluderen mensen dat dit een teken is dat het beeldje daar thuishoort. Het Mariabeeldje blijft bij de linde. Later is de lindeboom geveld om bijgelovige praktijken te voorkomen, zoals het snijden en meenemen van takken van de boom.
Het domein waar het beeldje in de lindeboom is, behoort tot de Italiaanse koopman Andries de la Coste (1612-1680) uit Genua, onder meer Heer van Ter Linde en burgemeester van Brugge. In 1655 krijgt hij van paus Alexander VII, paus van 1655 tot in 1667, het voorrecht een huiskapel in te richten in zijn kasteel Ter Lucht. In 1663 vindt een mirakel plaats nadat Onze-Lieve-Vrouw is aangeroepen. Andries de la Coste verzoekt de paus een kapel te bouwen. Hij ontvangt toestemming via Robert de Haynin (1613-1668), bisschop van Brugge in de periode 1661-1668, een kapel te bouwen, mits deze voor iedereen toegankelijk is. Aan het eind van het jaar 1664 is de kapel gebouwd en ingericht. Vervolgens verzorgen de Brugse kapucijnen de erediensten in de kapel. In de 17e en 18e eeuw kennen pausen aflaten, kwijtscheldingen van tijdelijke straffen, toe voor bedevaarten naar Onze-Lieve-Vrouw van ’t Boompje. De familie De la Coste blijft eigenaar van het landgoed en de kapel tot in 1789 als de Franse Revolutie (1789-1799) uitbreekt. In de 19e eeuw verandert het landgoed met kapel meermaals van eigenaar.
In 1840 wordt de kapel verbouwd op initiatief van de eigenaar Julien Emmanuel d’Hanis de Moerkerke (1785-1855), onder andere burgemeester van Oostkamp (1828-1830). Door deze werken krijgt de kapel het huidig aanzicht.
In de 20e eeuw neemt de betekenis van de kapel af en het aantal bezoekers daalt. Oplevingen van het bezoekersaantal zijn er tijdens de beide wereldoorlogen. Op 8 september 1944 (feestdag van Maria Geboorte) wordt Sint-Andries bevrijdt door Canadese troepen. Hierdoor krijgt de kapel veel bezoekers.
In 1963 zijn 8 kleine kapellen, ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten, geplaatst achter de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van ’t Boompje. Op 6 september 1963 is de inzegening.
De kapel is een beschermd monument.
BEDEVAARTSOORD
Het altaar bestaat uit rood marmer en in een grijs medaillon is Maria weergegeven. In het boogvormig retabel staat het jaartal 1781. Bovenaan zijn twee engelen aanwezig: de ene engel heeft een kruisje en een open evangelieboek bij, terwijl de andere een anker vasthoudt. Het is gemaakt door beeldhouwer Pieter Pepers (1730-1785) uit Brugge.
Het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw met Kind is ongeveer 35 cm hoog. Het staat onder een gebeeldhouwde linde in een marmeren nis. Maria en Kind dragen een damasten kleed. Onze-Lieve-Vrouw heeft in de rechterhand een scepter vast en op de linkerarm draagt zij haar Zoontje, die een wereldbol met kruisje bij zich heeft.
Aan de zijwanden van de het altaar hangen twee wapenschilden van de familie De la Coste.
Hoog in de kapel hangt een miniatuurschip. Het is een geschenk van enkele schippers als dank aan Maria voor een redding uit een zware storm in 1683. Het kleurrijke bootje symboliseert dankbaarheid.
De kapel is lang van betekenis als bedevaartsoord voor schippers.
Bij de kapel staat een gedenksteen ter ere aan Maurits Van Coppenolle (1910-1955). Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) is hij de grote stimulator van de devotie voor Onze-Lieve-Vrouw van ’t Boompje.
De kapel, die dagelijks is geopend, krijgt vooral bezoek van fietsers en wandelaars.
BEREIKBAARHEID
De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van ’t Boompje ligt in Sint-Andries, een deelgemeente van de Westvlaamse stad Brugge. De kapel ligt in het noordwesten van Brugge en is te bereiken via de Pastoriestraat. Vervolgens na de overweg rechtsaf de Koestraat in en naast nummer 30 een pad opgaan dat verder overgaat in een landweggetje.
Adres: Koestraat 26, 8200 Brugge.
BELEVING
De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van ’t Boompje ligt verscholen tussen hoge bomen, nabij de spoorlijn Brugge-Oostende. Het is eerst een stenen pad ingaan dat na ruim 100 m overgaat in een landweggetje. Vanaf de Koestraat is het ongeveer 400 m gaan langs enkele gebouwen, bomen, weilanden, een haag en dan sta ik bij de kapel. Wat heeft dit gebouw veel geschiedenis meegemaakt. De deur staat uitnodigend open en ik ga naar binnen.

Boven de toegangsdeur zie ik een groot, kleurrijk schilderij met het thema “de aanbidding door drie koningen”. Vervolgens ga ik naar het altaar en zie het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw dat achter een glaswand en voor een gebeeldhouwde linde staat. Links van het altaar branden kaarsen en nu komt er nog een bij. Ik denk aan vrienden in moeilijkheden met hun gezondheid. Wat is een mens toch fragiel!

De wapenschilden van vroegere eigenaren hangen tegen de wand. Een geeft de Latijnse tekst “in aetennun non commovebitur” (“het zal niet voor altijd worden verplaatst”). Een bootje is hoog aan het plafond bevestigd. Schippers zijn hier vaak gekomen, maar nu zijn het veelal wandelaars en fietsers die de kapel bezoeken.
Middenin de kapel is in de vloer een stervorm van wit marmer verwerkt. Ik sta erbij en waan me in de bewogen jaren uit de geschiedenis van deze kapel.
Vervolgens verlaat ik de kapel en ga naar de kapellen van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten, die achter de kapel staan. Er zit een vrouw op een bank en zij zegt hier te genieten van de rust. Wat is het een voorrecht hier een bezoek te kunnen brengen.
OMGEVING
Sint-Andries is een deelgemeente van Brugge en deze stad is het bezoeken zeker meer dan waard. Brugge heeft veel te bieden als kerken, monumentale panden, musea en rondvaarten.
Vlakbij liggen de kustplaatsen Blankenberge en Oostende, waar veel keuzemogelijkheden zijn om te wandelen. Ook zijn havens, winkels en restaurants te bezoeken.
Geplaatst: 17 maart 2023
~~~
DADIZELE
GESCHIEDENIS
Dadizele is al vele jaren een geliefd bedevaartsoord. Reeds in de 12e eeuw stond een kerk of kapel in Dadizele. Onder het bestuur van Margaretha II (1202-1280) is de eerste kerk gebouwd. Zij werd ook Margaretha van Constantinopel genoemd, was gravin van Vlaanderen en doneerde in 1254 belangrijke bedragen om een kerk in Dadizele te bouwen.
In de geschriften van ridder Jan van Dadizele (1432-1481), die ook Jan III van Vleerdeghem werd genoemd, staat dat er jaarlijks een eucharistieviering werd opgedragen ter ere van de overleden Heer Lambrecht van Dadizele, die leefde aan het eind van de 12e eeuw. In 1468 heeft Jan van Dadizele de eerste steen gelegd van de kerktoren in Dadizele. Jan van Dadizele heeft veel voor de bedevaartplaats betekend. Hij laat de kerk herbouwen en vergroten. In 1474 wordt hij soeverein-baljuw, opper-rechtspreker, van het graafschap Vlaanderen en van de Heerlijkheid van Mechelen. In 1476 wordt Jan van Dadizele groot-baljuw van Gent. Later wordt hij raadsheer bij het Gerechtshof en kamermeester van de aartshertog en keizer Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519) en generaal van de Vlaamse landelijke krijgsmacht. Ook wordt hij tot ridder geslagen. In 1481 wordt Jan van Dadizele vermoord en in dat jaar is het stoffelijk overschot van hem in de kerk bijgezet. In de crypte is het praalgraf van zwarte marmer gemaakt, waarin rusten Jan van Dadizele en zijn echtgenote Catharina Breydel (1431-1499).
Sinds 1353 zijn er mirakelen opgetekend in Dadizele, zoals de legende van de zwarte en witte ossen, het kunnen lezen en zingen van Jan Onraet, een oneindige, rode draad, een blinde krijgt het zicht weer, een verdronken vrouw herwint het leven, stomme mensen krijgen de spraak terug, mensen worden van de pest genezen, vrouwen in barensnood worden geholpen, mensen worden van doofheid genezen en doodgeboren kinderen worden tot leven gewekt.
Drie legenden zijn door taferelen uitgebeeld in het park, naast de basiliek. In 1982 zijn de kunstwerken ingezegend. De legende van de twee witte en twee zwarte ossen gaat over een rijke boer, die op een dag zijn zwarte ossen kwijt is. Er wordt tot Maria gebeden en Zij verschijnt in de gedaante van een vrome vrouw aan een kluizenaar. Maria zegt, dat de zwarte ossen niet meer te vinden zijn, maar wel twee witte ossen. Deze ossen zijn voor de boer als hij een kapel bouwt, die aan Onze-Lieve-Vrouw wordt toegewijd. De boer houdt woord en er komt een kapel.
De legende van de oneindige, rode draad komt van de bouw van de kapel, waarnaar Maria heeft gevraagd. Als de bouw van de kapel gereed is, moet deze worden gewijd. Mensen uit Dadizele gaan naar de bisschop om aan hem de kapelwijding te vragen. Onderweg komen de mensen een vrome vrouw tegen. Zij zegt hen dat het niet nodig is om de wijding aan de bisschop te vragen, omdat Onze-Lieve-Vrouw dit al heeft gedaan. De vrouw zegt ook dat er een rode draad rond de kapel is gespannen en dat de plaats binnen de draad is gewijd. Deze draad blijkt oneindig te zijn.
De legende van Jan Onraet, gaat over een analfabeet, die plots kan lezen en zingen. Op een nacht brengt Onze-Lieve-Vrouw een bezoek aan Jan Onraet, een man die niet lezen en zingen kon. Onder het hoofdkussen vindt hij een liedboek. Hij gaat naar de pastoor, vertelt over het boek, wordt koster, luidt de klokken van de kerktoren en zingt uit volle borst.
In de basiliek van Dadizele staat een miraculeus beeld. Dit is niet het eerste beeld. Het oorspronkelijke beeldje van Onze-Lieve-Vrouw was van eikenhout en dateerde uit de 12e eeuw. In de 17e eeuw werd dit beeldje vervangen door het huidige, albasten beeld. Dit is afkomstig uit het Franse Chartres en is zo’n 50 centimeter hoog.
Tijdens de beeldenstorm in 1566 wordt de kerk onteerd en geplunderd door de protestante Geuzen. In de kerk stond een bijzonder miraculeus beeldje en dit werd gered. In 1581 gebeurt het plunderen en vernielen nogmaals, maar deze keer door de Schotten, die bondgenoten van de Geuzen zijn. Na de godsdienststrijd kwam de vrede terug en dit gebeurde onder het bestuur van Albrecht van Oostenrijk (1559-1621) en Isabella van Spanje (1566-1633), die de voogdij over de Zuidelijke Nederlanden hadden.
In 1658 plunderden en verwoestten de Fransen veel in Dadizele, maar het miraculeus beeldje werd weer tijdig gered en naar Menen gebracht. In 1745 gaat het beeldje naar het Capucijnenklooster in Menen. In 1794 lijdt de kerk opnieuw door de Franse overheersing.
In 1836 is in Dadizele een nieuw Onze-Lieve-Vrouwe-reliek ontvangen en geplaatst in de kerk. In 1854 is er de dogma-verklaring van Maria Onbevlekt Ontvangen. Hierdoor komt de bisschop van Brugge, Joannes Baptista Malou (1809-1864), en bisschop van 1849 tot in 1864, met het plan een basiliek te bouwen. De bisschop twijfelt tussen Dadizele en Westrozebeke, want beide plaatsen zijn bedevaartsoorden. Uiteindelijk kiest hij voor Dadizele. Op 8 september 1859, feestdag van Maria Geboorte, wordt de eerste steen gelegd. In 1880 wordt de kerk ingezegend door Jean Joseph Faict, die leefde van 1813 tot in 1894 en bischop van Brugge was van 1864 tot in 1894. In de jaren daarop groeit Dadizele uit tot een drukbezocht Maria-oord. In 1882 wordt de kerk verheven tot basiliek. Deze titel wordt toegekend door Paus Leo XIII, paus van 1878 tot in 1903 (hij is Gioacchino Pecci en leeft van 1810 tot in 1903). In 1902 wordt het miraculeus beeld van Onze-Lieve-Vrouw, dat op een marmeren troon centraal in de basiliek staat, gekroond door Gustavus Josephus Waffelaert (1847-1931), bisschop van Brugge van 1895 tot in 1931.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, Grote Oorlog (1914-1918), doet de basiliek dienst als paardenstal en wat later is het gebouw een veldhospitaal dat door de bezetter wordt gebruikt. Het miraculeus beeld is dan in Lendelede en later in Balen. In 1918, aan het eind van de oorlog, is de basiliek nagenoeg geheel vernield. In 1919 start de herbouw van de kerk en komt het Mariabeeld terug naar Dadizele. Van deze bouw heeft Alfons Depauw (1867-1937) uit Brugge de leiding. In 1924 is de basiliek hersteld.
In de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) worden toren en glasramen vernietigd en na de tweede wereldbrand vinden herstelwerkzaamheden plaats.
In 1956 wordt het Maria-Rozenkranspark, het Rosarium, ingewijd door Emiel Jozef De Smedt (1909-1995), bisschop van Brugge van 1952 tot in 1984. Dit park, waarin afgebeelde mysteries en ook een grote altaarkapel staan, ligt naast de basiliek.
In 1959 wordt de nieuwe Onze-Lieve-Vrouwe-troon gezegend.
Sinds juli 2019 bezit de basiliek een reliek met enkele haren van de op 27 april 2014 heilig verklaarde paus Johannes Paulus II (paus van 1978 tot in 2005). Hiervoor is een reliekhouder in kruisvorm gekozen en is er een “pausretabel” gemaakt door Koen Deleu. In het linkerdeel van de triptiek staat centraal Onze-Lieve-Vrouw van Dadizele, ook Maximiliaan Kolbe (1894-1941), Godelieve van Gistel (±1049-±1070) en Moeder Teresa (1910-1997) zijn daar afgebeeld. In het middendeel van het kunstwerk zijn naast Johannes Paulus II ook geschilderd paus Benedictus XVI (1927) en Oscar Romero (1917-1980). Het rechterdeel van het drieluik toont Pater Damiaan (1840-1889), pastoor en opdrachtgever van het kunstwerk Wim Vangheluwe, de achterzijde van Sinterklaas, die rode mantel aan heeft en Juan Diego Cuauhtlatoatzin (1474-1548), waaraan Maria in het Mexicaanse Guadalupe is verschenen in 1531.
De basiliek is een beschermd monument.
BEDEVAARTSOORD
In de basiliek staat het miraculeuze beeld van Onze-Lieve-Vrouw. Het is zo’n 50 centimeter hoog en bevindt zich te midden van een eivormige, zilveren krans, welke met grote bergkristallen is bezet. De bij het beeld weergegeven engelen zijn van massief zilver en dit geldt ook voor de banderol. Op deze band staat de tekst “Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons”.
In de crypte van de basiliek is de graftombe te bezoeken van ridder Jan van Dadizele en zijn echtgenote Catharina Breydel. Ook liggen daar handschoenen, sporen en zwaard van de ridder.
De talrijke glasramen van de Onze-Lieve-Vrouw-basiliek van Dadizele zijn heel bijzonder. Glasramen tonen schoonheid en vakmanschap. Verder zijn de ramen al eeuwen beeldende hulpmiddelen om gelovigen kennis te laten maken met verhalen uit de bijbel en leven van onder andere Maria. De kleurrijke glasramen in de basiliek geven velerlei fasen weer uit het leven en van verschijningen van de Maagd Maria, zoals de geboorte van Maria, Onze-Lieve-Vrouw te Lourdes, de boodschap van de engel Gabriël, de geboorte van Jezus, de vlucht naar Egypte, de gestorven Jezus op de schoot van zijn Moeder, de Tenhemelopneming van Maria, de Kroning van Maria in de hemel en Onze-Lieve-Vrouw van de rozenkrans. Arthur Verhaegen (1847-1917) heeft rond 1880 de glasramen van het hoogkoor van de basiliek gemaakt. Ontwerpen en uitvoeringen van de glasramen zijn ook gemaakt door Jules Dobbelaere (1859-1916) uit Brugge. Echter, door oorlogsgeweld en herstelwerk van de kerk zijn deze pas in 1922 geplaatst. Gustave Ladon (1863-1942) heeft de roosvensters in de dwarsbeuk en de ramen in de zijkapellen gecreëerd. Achiel Ladon (1879-1945) heeft ook meegewerkt aan de glasramen. Later heeft Mieke Verwaetermeulen (1962) het roosvenster boven het orgel gemaakt (1993).
Rondom de basiliek zijn nissen met beelden zichtbaar. Deze zijn gebeeldhouwd door Gentil Vanelslander (1917-1982) uit Dadizele. De kunstwerken zijn gemaakt in de periode 1953-1963.
Naast de basiliek ligt de ingang van het Rosarium of het Maria-Rozenkranspark met onder andere een Onze-Lieve-Vrouwebeeld. Vlak na de ingang zijn drie legenden afgebeeld. De legende dat Maria een kapel wil met het verhaal van de zwarte en witte ossen. De tweede legende betreft het verhaal van de rode draad, dat Maria zelf de kapel heeft gewijd. Het derde, oude verhaal gaat over Jan Onraet, die in een droom door Maria wordt gemaand koster te worden.
Het Rosarium is een bloemenrijk gebedspark. Ook staat in dit park een openluchtkapel, waar de mysteries van het licht zijn verbeeld. Onder dit bouwwerk is een kleine cryptekapel gemaakt voor het bidden en samenzijn in kleine groepen. Achter deze kapel zijn schilderijen geplaatst van een kunstzinnige priester, de in Dadizele geboren Wilfried Joye (1939-2019). Het wandelpad van het park gaat langs de mysteries van de rozenkrans. In het gebedspark staan beeldhouwwerken van Godfried Theunynck (1944).
In Dadizele zijn twee ommegangen uitgezet. De grote ommegang telt 14 staties van de kruisweg en is ongeveer 4 kilometer lang. Bijzonder is de Spaanse Kapel. Dit barokke gebouw is achthoekig en is de 13e statie van de grote ommegang. De kleine ommegang is korter met een lengte van iets meer dan één kilometer. Deze ommegang geeft de “zeven weeën (smarten) van Maria” weer.
BEREIKBAARHEID
Dadizele ligt in West-Vlaanderen en behoort tot de gemeente Moorslede, nabij de stad Kortrijk.
Meer informatie is te vinden op
– www.ick-dadizele.blogspot.com
-www.inforegio.be/gebedspark-rosarium
BELEVING
In de basiliek gaat mijn belangstelling vooral uit naar het altaar, dat is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt. Ook heeft een wit beeld van “Onze-Lieve-Vrouw van het leven” mijn aandacht, dat beeldhouwer Harry-Arnold Elström (1906-1993) heeft gemaakt.
Heel apart vind ik het om een stukje van de rode draad te mogen ontvangen. Deze oneindige draad maakt Dadizele uniek als bedevaartplaats. Wat is dit een bijzondere traditie voor de pelgrims! De bijbehorende tekst vertelt onder meer:
“Maria,
Lieve Vrouwe van Dadizele,
wij bidden U:
houd ons staande, blijf ons leiden,
in goede en kwade dagen,
door de dood heen
tot in de eeuwigheid.
Amen.”
In de basiliek is ook een reliekschrijn en kunstwerk te zien rond de Heilige Paus Johannes-Paulus II (Karol Józef Wojtyla, 1920-2005), die paus was van 1978 tot in 2005.
Ik verlaat de basiliek en ga naar het gebedspark. Bij de ingang zie ik de afbeeldingen van de drie legenden, die hier zoveel teweeg hebben gebracht. Ik lees en zie typerende weergaven van de verhalen van de ossen, rode draad en Jan Onraet.
Geplaatst: 10 maart 2021
Laatst gewijzigd: 14 juli 2022
~~~
FOY NOTRE-DAME
GESCHIEDENIS
Op 5 juli 1609 wordt een Mariabeeldje, bij het vellen van een eik, in de boom gevonden. Dit gebeurt in het bos van Foy, dat eigendom is van de kasteelheer van Vêves, de baron van Celles. In de stam van de boom vindt houthakker Gilles de Wanlin uit Sorinnes het beeldje. Hij werkt samen met schipper Innocent de Limoir uit Dinant om bomen te kappen en te vervoeren. Als de gekapte eik op de grond ligt, merkt de houthakker dat de stam deels is verrot. Hierdoor kunnen van de boom geen planken, maar wel blokken hout worden gemaakt. In een van de blokken vindt de houthakker een holle ruimte, waarin een stenen Mariabeeldje is verborgen.
Echter, door de kracht van het hakken is het beeldje in tweeën gespleten. Een dienster van het kasteel neemt de twee stukken van het beeldje mee en herstelt het. Daarna plaatst de baron het beeldje in de kapel van het kasteel van Vêves. Vanaf 1616 worden wonderbaarlijke genezingen vastgesteld en steeds meer gelovigen komen bidden bij het Mariabeeldje.
In 1619 komen in Foy op bezoek aartshertog Albrecht VII van Oostenrijk (1559-1621) en aartshertogin Isabella Clara Eugenie van Spanje (1566-1633), die grote verering voor Maria hebben. Zij bezoeken de kapel van het kasteel.
In 1623 besluit de kasteelheer het beeldje terug te brengen naar de plaats waar het is gevonden en laat voor de Maria-afbeelding een kapel bouwen. Daarna worden nog meer wonderen vastgesteld.
In 1622 wordt door de aangroeiende belangstelling een kerk gebouwd, die wordt ingewijd op 8 september 1624, de dag van Maria-Geboorte. Deze gebeurtenissen zijn verwoord door een jezuïet uit het naburige Dinant. Vervolgens wordt het verhaal van Foy door de Sociëteit van de jezuïeten over de hele wereld verspreid. De bekendheid van Foy neemt dan ook enorm toe en het terracotta beeldje van 22 cm trekt veel bekijks in de kerk “Église de la Nativité de Notre-Dame” (kerk van de geboorte van Onze-Lieve-Vrouw). Door de bijzondere Mariadevotie wordt de naam Foy veranderd in Foy Notre-Dame.
In 1625 komt de zwarte pest ook voor in de regio van Foy en dan wordt het Mariabeeld heel vaak en veel aanbeden. Een jaar later slaat de epidemie toe in Rochefort en een van de slachtoffers is de geliefde gravin Josine de la Marck (1584-1626). Haar echtgenoot Johann Dietrich von Löwenstein (1585-1644), graaf van Rochefort, gaat naar Onze-Lieve-Vrouw van Foy. Hij neemt zich voor jaarlijks, op pinkstermaandag, op bedevaart te gaan. Deze pelgrimstocht bestaat nog steeds!
In 1626 schenkt Ferdinand von Bayern (1577-1650), prins-bisschop van Luik (1612-1650), het hoofdaltaar aan het heiligdom.
Gezien de vorm en het materiaal is het pijpaarden beeldje rond 1400 in Utrecht vervaardigd. Vermoedelijk is het door een koopman naar de regio van Dinant gebracht. Vervolgens is het beeldje in de holte van een eik geplaatst met drie tralies ervoor om het tegen diefstal te beschermen.
Foy krijgt vooral grote bekendheid door pater jezuïet Pierre Bouille (1576-1641), die meermaals schrijft over de wonderen in Foy. De publicaties komen uit in 1620, 1627 en 1660, dit laatste ruim na zijn overlijden. Door deze uitgaven wordt de cultus over vele landen verspreid.
Eind 17e eeuw verwoesten protestanten het Heiligdom van Foy Notre-Dame. Wat later vinden herstelwerkzaamheden plaats.

Bijzonder is ook dat in december 1944 de oprukkende, laatste Duitse divisie in Foy Notre-Dame tot staan is gebracht tijdens het Ardennenoffensief van de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Een plaquette uit 2019, 75 jaar na het offensief, vermeldt dat door informatie aan de geallieerden van de posities van de bezetter, de kerk is gered van vernietigend oorlogsgeweld.
BEDEVAARTSOORD
Het barokke kerkje van de Geboorte van Maria (“Église de la Nativité de Notre-Dame) staat centraal in het dorpje Foy Notre-Dame, dat op een heuvel ligt.
Het miraculeuze beeldje van Onze-Lieve-Vrouw staat links vooraan in de kerk in een kastje. Maria staat op een achthoekige sokkel van drie bogen aan de voorzijde. Het centrale thema van de versiering van de kerk van Foy Notre-Dame is de rozenkrans. Dit uit zich door de panelen van het plafond, het linker zijaltaar en de glasramen van het priesterkoor.
Op het linkerzijaltaar is een afbeelding van de overdracht van de rozenkrans aan de knielende Dominicus te zien. Maria troont op een kussen en wolken. Aan de rechterkant van het kunstwerk is Catharina van Siena afgebeeld. Ook zij knielt met een houding vol adoratie en extase. Vijftien medaillons rond Maria en Jezus illustreren mysteries.
De afbeelding van de aanbidding door de herders siert het hoofdaltaar. Het schilderij is gemaakt door de Luikse kunstschilder François Walschartz (1597-1678).
Het rechter zijaltaar toont de Heilige Familie, waarbij een engel Jezus fruit aanbiedt. Vooral dit schilderij is typerend voor de tijd van de Contrareformatie, met Jozef die Jezus draagt, een toekijkende Maria en een alles overziende God de Vader.
Links aan de muur hangt een schilderij met de afbeeldingen van Maria, Jezus, Elisabeth en Johannes. Het is een geschenk van de aartshertogen Albrecht VII en Isabella bij hun bezoek aan Foy in 1619.
Heel apart is het plafond van de kerk; dit bestaat uit 145 houten, met olieverf beschilderde panelen. Deze kunstwerken op hoog niveau geven het leven van Maria weer en laten ook vele afbeeldingen van heiligen zien. De panelenen zijn het werk van de broers M. en J. Silmant uit Dinant en Guillaume Goblet.
De koorramen geven de droevige geheimen van de rozenkrans weer.
BEREIKBAARHEID
Foy-Notre-Dame is een gehucht in de provincie Namen en behoort tot de gemeente Dinant. Het buurtschap ligt op ongeveer 6 km van het centrum van Dinant.
Adres: Rue de Claviats 4, 5504 Foy-Notre-Dame.
Op www.fnd2009@skynet.be is actuele info te lezen.
BELEVING

Het buurtschap Foy Notre-Dame ligt in een heuvelachtig gebied. Ik laat me vertellen dat de naam Foy betekent plaats van bomen.
De drie, grote schilderijen, die het altaar sieren zijn schitterende kunstwerken en dit geldt ook voor de glasramen. Het beroemde beeldje trekt ook mijn aandacht. Wat heeft het aarden kunstwerkje voor geschiedenis gezorgd.
Langdurig kijk ik naar omhoog om de beroemde zoldering goed in me op te nemen. Het plafond van de kerk bestaat uit rijen geschilderde vakken, met centraal een kruis dat horizontaal is gevormd met afbeeldingen van de evangelisten en verticaal met fasen uit het leven van Maria. Een dergelijke zoldering is enkel in Foy Notre-Dame goed bewaard en in binnen- en buitenland bekend. Wat is dit bijzonder waardevol, religieus en cultureel erfgoed! In de stilte van de kerk bid ik tot Maria, steek enkele kaarsen aan en gedachten gaan naar vrienden die veel voor mij betekenen.
In de kerk vind ik een bidprentje. Enkele zinnen van de tekst zijn:
“Gebed tot Onze-Lieve-Vrouw van Foy
Lieve Vrouwe van Foy,
heel even hebben wij de drukkende drukte van alles wat ons bindt en dwingt achter ons gelaten om U te komen groeten in de landelijke rust dezer glooiende heuvels. Wij danken U voor die rust en voor die stilte die ons in dit genadeoord uitnodigen om even met U te praten.”
Geplaatst: 14 mei 2022
~~~
GAVERLAND
GESCHIEDENIS
Het ontstaan van de bedevaartplaats in Gaverland begint met een legende. Er wordt verteld dat in 1511 een Mariabeeld van 39 centimeter grootte onder een lindeboom wordt gevonden. Ter plaatse is een bidhuisje opgericht en dit is enkele malen vervangen. Sinds het beeld is gevonden, hebben zich verscheidene mirakels voorgedaan.
Het Mechelse mirakelbeeld dateert vermoedelijk uit de periode 1550-1600. Gelovigen hebben het beeld kostbare mantels met goudborduurwerk, sluiers van fijn kant en zilveren juwelen geschonken.
Tijdens de Franse revolutie (1789-1799) worden adel en geestelijkheid teruggedrongen van hun vooraanstaande posities in de samenleving. De Fransen verwoesten kapel en staties van de kruisweg. Echter, het Mariabeeld wordt tijdig gered en zorgvuldig verborgen. Gedurende jaren komen bedevaarders bidden bij de resten van de kapel.
In de periode 1862-1864 is de huidige kapel opgetrokken in de neogotische stijl. Het ontwerp is van priester-architect Jan August Clarysse (1814-1873) uit Roeselare. Het gebouw is een driebeukige, bakstenen kapel, met een achtzijdige centraalbouw, die sterk op het midden is gericht. Door de toename van het aantal pelgrims is het godshuis vergroot en het huidige gebouw laat een vrij grote kapel zien. Het hoofdaltaar is uit 1887 en is gemaakt door de Brusselaar Charles van Oemberg (1824-1901). Twee zijaltaren, die helaas zijn vernietigd, en de communiebank zijn vervaardigd door de Gentenaar Jean Baptiste van Biesbroeck (1825-1878). De panelen van de communiebank stellen voor de bedevaart van de Spaanse veldheer Alexander Farnese (1545-1592), landvoogd van de Nederlanden (1578-1592), hertog van Parma en Piacenza (1586-1592). Deze veldheer komt met zijn gevolg naar Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland.
Op 4 augustus 1912 vindt de kroning van het beeld plaats. Dit gebeurt ter gelegenheid van de 400e verjaardag van het beeld Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland. Dit gebeurt na autorisatie door paus Pius X, die geboren is als Giuseppe Melchiorre Sarto (1835-1914) en paus is van 1903 tot in 1914. De kroning gebeurt door bisschop Anton Schillemans (1832-1916), die de 24e bisschop van Gent is in de periode 1890-1916. Het betreft een canonieke kroning en deze wordt toegekend aan een genadebeeld. Voor een bedevaartsoord is dit de hoogste erkenning. Om de kroning te herdenken is een vaandel gemaakt. Op dit vaandel staan 4 spreuken: Behoudenis der kranken, Toevlucht der zondaars, Troosteres der bedrukten en Hulp der christenen. Het doek is geschonken door Frans Xaverius van Goey (1835-1914).
In 1968 is een park aangelegd met 15 staties. De beeldengroepen zijn gemaakt van Franse zandsteen door beeldhouwer Gerard Thienpont (1940).
In de kapel staat een orgel uit 1818, dat afkomstig is van een Spaanse dorpskerk in Tarazona. Het grote muziekinstrument is geplaatst in 1976 door de Amsterdamse orgelbouwer Gerard Albert Cornelis de Graaf (1928-2013).
Sinds 2003 zijn kapel en aangrenzende woning van de kapelbewaarster beschermd als monument.
BEDEVAARTSOORD
Naar Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland vinden individuele en groepsbedevaarten plaats. Dit is het bedevaartsoord in het Vlaamse Waasland.
In de kapel is een muurschildering te zien van pater Frans de Bruycker (1916-2007), die met “Geroen” signeert. De kapel toont glas-in-loodramen die voorstellingen van Maria met kleurenpracht geven.

In het aangrenzende park met 15 staties is het een Mariale ommegang meemaken om beeldengroepen van witte steen te zien.
Kapel en park zijn dagelijks toegankelijk.
BEREIKBAARHEID
Het adres van de Kapel van Onze Lieve Vrouw van Gaverland is Oude-Beewegstraat 14, B 9120 Melsele, vlakbij de grens met het zuidoostelijke deel van het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen, niet ver van Antwerpen en Sint-Niklaas.
Adres: Oude-Beewegstraat 14, B9120 Melsele.
Op www.kerknet.be/parochie-beveren-zwijndrecht is de nodige informatie te vinden.
BELEVING
Een bezoek aan de grootste kapel van België …
In de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland ervaar ik een oase voor bezinning en gebed. Ik zie het gepolychromeerde beeld van Maria. Zij houdt een lachend kindje Jezus op de rechterarm.
Wat me opvalt zijn mooie ramen met glas-in-loodafbeeldingen. Ik zie zelfs een afbeelding die gaat over een bedevaart vanuit mijn stad Bergen op Zoom.
Nadat ik een rondgang in de kapel heb gemaakt, laat ik me vertellen dat het Mariabeeld beschikt over een ruime garderobe en een rijk assortiment zilveren kronen. Echter, dit beeld is niet het origineel, want in de kapel staat een replica. Dit is gedaan ter bescherming tegen diefstal en beschadiging. Ik verneem, dat het oorspronkelijke beeld wordt bewaard in een kluis van de parochiekerk van Melsele.
Na het bezoek aan de kerk ga ik naar het park en bewonder de mooie staties. Wat een vakwerk! Deze bedevaartplaats is een parel om te bezoeken.
Geplaatst 28 november 2021
~~~
HEPPENEERT
GESCHIEDENIS

In het Limburgse Heppeneert wordt Onze-Lieve-Vrouw van Rust vereerd. De beeltenis van Onze-Lieve-Vrouw van Rust staat in de kerk, toegewijd aan Sint-Gertrudis, welke is gebouwd in 1873. Het beeldje toont Maria in een rustende houding. Zij zit, houdt het hoofd wat gebogen, de handen zijn gevouwen en deze rusten op de schoot. De man achter Haar is vermoedelijk de apostel Johannes. Hij neemt een beschermende pose aan. Dat deze man Johannes kan zijn, berust op het samenzijn van Jezus, Maria en Johannes onder het Kruis op Goede Vrijdag. Jezus zegt tegen zijn Moeder: “Ziedaar, Uw Zoon” en tegen Johannes: “Ziedaar, Uw Moeder”.

De geschiedenis van het Mariabeeldje gaat eeuwen terug. Een legende vertelt dat het kleine beeld is aangespoeld in het dorpje Elen. Dit gebeurt door een overstroming van de rivier de Maas. Vervolgens is bij de vindplaats een kapel gebouwd en daarin wordt de kleine beeltenis geplaatst. Deze kapel staat op de grond van een pachthoeve. De eigenaar van de hoeve is Petrus Curingen, een inwoner van Maastricht. In 1706 verkoopt hij de pachthoeve en de bijbehorende gronden aan de Kruisheren van Maaseik. Deze Kruisheren maken er werk van om de kapel meer bekendheid te geven. Hierdoor neemt het aantal pelgrims toe. In de loop van de jaren krijgt het genadeoord steeds meer bezoekers. Pelgrims komen bij Maria bidden, Haar hulp vragen en van Haar troost ontvangen. De Maagd Maria verhoort menig gebed en dit leidt tot een nog grotere stroom van bedevaartgangers naar de kapel. Bijgevolg wordt de kapel te klein.

In 1768 wordt een nieuwe, grotere kapel gebouwd. Dit gebeurt onder leiding van de prior Johannes Hendrik Vossen; de kloosteroverste van de Kruisheren van Maaseik.

Tijdens de Franse Revolutie (1789-1799) is het heel onrustig in de streek rond de Maas. In 1798 worden de kloosterlingen verjaagd. Zij raken hun bezittingen kwijt aan de Franse overheersers. Hun goederen worden deels verbeurd verklaard, geconfisqueerd door de Fransen en deels verkocht. In deze woelige tijd heeft Kruisheer Petrus Arnold Coopmans een belangrijke rol. Als pastoor van Heppeneert is hij achtergebleven. Hij brengt het beeldje naar Heppeneert, alwaar het in veiligheid is tot de Fransen vertrekken en het vrije leven zich weer herneemt.

Vervolgens duurt het bijna 100 jaar tot de devotie voor het Mariabeeld weer op gang komt. Vooral door inspanningen van Aloysius Froyen (1848-1907), die pastoor in Heppeneert is van 1883 tot in 1907, leeft de pelgrimage weer op. Dit gebeurt in 1883. De bezoekers aan Heppeneert komen er vooral om te bidden voor hun en anderen geestelijk en lichamelijk welzijn. De pelgrims willen rust vinden en inzicht verkrijgen in hun leven. Het vereerde genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Rust dateert uit het begin van de 16e eeuw en is een deel van een passieretabel; het achterstuk van een altaar.

Het Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Rust is opgericht in 1889. Dit gebeurt door de Luikse bisschop Victor-Joseph Doutreloux (1837-1901). In 1893 is deze organisatie, bij decreet door paus Leo XIII (1810-1903), verheven tot Aartsbroederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Rust te Heppeneert. Leden van dit broederschap bidden frequent het gebed dat zij bij hun inschrijving hebben ontvangen. Verder dragen zij de medaille van Onze-Lieve-Vrouw van Rust. Dagelijks bidden zij voor elkaar een Weesgegroet en hierna volgen de woorden:
“Moeder Maria,
samen met allen
die U vereren als
Onze-Lieve-Vrouw van Rust
vragen wij U,
beschouw ons
als Uw kinderen en laat ons
in alle omstandigheden ervaren
de liefde van uw Moederhart,
Onze-Lieve-Vrouw van Rust,
bid voor ons.”
Voor de ingeschreven leden van het broederschap wordt op zondagmorgen een eucharistieviering opgedragen te Heppeneert.

BEDEVAARTSOORD
Het bijzondere beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Rust staat in de parochiekerk, welke is toegewijd aan Sint-Gertrudis. Deze kerk is gebouwd in 1873 en is het gehele jaar geopend, zowel in de ochtend, als in de middag. In Heppeneert is het bidden tot Maria het ganse jaar mogelijk. De bedevaartwinkel, met allerlei devotionalia, ligt naast de kerk en is dagelijks in de middaguren geopend.

In Heppeneert is er een litanie gemaakt en wel de “Litanie ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Rust”. De tekst geeft onder meer:
“Onze-Lieve-Vrouw van Rust, bid voor ons,
Middelares van de Vrede, bid voor ons,
Koningin van de vrede, bid voor ons.
…
De vrede onder alle volkeren te bewaren of te herstellen –
Onze-Lieve-vrouw van Rust, bid voor ons,
Ons de ware vrede met onszelf te bezorgen –
Onze-Lieve-Vrouw van Rust, bid voor ons.
…
Aan ons de vrede en de rust te schenken –
Onze-Lieve-Vrouw van Rust, bid voor ons,
Ons bij te staan tegen de bekoringen van macht, aanzien en geweld –
Onze-Lieve-Vrouw van Rust, bid voor ons.
…
Vervul ons met troost en sterkte in alle omstandigheden.
Leid ons tot de goddelijke Bron van Liefde,
wees voor onze kinderen een bijzondere Beschermster,
sta ons bij in vreugde en verdriet, in ziekte en gezondheid,
sta ons bij in het uur van onze dood,
verzeker ons de eeuwige vrede
en de eeuwige rust in het hemels vaderhuis.”
Behalve een litanie, zijn er ook speciaal voor het Maria-oord in Heppeneert gemaakt een noveengebed, een oefening en Gebed tot Onze-Lieve-Vrouw van Rust.

In het Mariapark zijn de blijde en droeve geheimen van Maria uitgebeeld, zoals de boodschap van de engel Gabriël aan Maria, het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth, de geboorte van Jezus en de Kroning van Maria in de hemel.
Sinds het voorjaar van 2019 is er, naast het Mariapark, een strooiweide. Vele gelovigen hebben het verzoek gedaan om de as van een dierbare overledene uit te strooien in het bedevaartsoord van Heppeneert. Ook pelgrims hebben gevraagd om na het overlijden met de as de laatste rustplaats in Heppeneert te mogen vinden.
BEREIKBAARHEID
Heppeneert ligt vlakbij de rivier de Maas in Belgisch Limburg. Het Maasdorpje behoort tot de gemeente Maaseik en is gesitueerd in het noordoosten van Limburg, tegen de Nederlandse grens.
Contactadres: Pastorie, Heppeneert 21, B 3680 Maaseik.
De webstek www.heppeneert.eu geeft de nodige informatie.

BELEVING
In Heppeneert bidden de bezoekers tot Onze-Lieve-Vrouw van Rust: “Moeder Maria, op U stellen wij onze hoop. Bij U zoeken wij troost en geborgenheid. Spreek ten beste voor allen, die zoeken naar de zin van hun leven, die ziek zijn of belast door beproeving.”
Het is in Heppeneert niet alleen de kerk bezoeken en tot Onze-Lieve-Vrouw van Rust te bidden, maar ook het bezoeken van kaarsenkapellen aan de kaarsengalerij, Mariakapel, strooiweide, Theresiakapel, Duivelsbrugske, Sint-Jakobsstok, Mariapark, bedevaartwinkel.

In de strooiweide zie ik de zeven bijbelse taferelen, die de zeven vreugden in het leven van Onze-Lieve-Vrouw verbeelden. Aan deze vreugden is op een heel eigentijdse wijze vorm gegeven. In het Mariapark bekijk ik de zeven smarten van de Moeder Gods. Dit park is aangelegd in 1898 en ligt aan de kaarsengalerij.
Tijdens de rondgang kom ik ook bij de Theresiakapel. Theresia van Lisieux doet me denken aan haar uitspraak: “Ik zal rozen laten regenen op aarde”. Vervolgens zie ik de Sint-Jakobsstok en deze verwijst naar een wonder. Het is 1886 en Jacoba, een peuter, komt terecht onder een neervallende boom. Het kindje overleeft het als bij een wonder en mankeert niets!

Bij het “Duivelsbrugske” is de legende van de Kaartridder van toepassing. De Heilige Gertrudis van Nijvel redt de Kaartridder Riddart, die zijn ziel aan de duivel moest geven en dit in ruil voor de genoten zeven jaren van vertier. De Vlaamse schrijver Gerard Walschap (1898-1989) heeft in 1966 het verhaal “De Kaartridder van Heppeneert” geschreven en laten uitbrengen. Ik verdiep me in de legende van de Kaartridder. Het verhaal is ontstaan door de verwering van een adellijke grafsteen. Deze steen toont een gevierendeeld familiewapen, dat op vier speelkaarten lijkt en vandaar de naam “Kaartridder”. Bij de kerk is de grafsteen te zien. Ridder Riddart is bewoner van het kasteel Borckhoff en raakt, na het overlijden van zijn vrouw, verslaafd aan het kaartspel. Hij verliest al zijn geld met het kaarten en verkoopt zijn ziel aan de duivel voor jarenlang plezier. Als tegenprestatie laat de duivel de ridder 7 jaar in weelde leven. Na deze periode van aards genot, komt de duivel naar ridder Riddart om zijn ziel op te eisen. De ridder verkeert in levensnood en bidt. Ineens verschijnt de Heilige Gertrudis en zij redt de ridder op een bruggetje. Hierdoor krijgt het bruggetje de naam “Duivelsbrugske”.

Mijn bezoek aan Heppeneert is bijna voorbij. Ik ga nog enkele kaarsen licht laten geven in de langwerpige kaarsenkapellen van de kaarsengalerij. Drie kaarsen steek ik aan; een met een intentie voor een goede vriend, een met een speciaal gebed voor een vriendin en een voor hoop op kracht voor een oudere dame, die ik al vanaf mijn jongste jaren ken. Daarna ga ik naar de Sint-Gertrudiskerk. Naast de kerk passeer ik het beeld van “De Boetelingen” uit 2005. Vervolgens breng ik een laatste groet aan Onze-Lieve-Vrouw van Rust. Dank U, Maria, voor deze mooie dag in Heppeneert.
Geplaatst: 19 augustus 2020
~~~
KERSELARE
GESCHIEDENIS
De oorsprong van het bedevaartsoord Kerselare ligt in het jaar 1441 met een houten beeldje van de Zoete Lieve Vrouw. Dit is bevestigd in een nis in de buitenmuur van de woning van Rogier van Brakele (+1452), pastoor van Volkegem. In 1452, vlak na het overlijden van de pastoor, wordt het Mariabeeldje geplaatst aan een kerselaar, die op de Edelareberg staat. Dit gebeurt op initiatief van Catharina van Brakele; een naaste verwante van de pastoor.
In 1453 verdwijnt het kleine beeldje van Maria. Dit gebeurt tijdens de Gentse Oorlog (1452-1453). Het beeldje is tijdig in veiligheid gebracht, omdat de Gentse troepen verblijven op de Keselberg, die later de Kerselareberg en nadien Edelareberg is genoemd.

In 1455 is het het eerste, houten kapelletje gebouwd op de Edelareberg. Dit gebouwtje wordt in 1459 verwoest door een brand. Echter, het Mariabeeldje blijft ongeschonden. Hierdoor worden aan het beeldje bijzondere krachten toegewezen. Het wordt enorm populair en velen komen het zien om erbij te bidden. Vervolgens wordt een nieuwe kapel ter ere van Maria gerealiseerd. Op 3 mei 1460 is de inzegening van de kapel.
Het bedevaartsoord kent de grootste bloeiperiode vanaf het eind van de 15e tot tegen het einde van de 16e eeuw. Na Halle is Kerselare dan het belangrijkste Maria-oord in Vlaanderen. In 1480 bezoekt Maria van Bourgondië (1457-1482), gravin van Vlaanderen, de kapel en na haar overlijden komt in 1513 haar voormalige echtgenoot hier bidden, namelijk aartshertog Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519). In 1525 bezoekt Keizer Karel V (1500-1558) de kapel. Hij is koning van Spanje en aartsbisschop van Oostenrijk. In 1625 komt hier op bedevaart de aartshertogin Isabella Clara Eugenia van Spanje (1566-1633); vorstin van Oostenrijk en landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden. Zij is in het gezelschap van de Spaanse markies, nuntius en kardinaal Alfons de la Cueva (1572-1655).
In 1554 is het Mariabeeldje gepolychromeerd en gerestaureerd.
Aan Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare worden wonderen toegeschreven, zoals in 1455, dat een blind kind ineens kan zien en een herder die een riem steelt, blind wordt, de riem teruggeeft en het zicht terugkrijgt. In een “Mirakelenboek” worden vele gunsten en wonderbaarlijke gebeurtenissen opgetekend. De wonderbaarlijke feiten verspreiden zich en dit veroorzaakt veel bezoek aan het beeldje.
In 1570 verrijst, naast de bestaande kapel, een grotere op de Edelareberg gerealiseerd. Immers, de stroom pelgrims blijft groeien.
In 1794 wordt de kapel vernield door Franse soldaten. In 1831 wordt de kapel eigendom van de kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw van Pamele. In het begin van de 19e eeuw wordt de kapel geheel geplunderd, maar het beeldje is op tijd in veiligheid gebracht.
Op 11 september 1892 is er de kroning van het Mariabeeld van “Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare” door Antoon Stillemans (1832-1916), bisschop van Gent (1890-1916).
In 1961 brandt de kapel af, die in 1570 is gebouwd. In de periode 1963-1966 wordt de huidige kapel gebouwd. De architect is Juliaan Lampens (1926-2019), die een eigen bouwstijl ontwikkelt, met grote blokachtige structuren van ruw gewapend beton. De nieuwe kapel is herleid tot een elementaire bouw. Later zijn zitbanken en glasramen geplaatst.
In 1991 is het oorspronkelijke Mariabeeldje gerestaureerd.
Sinds 2009 is de kapel een beschermd monument.
In 2012 worden betonrot en achterstallig onderhoud geconstateerd in de kapel. Hierdoor wordt het gebouwd ondersteund om instorting te voorkomen. In 2020 worden de stutten verwijderd, omdat het risico beperkt is door enige restauratiewerken uit te voeren.
BEDEVAARTSOORD
Het bedevaartsoord heet Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare en ligt in een klein, rustig terrein op de Edelareberg. De kapel bestaat uit ruw, gewapend beton en glas. De muren zijn kaal en niet geschilderd. Hier is soberheid nadrukkelijk aanwezig.
Het oorspronkelijke Mariabeeldje is 30 cm hoog en gepolychromeerd. Maria toont een jeugdig, verfijnd gelaat, heeft een mysterieuze glimlach, een hoog voorhoofd, kleine neus, afgelijnde ogen, dunne wenkbrauwen en dit volgens het schoonheidsideaal van de 15e eeuw. Zij draagt met beide handen haar Kindje, het “Soete Jesuskind” tegen de borst. Het Kind is in een witte doek gewikkeld, maar het hoofdje is verdwenen. Het beeldje is laatgotisch en komt uit de periode 1400-1440. Dit volgens een onderzoek van de Dienst van het Nationaal Kunstpatrimonium te Brussel in 1991. Het beeldje is beschermd in een vernikkeld beeld. Hier is dus een beeldje in een beeltenis te zien. Van het binnenste beeldje is alleen het hoofdje van Maria zichtbaar. Het schrijn dat het beeldje omvat is uit 1763 en gemaakt door de Oudenaardse zilversmid. In de maand mei is het Mariabeeldje zichtbaar en in de overige maanden is het in een schrijn geplaatst.
In de kapel is en kerselaartje geplaatst, dat in de eerste helft van de 16e eeuw is gemaakt.
In de kapel is een krokodil geplaatst. Deze heeft betrekking op een legende. Het verhaal … De baron van Pamele, Joos de Joigny (+1555) is op weg naar Jeruzalem. Onderweg wordt hij aangevallen door een krokodil. De baron roept Maria aan en hij overwint de aanval van het gevaarlijke dier en weet het beest te doden. Hij neemt de krokodil mee naar huis en geeft het dier als geschenk aan de kapel. De baron doet dit om Onze-Lieve-Vrouw dank te bewijzen voor de redding. Verder laat hij zijn zoon, Jacob de Joigny, in 1570 de kapel uitbreiden; vanwege de vele bezoekers is er behoefte aan meer ruimte. Door tegenwerking door opstandige protestanten is de kapel pas in 1614 gereed. Later is de krokodil door een houten exemplaar vervangen.
Kerselare kent twee ommegangen, namelijk een korte met de Zeven Smarten van Maria en een langere van 3 km met 15 kapelletjes.
Jaarlijks is er een autowijding op Hemelvaartsdag en deze plechtigheid bestaat sinds 1953. Het is de drukst bezochte autowijding van Vlaanderen.
Het aantal bezoekers aan het bedevaartsoord bedraagt per jaar ongeveer 50.000. De kapel is elke dag toegankelijk.
BEREIKBAARHEID
Kerselare behoort tot Edelare, een deelgemeente van Oudenaarde. Het bedevaartsoord ligt op de Edelareberg aan de weg van Oudenaarde naar Brakel.
Adres: Edelareberg 42, Oudenaarde.
Op www.parochie-oudenaarde.be en www.kerselare.be is meer info te vinden.
BELEVING
De betonnen kapel van Kerselare ligt op de Edelareberg en ziet er heel speciaal uit door de constructie. Een kapel met een dergelijke bouw is voor mij heel opvallend.
Lang sta ik stil bij het schrijn met het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw. ook zie ik een schilderij met Marie Anne Elisabeth Alexandrine Louise de Buck (1850-1859); dit schilderstuk met het jong gestorven kind is een ex voto uit 1854, toen het meisje 4 jaar was. Zo’n verlies grijpt me aan.

In de kapel, bij het altaar, staat een groot Mariabeeld in witte steen, uit 1970, dat is gemaakt door Jos De Decker (1912-2000). Ik maak er een foto van. Het beeld raakt me zo dat het later de omslag siert van de uitgave “Gedachten aan Maria”.
Aan de achterzijde van de kapel zie ik pakkende woorden tegen de betonnen gevel staan: “Ik ben dan pas waardevol als je gebed mij draagt”.

Achter de kapel valt me een aangrijpende piëta op. Deze is gemaakt in blauwe hardsteen door Albertus (Bert) Servaes (1909-1994).
Tijdens het bezoek aan Kerselare verneem ik dat er zowel een een gebed, als een lied tot Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare zijn. De componist is Norbert Rosseau (1907-1975), die in 1951 een bewerking maakt op de melodie “Maria van den Kerselaar”. Hij componeert het oratorium Maria van den Kerselaar op tekst van Gery Helderenberg, pseudoniem van priester Hubert Buyle (1891-1979). Later wordt suikerbakker Rosseau gezien als een van de grootste componisten uit de 20e eeuw. Het bedevaartsoord Kerselare heeft bezoekers zoveel te vertellen …
Geplaatst: 23 oktober 2022
~~~
KORTENBOS
GESCHIEDENIS
De officiële naam van het kerkgebouw is “Basiliek van Maria Tenhemelopneming”. De Bedevaartskerk is dan ook toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Er wordt ook gesproken van “Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos” en Zij is de patrones van Limburg.
De kerk is gebouwd in de jaren 1641-1648.
De kerk wordt bediend door de Norbertijnen van de Abdij van Averbode. Het ontwerp van het gebouw is van de franciscaan Nicolaas Ray. De bouw heeft in een woelige periode plaatsgevonden, want in de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) woedde er een hevige strijd tussen katholieken en protestanten.
De kerk is meermaals uitgebreid, namelijk in 1655-1665, 1698-1725 en 1925. Het gebouw is een eenbeukige, barokke kruiskerk, opgetrokken uit bakstenen. Echter, aan de bouw en uitbreidingen van de kerk zijn bijzondere gebeurtenissen voorafgegaan, want het gaat om een veelbesproken beeldje …
In de basiliek van Kortenbos wordt een Mariabeeld vereerd. In 1636 plaatst de weduwe Elisabeth van Oeteren een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw in een eik om reizigers te beschermen tegen struikrovers. Dit beeldje had zij gekregen van pater Franciscus Menjoey en dit vanwege haar vele schenkingen. In 1639 wordt bij de boom een kapel gebouwd en deze wordt genoemd “Onze-Lieve-Vrouw ten Nachtegaal bij den Kortenbos”. Er wordt gesproken over tientallen wonderen en het aantal bezoekers aan de kapel neemt gestaag toe. Door deze grote toeloop wordt een kerk gebouwd.
Het hoofdaltaar van 1710 is gemaakt van gemarmerd hout door de Vlaamse houtsnijder Pieter Scheemaeckers (1640-1714). Ook de twee zijaltaren zijn van gemarmerd hout. Het schilderij “Heilige Norbertus bij Onze-Lieve-Vrouw” van Gaspar de Crayer (1584-1669) uit 1662 staat centraal op het altaar. De basiliek telt monumentale biechtstoelen en deze dateren uit de 17e eeuw. Ook de preekstoel komt uit deze periode.
In 1837 heeft de adellijke bisschop van Luik, jonkheer Théodore Alexis Joseph de Montpellier (1807-1879), bisschop van 1852 tot in 1879, “Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos” uitgeroepen tot patrones van Limburg.
In 1898 is het Mariabeeld gekroond en dit na goedkeuring van Paus Leo XIII, paus van 1878 tot in 1903.
In 1936 is de bedevaartkerk verheven tot basiliek. De titel “basilica minor” is verleend door paus Pius XI, die paus is van 1922 tot in 1939.
In de periode 1991-1996 is de basiliek gerestaureerd.
BEDEVAARTSOORD
De basiliek trekt de aandacht van elke bezoeker aan Kortenbos. Het indrukwekkende gebouw is in de hele omgeving duidelijk zichtbaar. Voor bezoekers staat in de basiliek het Mariabeeld centraal. Jaarlijks komen er vele duizenden naar de basiliek om het Mariabeeld eer te bewijzen.
Vanwege de aandacht van Maria voor gebrekkige en lijdende mensen wordt Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos door pelgrims aangeroepen tot heil en behouden van de kranken (zieken), ofwel “Salus Infirmorum”.
De bedevaartgangers komen er niet alleen om troost en kracht te ontvangen voor hun lijden, maar ook om hun land niet meer in oorlog te laten komen.
In de maand mei worden vele activiteiten georganiseerd, als processies en bedevaarten. Daarnaast worden in de basiliek ook concerten gehouden.
BEREIKBAARHEID
De “Basiliek van Maria Tenhemelopneming” staat in de Basiliekstraat 7 in Kortenbos, dat behoort tot de gemeente Sint-Truiden. Kortenbos ligt in de provincie Limburg.
Actuele informatie is te verkrijgen via de webstek
www.alken.be/product/1546/parochiale-kerkdiensten—kortenbos
BELEVING
De basiliek is voor mij een indrukwekkend gebouw en dit niet alleen het exterieur, maar ook vanbinnen is het een juweel in het Limburgse land. Wat zijn de glas-in-loodramen veelzeggend over de geschiedenis van Kortenbos.
Als ik een rondgang door de basiliek maak, valt me de inventaris op. Wat kent de basiliek veel kunstuitingen uit de 17e eeuw. Ik kom bij het Mariabeeld en daar is het vol bewondering bij de Moeder Gods staan en wordt het bidden tot Haar. Het vereerde beeldje stelt de Moeder Gods voor in staande houding. Met de rechterarm ondersteunt Zij haar Kindje en met de linkerhand houdt Zij een voetje van haar Zoon vast. Het beeldje is gepolychromeerd en is bijna 20 centimeter hoog. De kleine Jezus heeft in de rechterhand een appel vast en de linkerhand rust op de borst van zijn Moeder.
In de basiliek lees ik de tekst van het “Noveen gebed tot Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos”:
“Gedenk,
Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos,
de onuitsprekelijke macht,
die uw dodelijke Zoon
u gegeven heeft
op zijn aanbiddelijk Hart.
Vol vertrouwen op uw goedheid
komen wij uw bescherming afsmeken.
Hemelse schatmeesteres
van Jezus’ Hart,
dat gij naar welgevallen kunt openen,
om de mensen te laten delen
in Zijn liefde en barmhartigheid.
Verleen ons,
wij smeken u,
de gunsten die wij verzoeken…
Neen,
we kunnen niet afgewezen worden,
omdat gij onze Moeder zijt.
Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos
verhoor ons gebed.
Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos,
behoudenis der kranken,
bid voor ons.”
Hieronder staat:
“Door dit gebed te bidden
deel je in de gebeden
van de broederschap
van O.-L.-Vrouw van Kortenbos.”
Geplaatst: 22 april 2021
~~~
LEBBEKE
GESCHIEDENIS
Vermoedelijk is al in de 8e eeuw Onze-Lieve-Vrouw vereerd in Lebbeke. Nog vóór de invallen van de Noormannen in de 9e eeuw is er een kerk. Deze behoort tot de Gentse Sint-Baafsabdij en is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Geboorte. De titel Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke dateert uit de 10e eeuw of eerder.
De geschiedenis van Lebbeke gaat ver terug in de tijd, want al in 1003 wordt de plaats “Lietbeka” genoemd in een Charter van keizer Heinrich II (973-1024).
Een legende verhaalt …
De kerk is gebouwd door tussenkomst van Onze-Lieve-Vrouw. Na een grote vlasoogst heeft Maria met een zijden draad de plaats en de afmetingen van de kerk bepaald. Later kiest Zij ook de steen voor de opbouw van de kerk.
De stichters van de kerk zijn de “Twaalf geslachten”, de bezitters van de 12 omwalde hoeven. Deze 12 personen krijgen in 1108 van bisschop Odo van Kamerijk (1060-1113) de toestemming de kerk te bouwen.
In 1377 is al een processie ter ere van Maria gehouden.
In de 14e eeuwig er de oprichting van de Confrérie van Onze-Lieve-Vrouw. In 2010 krijgt de broederschap een herstart.
Bij het vernieuwen van de kerkvloer in 1850-1852 en ook bij de aanleg van verwarming in 1972 zijn de fundamenten van een oude, romaanse kerk gevonden. Rond 1470, in 1562 en 1642 is de kerk uitgebreid.
Na het uitbreken van de Beeldenstorm in 1566 wordt de kerk geplunderd en ernstig beschadigd. Ook gaan administratie, archief en interieur verloren.
Er is een, later gekleurde, gravure uit ±1655 van Pieter II De Jode (1606-1674) met het opschrift “Vertroostersse der Bedruckte bidt voor ons”. “Waerachtich afbeldtsel van het beldt van O.L.V. binnen de Miraculeuze Kercke der Prochie Van Lebbeke”.
In 1660 is een nieuw Onze-Lieve-Vrouwealtaar gemaakt van gepolychromeerd hout in renaissancestijl naar een ontwerp van Leo van Heil (1605-±1661).
De huidige toren opgetrokken in 1674.
In 1679 is het huidige hoogaltaar gerealiseerd door de Antwerpse beeldhouwer Pieter Verbruggen de Oude (1615-1686).
In de periode 1712-1718 krijgt de voorgevel van de kerk het huidig aanzicht.
In 1722 zijn in de kerk 17 medaillons aangebracht, die verwijzen naar de legende. Deze zijn door onder andere Michiel Heylbroeck (1665-1733) vervaardigd.
Glas-in-loodramen zijn gemaakt door het bedrijf Ladon uit Gent in de jaren 1902-1904. De grote ramen stellen fragmenten voor uit het leven van Onze-Lieve-Vrouw.
Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke, Troosteres der Bedrukten, is op 10 mei 1908 gekroond door monseigneur Antoon Stillemans (1832-1916), bisschop van Gent (1890-1916). Dit is gebeurd na goedkeuring van paus Pius X (paus 1903-1914).
In 1942 is de parochiekerk als monument beschermd.
Restauraties van de kerk hebben meermaals plaatsgevonden, namelijk in de perioden 1846-1848, 1894-1896, 1950-1960 en 2003-2004.
De kerk van Onze-Lieve-Vrouw Geboorte is een gebouw dat deels gotisch en deels barok als stijlen heeft. De kerk is ruim 45 m lang, 22 m breed en 52 m hoog.
BEDEVAARTSOORD
Lebbeke is de oudste mariale bedevaartplaats van het bisdom Gent, want uit een akte van 1512 blijkt dat de vieringen als mis en lof ter ere van Onze-Lieve-Vrouw Geboorte al in de 15e eeuw zijn gehouden.
De voorgevel van de kerk behoort tot mooiste van het land.
Het beeld van “Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke, Troosteres der Bedrukten” dateert uit de 16e eeuw en is gemaakt van gepolychromeerd kerseboomhout. De barokke beeltenis staat in de centrale nis van het houten Onze-Lieve-Vrouwe-altaar. Dit is in het noordelijk zijaltaar, dat ook een ommegang kent. Hier vlakbij is de Sint-Annakapel met de jonge Maria en haar ouders Anna en Joachim.
Het zuidelijk zijaltaar uit 1740 is vervaardigd door Willem Ignatius Kerricx (1682-1745), met beelden van keizer Constantijn en de Heilige Helena van Constantinopel
Een bijzonder schilderwerk is “Onze-Lieve-Vrouw met Kind en engel”. Het schilderij van de Vlaamse School is uit de periode 1700-1750. In de kerk hangt ook een groot schilderij van “de opdracht van Jezus in de Tempel” uit 1792.
Uit dankbaarheid zijn 17 kinderportretten van vooraanstaande families opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke. De schilderijen dateren uit de periode 1705 en later.
Naast de kerk is het park gelegen van Zeven Smarten van Maria. Het is in 1933 aangelegd en in 1998 gerestaureerd.

BEREIKBAARHEID
De Onze-Lieve-Vrouw Geboortekerk ligt in het centrum van Lebbeke.
Adres: Grote Plaats, 9280 Lebbeke.
Op www.parochiebuggenhoutlebbeke.be is actuele info te vinden.
BELEVING
Het is zondag en iets voor 11.00 uur betreed ik de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte. Hier wordt Maria vereerd als “Troosteres der Bedrukten”. Ben hier juist op tijd om de eucharistieviering bij te wonen.
Na de viering maak ik een rondgang in de kerk. Allereerst ga ik naar het bekende en veel vereerde Mariabeeld in het linker zijaltaar. Wat is dit een mooi beeld! Hier is het bidden en Maria danken dat ik Haar hier mag komen bezoeken. Vervolgens steek ik enkele kaarsen aan.
In de kerk hangen ook enkele vaandels, die in processies zijn meegegaan.
Schitterend zijn de grote glas-in-loodramen, die vertellen over het leven van Maria.
Dan ga ik verder rond in de kerk. Wat is hier veel te zien! De gipsen staties van de kruisweg komen bij me over als indrukwekkend en meer dan prachtig. Ik laat me vertellen dat deze in 1908 zijn gemaakt door Aloïs De Beule (1861-1935). Wat langer sta ik stil bij de ex-voto-schilderijen van kinderen die aan Onze-Lieve-Vrouw zijn opgedragen. Deze verzameling is één van de oudst bewaarde ex-voto-portretten in België.
In de zuidelijke zijbeuk zie ik 17 medaillons van de legende van de bouw van de kerk. Deze zijn gemaakt door Corneille De Smet (1742-1815). Ook breng ik een bezoek aan de Sint-Annakapel.
In de noordelijke zijbeuk bewonder ik eikenhouten panelen met medaillons, die de 15 geheimen van de rozenkrans verbeelden. Het werk is uit 1754 van Philippe Alexander Nijs (1724-1805). Het bezoeken van deze kerk geeft goed gevoel en dat neem ik mee naar huis.
Geplaatst: 12 juli 2022
~~~
MEERSEL-DREEF

GESCHIEDENIS
In 1686 wordt beslist om in Meersel een katholieke ontmoetingsplaats te beginnen. De beoogde grond behoort aan gravin Maria Gabriëlla de Lalaing. Zij is de echtgenote van Rijngraaf van Salm, tevens graaf van Hoogstraten. Er komt een akkoord en de gravin zet op schrift dat de Kapucijnen op haar grondgebied een klooster mogen stichten. Dit is het begin van Meersel-Dreef. In 1687 wordt met de bouw gestart. Vanaf dat jaar vereren de Kapucijnen er Maria. Ook komt er een lange dreef van zo’n 1100 meter. Aan de ene kant van de dreef worden een klooster en kerk gebouwd en aan de andere zijde wordt een park ontwikkeld.
Voor de realisatie van gebouwen en park is veel geld nodig. De invloedrijke Jan de Wyse wil een deel van zijn vermogen aanwenden om de plannen uit te laten voeren. Jan de Wyse en zijn vrouw liggen begraven in de kerk. De grafsteen ligt in het middenpad van de kerk.
In 1797 worden de paters uit het klooster verjaagd door de Franse bezetter. Na de Franse overheersing komen er Trappisten in het klooster. Pas in 1864 komen de Kapucijnen terug in Meersel-Dreef.
De Mariagrot kent een bijzonder ontstaan. Pater Rutte van Meerle gaat naar Indië, waar de Kapucijnen een missiepost hebben. Tijdens zijn reis steekt er een hevige storm op in de Middellandse Zee. De pater bidt tot Maria en doet de belofte een grot ter ere van Haar op te richten, als de reizigers behouden aan land komen. Deze belofte krijgt in Meersel-Dreef gestalte in 1895.

Het Mariapark verandert in de loop van de tijd. Zo is in 2019 de kapel van Sint-Franciscus vernieuwd. Ook is het beeld van de Heilige Franciscus van Assisi, die leefde van 1181 tot in 1226, geboetseerd door de geboren Gentenaar Johannes Vlerick (1956). Ook is in 2019 een Franciscus-labyrint aangelegd het uitgestrekte Mariapark.
BEDEVAARTSOORD
Meersel-Dreef is de meest noordelijke plaats in België en het Maria-oord ligt in een prachtige omgeving. Het Mariapark is niet alleen rijk aan beelden, maar ook aan natuurschoon.
Meersel-Dreef wordt genoemd “het Lourdes van de Noorderkempen”. Het is het meest noordelijke dorp van België. De bezoekers aan Meersel-Dreef zijn veelal Vlamingen. Ook komen er talrijke Nederlanders, waaronder de meesten Brabander zijn.
Het Mariapark omvat niet allen de grote grot, maar ook is er aandacht voor onder meer Pater Pio, Gertrudis van Nijvel, Godelieve, Apollonia en Theresia van Lisieux.
Naast de grot, ontvangen vooral de kapellen van de zeven smarten van Maria en de kapel van Franciscus, heel wat bezoek. De kruisweg geeft de beelden in het wit. Het Mariapark biedt ook plaats aan een kerkhof voor Kapucijners.

Tegenover het Mariapark bevindt zich naast het klooster de taverne De Zevenster, waar pelgrims nog wat nagenieten van hun verblijf in het Mariapark en de kloosterkapel.
BEREIKBAARHEID
Meersel-Dreef ligt ten zuiden van Breda, net over de grens van België en Nederland. Via de snelweg A17 – E19 van Breda naar Antwerpen is het de afslag Meer nemen. Wat verder rijden en de aankomst in het rustiek gelegen Meersel-Dreef is bereikt.
Adres: Heieinde 30, B 2328 Meersel-Dreef.
Voor meer informatie is de webstek “www.meersel-dreef.be” te bezoeken.
BELEVING
Ik ga naar Meersel-Dreef en na een uurtje rijden met de auto sta ik voor het Mariapark. Binnen enkele minuten ben ik bij de grot. Het lijkt wel, dat ik in het Zuid-Franse Lourdes ben. Wat is de Lourdesgrot een indrukwekkend bouwwerk van zo’n 15 meter breed en wel 10 meter hoog! Nu begrijp ik dat het hier wordt genoemd “het Lourdes van de Noorderkempen”. Zoals bij elk Mariabezoek steek ik een kaarsje aan en dank Haar voor het mooie van deze dag en dat ik hier weer mag komen. Ik verneem dat voor de bouw van de Lourdesgrot grote rotsblokken zijn gebruikt.
Meermaals per jaar verblijf ik hier voor enkele uren, zo ook op de Pater Pio-dag in de tweede helft van de maand augustus. Ongetwijfeld trekt de dag ter ere van de Italiaanse heilige de meeste bezoekers per jaar. Dan zijn alle zitplaatsen voor de grot bezet en staan er vele mensen. Dit betekent ongeveer 1300 belangstellenden om de eucharistieviering bij te wonen en vervolgens het Mariapark te bezoeken of de inwendige mens te versterken.
Opvallend vind ik wel, dat Meersel-Dreef op dezelfde dag is bevrijd van de Duitse bezetter als mijn stad Bergen op Zoom, namelijk 27 oktober 1944. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt in beide plaatsen een belofte aan Maria gedaan. Als de plaats blijft gespaard van groot oorlogsgeweld komt er in Meersel-Dreef een Rozenkransommegang. In mijn plaats Bergen op Zoom is dat de Maria Ommegang.
Het Mariapark is voor mij bij uitstek de gelegenheid om in stilte te wandelen met gedachten aan Maria.

Geplaatst 8 oktober 2019
Laatst gewijzigd 26 september 2022
~~~
MORESNET – CHAPELLE
GESCHIEDENIS
In politiek opzicht heeft Moresnet een bewogen periode achter de rug. Als Neutraal Moresnet is het een onverdeeld, klein gebied met een oppervlakte van 344 hectare. Dit duurt van 1816 tot 1920. Na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo vormt het gebied, met een belangrijke zinkmijn, een twistpunt tussen Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden. Hierdoor werd het een neutraal gebied. Met ingang van 10 januari 1920 treedt het op 28 juni 1919 gesloten Verdrag van Versailles in werking, waardoor Neutraal Moresnet, “Het Onverdeelde Gebied van Moresnet”, aan België is toegewezen. In de turbulente tijden vinden Duitse, franciscanessen een veilig thuis in Moresnet.
Op verzoek van de zieke, 9-jarige Peter Arnold Frank (1741-1801) brengt Katharina Klein een Mariabeeldje uit Aken mee. Katharina schenkt Peter Arnold het beeldje. Elke dag bidt hij thuis voor het genadebeeld. Echter, de epileptische aanvallen verdwijnen niet. In 1750 brengt hij het Mariabeeldje naar een naburig bos. Hij timmert een houten huisje en zet het beeldje erin bij een kleine eik. De jongen bidt vurig bij het boompje en hij wordt bevrijd van de aanvallen van epilepsie. Dit nieuws verspreidt zich snel en vele mensen gaan Maria bij de kleine eik vereren.

Peter Arnold Frank verbergt het genadebeeld in een kist als de Franse troepen in Moresnet komen. Na de Franse overheersing blijkt de kist leeg te zijn; het beeldje staat al op de vertrouwde plaats bij de eik.

Aan het einde van de 18e eeuw is er meermaals een besmettelijke veeziekte. Vele boerengezinnen komen naar het genadebeeld om te bidden en Maria om hulp te vragen. In 1797 komen pelgrims in zeer grote getale in processie naar Moresnet. De belangstellenden worden steeds omvangrijker in aantal. In 1823 wordt een stenen kapel gebouwd om aan de toevloed van bedevaartgangers tegemoet te komen. In 1831 wordt de kapel uitgebreid, omdat steeds meer pelgrims naar het genadebeeld komen om het te vereren. Een kluizenaar gaat zorgdragen voor de bedevaartgangers en zijn kluis staat naast het huidige klooster.
Door de “Kulturkampf”; de strijd tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de staat Pruisen wordt het franciscanessenklooster in Aken opgeheven. Hierdoor komen de franciscanessen naar Moresnet om er een onderkomen te vinden. Dit gebeurt in 1875 op initiatief van Franziska Schervier, de stichteres van de Arme Zusters van de Heilige Franciscus.
De kapel wordt te klein voor de ontvangst van de vele bedevaartgangers en deze wordt in 1879 afgebroken. Op dezelfde plaats komt een groter godshuis en dat is de huidige kerk aan de Rue de la Chapelle.
In 1895 vat Johannes de Ruiter, de latere praeses van het Mariabedevaartsoord, het plan op om naast de genadekapel een kruisweg op te richten. Vervolgens worden gronden gekocht en geruild. Hierdoor wordt een voldoend groot terrein verworven van zo’n 3,5 hectare. In 1898 wordt met het bouwen van de kruisweg gestart. Er worden stenen gekapt op de plaats waar de kruisweg komt. Met deze stenen zijn de omgevingsmuren van de kruisweg en deze van de kloostertuin gebouwd. De gewelven van de staties zijn gemaakt met stenen uit Vaals. Allereerst is de 12e statie met de grot verwezenlijkt. Het is de kruisingingsgroep met Jezus, Maria, Johannes en Maria-Magdalena. De creatie is van beeldhouwer Lambert Piedboeuf uit Aken. In 1899 is er een tekort aan financiële middelen en kan de kruisweg niet geheel worden gerealiseerd. Een paar jaar later is er weer voortgang en in 1902 is de nog niet geheel afgebouwde kruisweg ingewijd. Een jaar later is de 12e statie vergroot en uitgebreid met de Honderdman en twee misdadigers. In 1904 zijn alle staties gereed. De meeste statieafbeeldingen hebben de afmetingen van zo’n anderhalve meter hoogte en zijn ruim een meter breed.
Een nieuwe genadekapel is in 1991 gebouwd. Op 2 februari 1991 (feestdag van Maria-Lichtmis) is de eerste steen gelegd van de Mariakapel. Op 8 september van dat jaar (feestdag van Maria-Geboorte) is de kapel ingezegend. In 1992 is het genadebeeld naar de nieuwe kapel gebracht. Het beeld is afkomstig uit Aken.
BEDEVAARTSOORD
In het mariale bedevaartsoord Moresnet-Chapelle staat het genadebeeld “Maria, hulp der Christenen”. Het patroonsfeest is op 24 mei. Dit beeld wordt ook “Eichschen” of “Eikschen” genoemd, omdat het ooit tegen de stam van een eik heeft gestaan.
De bedevaartkerk is 35 meter lang en 12 meter breed. De gewelfribben komen in het midden bijeen in een sluitsteen met de letter “M” van Maria. Op het verhoogde priesterkoor is het hoogaltaar gemaakt. Hierboven staan Maria en Johannes onder het kruis.
Aan de zijwanden van de kapel zijn marmeren votieftafels bevestigd. In het middenpad ligt een steen en het mozaïekwerk maakt duidelijk dat hier de eik met het genadebeeld heeft gestaan van 1750 tot 1823.
De in 1991 gebouwde en in 1992 ingerichte, nieuwe genadekapel kent nissen waar kaarsen branden. In het midden van het genade-altaar staat in een schrijn het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Moresnet. Het 24 centimeter hoge beeldje is uit het jaar 1750 en is van terracotta gemaakt.
Zeker het bezoeken waard is ook de kruisweg met heel mooie, indrukwekkende staties. Achter de 12e statie is het kloosterkerkhof aangelegd. Hier ligt ook de initiatiefnemer van de kruisweg, pater Johannes de Ruiter.
BEREIKBAARHEID
Moresnet-Chapelle ligt net onder de Nederlands/Duitse grens in België, vlak onder het Drielandenpunt van het Limburgse Vaals. Moresnet-Chapelle is gelegen aan de weg van Vaals naar Kelmis.
Adres: Franciscanenklooster Moresnet, Place Arnold Frank 1, B-4850 Moresnet.
Webstek: www.moresnet-chapelle.com en hier is de nodige info te lezen.
BELEVING
In de genadekapel, naast het altaar, zie ik twee kleurige vensters. Het ene stelt voor de Annunciatie, Maria Boodschap, en het andere de Kroning van Maria. Het uit het Duitse Aken afkomstige genadebeeld staat schitterend in een schrijn in het midden van het altaar. Maria en de kleine Jezus dragen een kleine stralenkroon. Op liefdevolle wijze houdt Maria de rechterhand van Jezus vast. Onder het genadebeeld zie ik een afbeelding van de kleine eik met het genadebeeld. Zo is het begonnen … Ook de diepgelovige Peter Arnold Frank is er uitgebeeld. Verder zijn twee koeien te zien en deze dieren herinneren aan de ernstige veeziekten, welke veel schade hebben toegebracht aan de boerenfamilies. Dan zie ik afbeeldingen uit het leven van Maria. Wat is dit een bijzonder veelzeggende genadekapel!
Op de hoek van de Foyer Jean Arnolds staat een Banneux-beeld van Maria. Banneux ligt hier ook niet zo ver vandaan.
In Moresnet-Chapelle maakt de kruisweg heel veel indruk op mij. Ik vind de staties allemaal echte kunstwerken. Het is toch wel een groot cadeau dat alle gelden voor staties schenkingen zijn. Langdurig sta ik bij elk onderdeel van de kruisweg stil en vraag me af of er een uitgebeelde lijdensweg is welke deze van Moresnet-Chapelle overtreft. Het totaal van de staties lijkt voor mij een verblijf in een reusachtige kathedraal met een imponerende kruisweg. Bijzonder typerend vind ik de keuze om elke afbeelding in een grot te verwerken met een traliewerk als afscheiding. In elk kunstwerk zijn symbolen verwerkt. Doordat de staties langs een wat gebogen route liggen, is er telkens een verrassing de volgende lijdenshalte op te merken. Bij de 11e statie “Jezus wordt aan het kruis genageld”, zie ik in het traliewerk verwijzingen naar de wonderen van Jezus. Ook de letters IHS (Jezus Hominum Salvator) zijn erin verwerkt.
De 12e statie ligt op een aangelegde heuvel en deze dwingt mij tot wat langer stilstaan. Het is de hoogst gelegen plaats van de gehele kruisweg. Hier is de grot breder dan bij de andere bouwwerken. Voor de grot is een stenen altaar en hier kan een eucharistieviering plaatsvinden. Op imposante wijze staat hoog boven de grot de kruisigingsgroep afgebeeld. Drie kruisen; voor twee misdadigers en Jezus in het midden. Daarbij vier beeldhouwwerken van Maria, Maria Magdalena, Johannes en de Honderdman. Maria staat er triestig bij met opgerichte, gevouwen handen. Deze kruisweg doet mij de lijdensweg van Jezus en Maria intens voelen.

In de winkel vol met devotionalia, achter de kerk, zie ik vele voorwerpen liggen, zoals boekjes, prenten, rozenkransen en meer. Ineens valt mijn oog op een boekje met als titel “Moresnet Le Calvaire”. Dit souveniralbum bevat een serie beelden van de kruisweg. De foto’s zijn in zwart/wit en vlak na de vervollediging van de kruisweg gemaakt. Door het zien van de foto’s raak ik opnieuw gefascineerd door de berg met vele staties. Het is een echte Kruisberg van het lijden van Jezus.
Het bezoek aan Moresnet-Chapelle is meer dan het bezoeken waard.
Geplaatst: 7 mei 2020.
Laatst gewijzigd: 20 mei 2022
~~~
OOSTAKKER – LOURDES
GESCHIEDENIS
In 1873 laat de markiezin Marie-Thérèse de Courtebourne – de Nédouchel, die op het nabij gelegen kasteel Slotendries woont, een grot bouwen. Deze grot komt er ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Omwonenden krijgen van haar toelating de grot te bezoeken.
Op 7 april 1875 gebeurt er een wonder bij de Lourdesgrot; Pieter De Rudder uit Jabbeke geneest op miraculeuze wijze van een open beenbreuk. Hierdoor komt een grote toeloop naar de grot op gang. Immers, mensen realiseren zich dan dat zij niet naar het verre Lourdes in het zuiden van Frankrijk hoeven te gaan om genezen te worden.

Door de gestage toename van het aantal bedevaartgangers wordt een kerk naast de grot gebouwd. Het ontwerp is van architect Emile Van Hoecke-Peeters. Het gebouw is in neogotische stijl opgetrokken en wordt in 1877 ingezegend. Het interieur is pas gereed in 1888. In 1924, bij de viering van het 50-jarig bestaan van de grot, wordt de kerk verheven tot basiliek door paus Pius XI. De basiliek is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis. Het Mariabeeld, dat vooraan in de basiliek staat, is gekroond in opdracht van paus Leo XIII.

BEDEVAARTSOORD
De hoog torende basiliek is het dominante gebouw op het terrein van Oostakker-Lourdes. Achterin de basiliek is informatie te vinden over de op wonderbaarlijke wijze genezen Pieter De Rudder.
Boven de hoofdingang van de basiliek is een groot reliëf uit 1904 bevestigd. Het is gemaakt door de Antwerpse beeldhouwer Jan Gerrits. In het midden staat Maria Onbevlekt Ontvangen, want deze kerk is aan Haar toegewijd. Maria wordt geflankeerd door twee pausen. Links van Haar is het paus Pius IX met een afbeelding van Lourdes op de achtergrond en rechts is het paus Pius X met achter zich een silhouet van Oostakker.

In de voorhal van de basiliek zijn de muren bijna geheel bezet met marmeren ex voto’s. Hier zijn vele dankbetuigingen aan Maria te zien.
Vervolgens is de basiliek te betreden. Het wat duister interieur is geheel beschilderd en op de gewelven zijn sterren gedecoreerd.
Een beeld van Bernadette staat ook in dit grote godshuis en wel in de Bernadettekapel. In 1958, ter gelegenheid van het eeuwfeest van de verschijningen in het Franse Lourdes, is een nieuw beeld van Bernadette geplaatst. Het is gekapt uit wit marmer uit het Italiaanse Carrara en staat op een sokkel. De maker is beeldhouwer Bert Servaes. In de basiliek bevindt zich een reliek van de Heilige Bernadette, evenals een steen uit de grot van Lourdes.
Vooraan in de basiliek staat het grote, gekroonde beeld van Maria Onbevlekt Ontvangen. De retabel boven het hoofdaltaar stelt drie grotten voor, namelijk de grot van de geboorte van Jezus, de grot van de verrijzenis van Jezus en de Grot van Lourdes.

In de basiliek is een kruisweg te volgen met veelzeggende taferelen over het lijden van Jezus. In de torens is een beiaard met 49 klokken. In 1954 zijn deze gebogen kegels met klepels gemaakt door Klokkengieterij Michiels.

De grot is een opvallend lichtbaken door de vele brandende kaarsen. Bij de ingang wordt, door twee botten, verwezen naar de wonderbaarlijke genezing van Pieter De Rudder. Maria is goed zichtbaar aanwezig en voor de grot zijn meer dan 300 onoverdekte zitplaatsen..

In het domein zijn twee ommegangen aangelegd. De ene ommegang is voor de Zeven Smarten van Maria en de andere bidweg gaat over de vijftien mysteries van de rozenkrans. Voor devotionalia is er een winkel naast de grot. Beelden, kaarten, kaarsen en nog andere religieuze voorwerpen zijn er verkrijgbaar.
Naast de basiliek bevindt zich het restaurant “Hotel De Lourdes”. Sinds 1876 bestaat dit etablissement, waar veel mensen komen na het bezoek aan Maria.
De basiliek en de grot zijn het gehele jaar geopend.
In de 21e eeuw komen gemiddeld 300.000 bezoekers per jaar naar Oostakker-Lourdes.

BEREIKBAARHEID
Oostakker is een deelgemeente van Gent en ligt nabij het havengebied op de rechteroever van het Kanaal Gent-Terneuzen. Op de autoweg van Antwerpen naar Gent (A14) is het de afslag Destelbergen nemen, de R4 volgen, daarna is het volgen van de John Kennedylaan (N 424), Henri Farmanstraat, Motorstraat en Lourdesstraat. Oostakker is ook via de A11 bereikbaar.
Adres: Oostakker-Lourdes, Onze-Lieve-Vrouwdreef 12, 9041 Oostakker.
Meer info is op www.basiliekoostakker.be te verkrijgen.
BELEVING
Als ik in Oostakker-Lourdes aankom en de Onze-Lieve-Vrouwdreef bereik, ga ik eerst naar de grot. Bij de ingang van de grot doet een plaat me herinneren aan de miraculeuze genezing van Pieter De Rudder. Wat heeft, na dit wonderbaarlijk voorval, het bezoek aan deze grot een grote vlucht genomen. Hier ben ik bij de meest bekende replica van de Grot van Lourdes! Wat branden hier veel kaarsen! In de grot bid ik tot Maria en dank haar voor de voorspoedige reis.

Als ik de grot verlaat, vallen me heel veel bordjes met dankbetuigingen op. Hieruit blijkt dat aan Maria veel dank is geuit voor een genezing, geslaagd examen, mooie liefde, goed gevoel en meer.

Vervolgens bezoek ik de basiliek. In deze grote ruimte maakt het gekroonde Mariabeeld op mij de grootste indruk. Wat verlicht dit beeld de basiliek! Ook nu bid ik in stilte.
Daarna zet ik mijn ronde in dit kerkgebouw voort en kom bij het beeld van Bernadette. Mijn gedachten gaan naar haar en de verhalen over haar leven in Lourdes, Bartrès en Nevers komen in me op. Ook bid ik hier en mijn woorden gaan over haar sterke wil om mensen te helpen.

Na het bezoek aan de basiliek ga ik naar de ommegangen van de Zeven Smarten van Maria en die van de geheimen van de rozenkrans. Tot besluit kom ik in de winkel met devotionalia. Wat is er veel uitgestald. Ik besluit wat mee te nemen voor een vriend en vriendin.
Geplaatst 17 maart 2020
~~~
SCHERPENHEUVEL
GESCHIEDENIS
Het Mariabeeld staat centraal in de eeuwenoude historie van legenden en waar gebeurde verhalen. Oorspronkelijk is, nabij Zichem, het genadebeeld aan een eik bevestigd. Rond 1200 komen bij de boom de eerste pelgrims. In 1314 vermeldt Lodewijk van Veltem (±1260-±1317), Brabantse geestelijke en schrijver, de eik met het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw. Sinds 1400 zijn er wonderbaarlijke genezingen opgetekend. In 1483 wordt de plaatsnaam Scherpenheuvel voor het eerst vermeld. De oudste vermelding van de eik en een Mariabeeldje te Scherpenheuvel is uit 1604.

In 1514 vindt er een heel opmerkelijke gebeurtenis plaats. De legende, die van generatie op generatie is doorverteld, verhaalt, dat een herder uit Zichem het op de grond liggende Mariabeeldje wil oprapen en meenemen. Echter, als de man het beeldje in de hand neemt, blijft hij stokstijf staan. Hij kan zich niet meer bewegen. Enige uren later wordt de man gevonden. Het beeldje wordt uit zijn handen genomen en terug aan de eik bevestigd. Vanaf dat ogenblik kan de herder zich weer bewegen. Dit wordt gezien als een teken dat er een kapel met het beeldje moet komen. Het is de geschiedschrijver Philips Numan (±1550-1617), die in de uitgave “Historie van de Miraculen”, de legende van de herder heeft vermeld. Rond 1580, tijdens de Calvinistische overheersing, verdwijnt de beeltenis van Maria.

In 1587 wordt door Agnes Frederix een nieuw Mariabeeld geschonken. Door inwoners van Zichem wordt dit beeld bevestigd aan een oude eikenboom op de Scherpenheuvel. Echter, de boom wordt gekapt in 1603 of 1604 en op deze plaats wordt een kleine, houten kapel gebouwd. Vervolgens wordt het beeld naar Zichem gebracht. Wellicht is dit gebeurd om een eind te maken aan de bijgelovige praktijken bij de eik. Dan vindt er een hoogst merkwaardige gebeurtenis plaats, want het in Zichem staande beeld begint spontaan te bloeden. Dit is aanleiding voor hertog Albrecht en zijn gemalin Isabella, die regeren over de Habsburgse Nederlanden van 1598 tot 1621, een stenen kapel te laten bouwen op de Scherpenheuvel. In 1604 vervangt een stenen kapel het kleine, houten gebouwtje.
In 1607 begint de hofarchitect van de aartshertogen, Wenceslas Cobergher, met het ontwerpen van het huidige kerkgebouw. Het wordt de eerste barokkerk van de Nederlanden. In 1609 wordt door de aartshertogen Albrecht en Isabella de eerste steen gelegd. In 1627 wordt de kerk ingewijd door aartsbisschop Jacobus Boonen. Hierbij is ook de aartshertogin Isabella aanwezig. Het gebouw is een creatie uit de tijd van de contrareformatie. Door het bijzondere kerkgebouw wordt de bedevaartsplaats bekender en dit ook in het buitenland. Het gebouw is de oudste koepelkerk van België en Nederland. Genadeoord Scherpenheuvel wordt gezien als een opvallende, symbolische daad van de katholieke vernieuwing, welke is gestart met het Concilie van Trente (1545-1563).

In november 1629 wordt de basis gelegd voor een traditie, welke tot heden voortduurt. Op de eerste zondag na Allerheiligen wordt een kaarskensprocessie gehouden. De deelnemers aan de stoet en aanwezige belangstellenden hebben lichtjes in de hand en zij trekken met het Mariabeeld rond de basiliek.
Op 25 augustus 1872 heeft paus Pius IX het Mariabeeld laten kronen door kardinaal Deschamps. Dit kroningsfeest wordt om de 25 jaar herdacht en na 1997 is dit weer in 2022.

In 1922 heeft de kerk de titel basiliek ontvangen en ook dit heeft ervoor gezorgd dat er nog meer mensen op bedevaart naar Scherpenheuvel komen. De behoefte ontstaat aan een grote, overdekte ruimte om vieringen te houden, waarbij velen aanwezig kunnen zijn. Het gevolg is de bouw van de Mariahal, achter de basiliek, in 1972. Hier zijn 3500 zitplaatsen. Het daar staande eikenhouten Mariabeeld “Maria Moeder Gods” is in 1980 gebeeldhouwd door Elisabeth Schaffrath.
In 1980 is de basiliek verrijkt met 49 klokken. De beiaard is gemaakt door de firma Clock-O-Matic uit Herent en de klokken zijn gegoten door het Franse bedrijf Paccard.
Het onthaalcentrum “De Pelgrim” ondergaat in september 2021 een naamsverandering en wordt vanaf dan genoemd “Huis van Maria”. Deze naam legt nadrukkelijk de relatie met de basiliek, namelijk door gastvrijheid uit te dragen. Een ieder is welkom in het “Huis van Maria”.
Op 28 augustus 2022, 150 jaar na de kroning van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Jezus in 1872, komen er twee nieuwe kroontjes. Deze zijn gemaakt van ontvangen juwelen van pelgrims te Scherpenheuvel. Goudsmid Lies Wambacq heeft de kroontjes vervaardigd, evenals een nieuwe scepter voor Maria.

Scherpenheuvel is de drukst bezochte bedevaartsplaats van België. In de 21e eeuw komen er gemiddeld per jaar ongeveer 800.000 bezoekers.
BEDEVAARTSOORD

In de nissen bij de entree van de basiliek staat aan weerszijden een aartsengel, namelijk Michaël met een vlammend zwaard en Gabriël met een lelierank.
Het miraculeuze beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel staat centraal in de basiliek. Het beeld bevindt zich met het zilveren tabernakel, waar het Allerheiligste wordt bewaard, in het onderste deel van het hoofdaltaar. Het zilveren schrijn, waarin het genadebeeld is geplaatst, dateert uit de 19e eeuw. Het hoofdaltaar staat op dezelfde plaats waar ooit de befaamde eik heeft gestaan.

Het bovenste deel van het hoofdaltaar laat de nagebouwde eik zien, waaraan tot 1602 het genadebeeld heeft gehangen. Links van de boom is de Heilige Philippus van Neri afgebeeld, hij is de stichter van het eerste oratorium te Rome. In Scherpenheuvel is de eerste congregatie, buiten Italië, van het oratorium van de Heilige Filippus Neri gesticht. Rechts staat de beeltenis van paus Gregorius de Grote. Op zijn feestdag van 12 maart is in 1624 het gebedshuis van Scherpenheuvel gebouwd.

De nissen in de basiliek bieden plaats aan beelden van zes profeten, namelijk Mozes, Jesaja, Ezechiël, Daniël, Jeremia en David.
Het orgel van de basiliek is in 1782 gebouwd door de firma Van Peteghem. In 1959 is het vergroot door het bedrijf d’Hondt.
In de nissen rond de basiliek zijn zeven altaren aangebracht, elke met bas-reliëfs zijn versierd. De beeldwerken gaan steeds over een smart of vreugde van Maria.

Achter de basiliek bevindt zich de imposante Mariahal. Hier worden vieringen gehouden met veel bedevaartgangers. Naast de basiliek is een bijzonder diepe waterput te zien. Een kruisweg is aangelegd rondom het domein.
Een bijzondere gebeurtenis is de jaarlijkse Kaarskensprocessie. Deze processie dateert al uit 1629 en vindt plaats in de middag van de eerste zondag na Allerheiligen.
Het bedevaartsoord Scherpenheuvel kenmerkt zich door authentieke volksdevotie; duizenden pelgrims komen er per week op bezoek, het aantal aangestoken kaarsen is niet te tellen, honderden fietsen en auto’s worden jaarlijks gezegend en in de directe nabijheid zijn cafés, restaurants en winkels.
BEREIKBAARHEID
Op de autobaan van Antwerpen naar Luik (A13, E313) is het afslag 23 nemen bij Geel-West. Vervolgens de N19 opgaan richting Veerle en Diest. Bij Diest de N10 nemen en deze leidt naar Scherpenheuvel.
Vanuit Brussel/Leuven is het de A2/E314 volgen richting Bekkevoort en de afslag Scherpenheuvel nemen.
Adres: Mariabedevaartsoord Scherpenheuvel, Isabellaplein 1, 3270 Scherpenheuvel.
Meer info is op www.scherpenheuvel.be te vinden.
BELEVING

Van ver zie ik de onafgebouwde klokkentorens van de bedevaartkerk. Het lijken wel de torens van David en Salomon. Bij het naderen van Scherpenheuvel merk ik de koepel van de basiliek op.
Als ik in de basiliek aankom, ben ik meteen geraakt door het hoofdaltaar, met Maria en de nagebouwde eik. De geschiedenis van Scherpenheuvel komt in me op. Wat een beeldje aan een eik teweeg kan brengen … Het meest fascineert me het gekroonde genadebeeld. Maria en Jezus hebben in 2022 nieuwe kronen gekregen en Maria tevens een nieuwe scepter.
In de basiliek zie ik een van de voor mij mooiste kunstwerken, namelijk het schilderij van Theodoor van Loon, genaamd “De tenhemelopneming van Maria”. Maria wordt door naakte kinderfiguurtjes, putti genoemd, naar de hemel gebracht. Daar wachten uitbundig musicerende engelen haar op, terwijl apostelen vanaf de aarde toekijken. Op het schilderij is ook het geopende graf te zien, evenals een korf met bloemen.
Ook zijn schilderijen te bewonderen van “De ontmoeting bij de Gulden Poort van Anna en Joachim” en “De Visitatie”. Wat raken deze kunstwerken mij! Ik zie ook andere schilderijen, zoals van “De Annunciatie”, “De geboorte van Maria”, “De opdracht van Maria in de tempel” , “De opdracht van Jezus in de tempel” en “De rouwende Moeder”. Wat een werken van Theodoor van Loon!

Ik verlaat de basiliek, maak een ronde en kom achter de basiliek bij de Mariahal, waar ik al enkele keren een eucharistieviering met vele anderen heb mogen bijwonen. Vervolgens ga ik naar de achterzijde van het domein. Hier heerst rust, ook al zijn er heel wat bedevaartgangers aanwezig.
Daarna wandel ik naar de waterput. Ik kijk erin. Wat een diepte! Hoeveel bezoekers zouden er al in deze put hebben gekeken?

Tegenover de basiliek zijn er heel wat stalletjes met devotionalia, winkels, cafés en restaurants. Ik koop enkele noveenkaarsen voor vrienden en mezelf. Vervolgens ga ik naar het onthaalcentrum “De Pelgrim” aan de Isabellastraat 15a. Dit is een uitgelezen gelegenheid om wat thee te drinken en de indrukken van mijn bezoek te verwerken.
Na een uurtje ga ik terug naar de basiliek om er een eucharistieviering bij te wonen. Ook nu dank ik Maria voor de bijzonder mooie dag, welke ik hier heb mogen ervaren.

Aan het het eind van de viering wordt het gebed van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel hardop uitgesproken:
Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel
Moeder van God en onze moeder
vol vertrouwen bidden wij tot U:
schenk ons iets van uw geloof
en leer ons dienstbaar zijn
aan de mensen.
Help onze zieken
en allen wier hart
door leed getekend is.
Laat geluk en liefde
wonen in onze familie;
zegen allen die ons dierbaar zijn,
en blijf ook mij nabij
met uw bescherming.
Onze-Lieve-Vrouw
van Scherpenheuvel,
bid voor ons.
Na de eucharistieviering maak ik nog een ronde in de basiliek en vindt ik een bidprentje met een tekst over “Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel”. Ik neem enkele exemplaren mee voor vrienden met een grote devotie voor Maria. Daarna verlaat ik de basiliek. Het is tijd om naar huis te gaan. Met gedachten aan de beleving in het Jeruzalem van de Lage Landen verlaat ik Scherpenheuvel. Wat voel ik me een rijk mens.

Geplaatst: 19 maart 2020
Laatst gewijzigd: 3 maart 2023
~~~
TONGRE-NOTRE-DAME
GESCHIEDENIS
De bedevaartplaats Tongre-Notre-Dame kent een ver verleden …
Het is 1 februari 1081 om 11.00 uur in de avond. Inwoners van het gehucht Tongre zien een wonder gebeuren. Zij horen muziek, zien licht en een witte wolk, waarop engelen een beeld met Maria en Kind naar de kasteeltuin van Heer Hector (1039) brengen. De dorpelingen waarschuwen Heer Hector, waartoe de tuin behoort. De andere dag neemt de pastoor het Mariabeeld uit de kasteeltuin en in processie gaat het naar de kerk van het naburige Tongre-Saint-Martin. Echter, in de ochtend van 3 februari is het beeld terug in de tuin van Heer Hector. Dit gebeurt driemaal achtereen! Vervolgens wordt besloten het beeld in de kasteeltuin te laten staan. Heer Hector vertelt de miraculeuze gebeurtenissen aan Gerard II, bisschop van Kamerijk (1076-1092). De bisschop laat de mysterieuze feiten onderzoeken door vier afgevaardigden van het bisdom. De miraculeuze voorvallen van de drie verplaatsingen van het beeld worden als bovennatuurlijk gezien. Op basis hiervan erkent de bisschop op 17 februari 1081 de voorvallen en mag het beeld waren vereerd. De bisschop sticht de Onze-Lieve-Vrouwe Ommegang, die nog steeds bestaat en wordt gehouden op 1 februari. Vervolgens wordt een kapel gebouwd op de plaats van de verschijning in de tuin van Heer Hector. Op 27 maart 1081 is de eerste, houten kapel gebouwd in Tongre-Notre-Dame. Het beeld wordt in de kapel geplaatst en ontvangt de naam Onze-Lieve-Vrouw van Tongre. Het beeld van de zittende Maria met Kind op de schoot is gemaakt door een atelier in de stad Sint-Niklaas uit het Waasland. Experts schatten dat het beeld rond 1050 is vervaardigd.
Heer Hector is geboren in ±1039. In 1077 wordt hij ziek en verliest het licht in de ogen. Als het beeld in 1081 in de kasteeltuin komt, is hij blind en ongeveer 42 jaar. Op een nacht komt een engel hem waarschuwen zich gereed te houden om de wapens op te nemen voor de koning van Frankrijk, Filips I, die met zijn troepen vlakbij verblijft, namelijk tussen Rijsel en Doornik. Hector weet niet wat hij precies met het bevel moet doen. Hij blijft wakker, omdat de order is te strijden met Filips I tegen familie van hem in Vlaanderen. Op 24 juni 1090, vóór de veldslag, bidt Heer Hector tot Onze-Lieve-Vrouw van Tongre en hij krijgt het zicht in de ogen terug.
In 1093 wordt de Broederschap (Confrérie) van Onze-Lieve-Vrouw van Tongre opgericht en dit na goedkeuring door paus Urbanus II, paus van 1088 tot in 1099. Op verzoek van de toenmalige pastoor Damien Bourlart komt er een akte in 1524, die is ondertekend door 15 kardinalen. Deze verklaring bevestigt de Broederschap en kent aan de leden voorrechten toe, als aflaten; kwijtscheldingen van tijdelijke straffen.
Door de groei van het aantal pelgrims wordt de kapel te klein en in 1224 wordt deze vervangen door een kerk.
In 1642 worden de miraculeuze gebeurtenissen uit 1081 en de daarna voorgevallen wonderen opgeschreven door pastoor Georges Huart. In 1662 wordt van alle feiten een boek uitgebracht “de verwonderlijke geschiedenis van Onze-Lieve-Vrouw van Tongre met zes belangrijkste wonderen”. De bedevaartplaats wordt hierdoor nog meer bekend. In Tongre-Notre-Dame zijn vele wonderen gebeurd, waaronder: een stom meisje kan ineens spreken, een dood kind herleeft, een dode vrouw herleeft na het baren van een kind, een kind verdwaalt in het bos en wordt gevoed door Maria en de plaatsen Ath en Valenciennes worden van de pest bevrijd.
In 1777 wordt de huidige, barokke kerk gebouwd volgens het plan van J.F. Demarbaix. Deze wordt gebouwd op de funderingen van de vorige, gesloopte kerk. De kerk is het derde gebouw op deze plaats in Tongre-Notre-Dame. Het hoofdaltaar komt uit Ath en dateert van 1739.
In de tweede helft van de 19e eeuw is het interieur van de kerk veranderd. Antwerpenaar Pierre Peeters (1841-1925) maakt de hoge plafonds, kruiswegstaties, eiken beelden, koorstoelen en communiebank. Tot andere stukken van de bijzondere kerkinventaris behoren de altaartafel, die dateert uit 1845 en het tabernakel dat van 1861 is.
Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Tongre wordt gekroond op 8 september 1881 door Isidore-Joseph du Rousseaux, bisschop van Tournai (1880-1897) en dit door een apostolische brief uit van paus Leo XIII (1880-1903).
In 1951 wordt de kerk tot basiliek verheven door paus Pius XII, paus van 1939 tot in 1958. De Onze-Lieve-Vrouwe-basiliek in Tongre-Notre-Dame is de kleinste van België met een lengte van 60 meter en breedte van 20 meter.
In 1968 wordt het origineel Mariabeeld uit ±1050 gerestaureerd en op een geheime plaats bewaard. In de basiliek staat dan een kopie. In 1994 komt het authentieke beeld terug in de basiliek, nadat voorzorgsmaatregelen tegen vernieling en diefstal zijn getroffen.
Sinds 2015 is in de basiliek een reliek van botten (ex ossibus) aanwezig van de Maria-bewonderaar Karl Franz Jozef von Habsburg-Lotharingen (1887-1922). Hij is keizer Karl I van Oostenrijk (1916-1918), koning Karl IV van Hongarije (1916-1918), koning Karl III van Bohemen (1916-1918) en koning Charles IV van Kroatië-Slavonië (1916-1918).
In 2020 is het Mariabeeld geclassificeerd als een “schat van de Federatie Wallonië-Brussel”.
In de loop van de eeuwen komen hooggeplaatste personen, als koningen en koninginnen naar de kerk op bedevaart, met hieronder Filips I van Frankrijk (1052-1108) en Marie Henriëtte, koningin van de Belgen (1836-1902). Deze en andere bezoekers schenken gouden voorwerpen en kleding voor het Mariabeeld.
Onze-Lieve-Vrouw van Tongre is de patroonheilige van dichters, schrijvers, studenten en ontwrichte gezinnen, die de “Zetel van Wijsheid” aanroepen.
BEDEVAARTSOORD
In de avond van 1 februari en op 2 februari wordt het jaarfeest van Onze-Lieve-Vrouw van Tongre gevierd. Immers, op 1 februari 1081 heeft Heer Hector in de kasteeltuin het Mariabeeld met Kind van engelen ontvangen. Op 1 februari is er in de avond een vesper, sacramentsaanbidding, verschijningsherdenking, zegening van kaarsen en een processie met fakkeloptocht en wordt het beeld meegedragen. Een dag later, de dag van Maria-Lichtmis, zijn er ook plechtigheden, als eucharistieviering en rozenkransgebed.
Een tweede hoogtepunt van het jaar in Tongre-Notre-Dame is op de laatste zondag van september. Ook dan is er een processie.
Het Mariabeeld is een voorstelling van de zittende Madonna met de kleine Jezus. Het oude beeld van rond 1050 is gesneden van hout van een perenboom. Het beeld is meer een uiting van Byzantijnse dan van Romaanse kunst. Het beeld staat op het altaar in de linker zijbeuk.
In de basiliek hangt een drieluik uit 1600. Het is een geschenk van een Antwerpse begijn. De taferelen zijn uit het leven van Onze-Lieve-vrouw, namelijk de presentatie van Maria in de tempel, de geboorte van Jezus en de presentatie van Jezus in de tempel.
De lambrisering van de basiliek geeft de hoogtepunten uit de geschiedenis van Tongre-Notre-Dame.
In het bedevaartsoord wordt Onze-Lieve-Vrouw gezien als de “liefdevolle Moeder” en Zij is de patroonheilige van dichters, schrijvers, studenten en ontwrichte gezinnen.
Elke dag is de basiliek geopend om bezoekende pelgrims te ontvangen.
BEREIKBAARHEID
Tongre-Notre-Dame ligt in de Belgische provincie Henegouwen en is een deel van de gemeente Chièvres, dat is gesitueerd nabij Ath.
De basiliek staat aan het Kerkplein (Parvis) Notre-Dame de Tongre, B 7951 Tongre-Notre-Dame.
Op www.tongre-notre-dame.be is actuele informatie te vinden.
BELEVING
Het kunnen bezoeken van de basiliek ervaar ik als een mooi geschenk. Het Mariabeeld heeft niet alleen vele eeuwen bewondering gekend, maar is ook een juweel van zo’n 1000 jaar geschiedenis.
De glas-in-loodramen laten taferelen zien van de historie van Tongre-Notre-Dame, waaronder het door engelen brengen van het beeld. Ook zijn er ramen die wonderen verbeelden, als een moeder die haar kind vindt, bevrijding van twee ter dood veroordeelden, inwoners die tegen de pest worden beschermd en een meisje dat van verlamming geneest. Ook is er een raam met de kroning van het Mariabeeld.
Het houtwerk in de basiliek is wonderbaarlijk mooi. Wat een vakmanschap. Ook de preekstoel is schitterend; deze wordt gedragen door de Heilige Familie, die op de vlucht is naar Egypte.
Achterin de basiliek liggen posters van de feestelijkheden op 1 en 2 februari en een informatieblad over de geschiedenis van de bedevaartplaats. Een blaadje met de tekst van het gebed tot Onze-Lieve-Vrouw van Tongre ligt ook klaar voor bezoekers. Het is gemaakt door Jean Huard (1928-2002), bisschop van Doornik (1977-2002) op 17 augustus 1995. Een deel van het gebed luidt:
“Vanaf het kruisigingsuur op Goede Vrijdag
bent u de moeder van God en onze moeder.
Wij prijzen en wij danken u
om ons te verwelkomen in Tongre
zowel op dagen van angst als van vreugde.
En wij bidden u voor de families
beproefd door scheiding, werkloosheid en ziekte.”
Geplaatst 1 maart 2022
~~~
ZUTENDAAL
GESCHIEDENIS
De streek rond Zutendaal is al zo’n 5.000 jaar voor Christus bewoond.
In de 7e eeuw zijn de bewoners van Zutendaal en omstreken bekeerd tot het christendom. Dit gebeurt door de Heilige Landrada (±620-690) en zijn volgelingen van het klooster te Munsterbilzen. De heersers van het Graafschap Loon, waartoe Zutendaal behoort, benoemen priesters voor de gelovigen. Van 1304 doet dit de abt van de Abdij van Averbode. Tot 1831 bedienen de norbertijnen van Averbode de parochie Zutendaal.
De eerste kerk te Zutendaal is lang geleden gebouwd, namelijk in de 11e eeuw. Een legende vertelt dat Maria de plaats van de kerk heeft aangewezen. Een andere kerk komt in de 14e eeuw en hiervoor zorgen de paters van Averbode. Deze kerk heeft dan ook een fundament van eeuwen. Van de huidige kerk zijn middenbeuk en toren uit de 14e eeuw.
In 1361 wordt het Graafschap Loon, waaronder Zutendaal valt, ingelijfd door het Prinsdom Luik. In deze eeuwen heeft Zutendaal onder andere de naam “Zutenbroeck”. In de 15e eeuw ontvangt de plaats een nieuwe naam, namelijk “Sutendael”, dat later Zutendaal wordt. Dit is de huidige naam en betekent “zoete dal”.
Het Mariabeeld te Zutendaal is uit de 16e eeuw en is gemaakt van gepolychromeerd eikenhout. Onze-Lieve-Vrouw is afgebeeld met op de linkerarm de kleine Jezus en in de rechterhand een druiventros. Deze tros is het symbool van overvloed. Door deze weelde toont Maria aan, dat haar Kind vol leven en genade is.
Van bedevaarten en processies naar Zutendaal wordt melding gemaakt in 1537. Ernstig misdrijf is er in 1598, als door benden de kerk geheel afbrandt. In de 17e eeuw nemen pelgrimstochten toe, zo bewijst een bedevaartvaantje uit 1669. In die periode wordt melding gemaakt van wonderbaarlijke genezingen door de interventie van Maria.
De bedevaarten en processies eindigen abrupt door de Franse Revolutie (1789-1799), waardoor het in het openbaar belijden van geloof niet is toegestaan. Het openbaar leven is dan geheel aan de geestelijkheid onttrokken. Pas in 1888 komen er weer bedevaarten naar Zutendaal.
Op 10 maart 1893 is opgericht de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Zutendaal. Deze organisatie beoogt onder meer de leden onder bijzondere bescherming van Maria te stellen, hen aan te moedigen naar het voorbeeld van Maria te leven en de erediensten tot Maria te bevorderen.
In de jaren 1896-1897 is de kerk hersteld en vergroot. Op 24 december 1900 is de kerk ingezegend door Victor-Joseph Doutreloux (1837-1901), bisschop van Luik (1875-1901). De kerk wordt toegewijd aan “Maria-Ten-Hemel-Opneming”.
In 1935 wordt de kerk geclassificeerd als monument.
Tot 1965 is de kerk omgeven door het kerkhof. Nu zijn rond de kerk nog oude grafstenen zichtbaar.
Op 25 maart 1987, de dag van Maria-Boodschap, heeft Joseph-Maria Heuschen (1915-2002), de eerste bisschop van Hasselt (1967-1989), “Onze-Lieve-Vrouw, Heil der Kranken” uitgeroepen tot patrones van de geneeskunde en dan specifiek de heelkunde, alsook van de zwaar zieken, die voor een ingrijpende operatie staan en hun naasten, die de zieken bijstaan.
BEDEVAARTSOORD
Zutendaal is een internationaal bekende bedevaartplaats van Onze-Lieve-Vrouw, Heil der Kranken. Door veel natuurschoon is Zutendaal en omgeving geliefd bij vele bezoekers.
Het genadebeeld heeft een centrale plaats in de kerk, die middenin het dorp staat. Maria heeft in de linkerarm Jezus vast, die een open boek in de handen heeft. In de rechterhand heeft Zij een druiventros. In het mooie gebouw hangt een opvallend schilderij van Gaspar de Crayer (1584-1669), namelijk “Maria ten Hemel opgenomen”. De glas-in-loodramen zijn gemaakt door Auguste Stalins (1839-1906) en Alfons Janssens (1836-1915) uit Antwerpen. De kleurrijke afbeeldingen tonen de boodschap van de engel Gabriël aan Maria, de geboorte van Jezus en de tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw. Boven de middenbeuk zijn 19e eeuwse muurschilderingen aangebracht en hiervan hebben de taferelen betrekking op de Mariadevotie.
Rond de kerk zijn nog enkele oude grafstenen te zien van het voormalige kerkhof.
Slechts enkele keren per jaar verlaat het Mariabeeld de kerk. Dit gebeurt op 15 augustus voor de processie na de eucharistieviering en in het begin en einde van de meimaand.
De eerste dag van de maand mei staat in het teken van de grote ziekendag en dan is het druk in de bedevaartplaats. Dit geldt ook voor 15 augustus met viering en processie.
Naast de kerk is het Mariapark een bezoek waard.
BEREIKBAARHEID
Zutendaal ligt in het noordoosten van België, middenin de provincie Limburg en enkele kilometers ten oosten van Genk. De Onze-Lieve-Vrouwekerk ligt aan de Dorpsstraat, 3690 Zutendaal
Voor meer info is het mailadres “3823@kerknet.be” te gebruiken.
BELEVING
Op 15 augustus ben ik in Zutendaal en ga naar het Mariapark, want daar begint om 9.30 uur de eucharistieviering. Als de mis aanvangt zijn zowat alle 600 stoelen bezet. Tijdens de viering in het park is het zitten en staan onder de beschutting van hoge bomen. Dan wordt ook het lied van Onze-Lieve-Vrouw van Zutendaal gezongen. Het refrein wordt door alle aanwezigen meegezongen en luidt:
“Wie Haar bemint, bemint Zij tegen,
verleent Haar zoetsten Moederzegen
aan allemaal te Zutendaal
aan allemaal te Zutendaal.”
Na de viering begint de processie. Vaandel, vlaggen, Heilig Sacrament, genadebeeld en enkele honderden gelovigen gaan biddend en zingend mee in de stoet, die door enkele straten van het dorp trekt. Tijdens de route valt het me op, dat bewoners een beeldje van Maria voor het raam, in de tuin of bij de voordeur hebben geplaatst. De rondgang eindigt voor de kerk en daar vindt een korte, afsluitende plechtigheid plaats. Hierna is er voor eenieder een drankje. Vervolgens ga ik de kerk in en kom in de kapel van het oude Mariabeeldje. Hier steek ik enkele kaarsen aan en gedachten gaan naar goede vrienden.
In de kerk bewonder ik het eikenhouten genadebeeld van “Onze-Lieve-Vrouw, Heil der Kranken”. Ik verneem dat sinds de restauratie in 1900 het beeld afwisselend is te zien met kleding en in polychroom eikenhout, dat de oorspronkelijke gedaante weergeeft.
Het schilderij van Gaspar de Crayer geeft het stijgen naar de hemel van Maria weer, terwijl starende apostelen het gadeslaan en nu ook ik in stilte vol bewondering …

Tot besluit ga ik nog een keer de kerk rond en zie een prentje met een mooie tekst. Het begin geeft de woorden: “Onze-Lieve-Vrouw van Zutendaal “Heil der Kranken. Heilige Maria, Moeder van Gods Zoon en Moeder van de mensen, sinds eeuwen wordt U hier vereerd als Heil der Kranken.”
Het bezoek aan Zutendaal is een weldaad voor het leven.
Geplaatst: 22 augustus 2022
~~~