MORESNET – CHAPELLE
GESCHIEDENIS
In politiek opzicht heeft Moresnet een bewogen periode achter de rug. Als Neutraal Moresnet is het een onverdeeld, klein gebied met een oppervlakte van 344 hectare. Dit duurt van 1816 tot 1920. Na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo vormt het gebied, met een belangrijke zinkmijn, een twistpunt tussen Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden. Hierdoor werd het een neutraal gebied. Met ingang van 10 januari 1920 treedt het op 28 juni 1919 gesloten Verdrag van Versailles in werking, waardoor Neutraal Moresnet, “Het Onverdeelde Gebied van Moresnet”, aan België is toegewezen. In de turbulente tijden vinden Duitse, franciscanessen een veilig thuis in Moresnet.
In 1747 is Peter Arnold Frank (1741-1801) zes jaar. Hij is de 6e uit een gezin van 7 kinderen. De jongen verstopt zich in een schuur, omdat de grond trilt door een aardbeving. Hij is heel angstig en beeft voortdurend. Sindsdien blijft hij epileptische aanvallen krijgen en hij geneest hier niet van. In 1750 verzoekt de zieke Peter Arnold Frank Katharina Klein een Mariabeeldje uit Aken mee te brengen. Katharina schenkt Peter Arnold het beeldje. Elke dag bidt hij thuis voor het genadebeeld. Echter, de epileptische aanvallen verdwijnen niet. Wat later in 1750 brengt hij het Mariabeeldje naar een naburig bos. Hij timmert een houten huisje en zet het beeldje erin bij een kleine eik. De jongen bidt vurig bij het boompje en hij wordt bevrijd van de aanvallen van epilepsie. Dit nieuws verspreidt zich snel en vele mensen gaan Maria bij de kleine eik vereren.
Peter Arnold Frank verbergt het genadebeeld in een kist als de Franse troepen in Moresnet komen. Na de Franse overheersing blijkt de kist leeg te zijn; het beeldje staat al op de vertrouwde plaats bij de eik.
Aan het einde van de 18e eeuw is er meermaals een besmettelijke veeziekte. Vele boerengezinnen komen naar het genadebeeld om te bidden en Maria om hulp te vragen. Voor de bevolking is de veeziekte een ramp, omdat de mensen leven van de veeteelt. In 1771 gaan leden van boerenfamilies met Peter Arnold Frank naar het beeldje van Maria in de eik en bidden daar veel. Vervolgens verdwijnt de veeziekte. Hierdoor raakt de beeltenis bij de eik nog meer bekend.
In het begin van de Franse Revolutie (1789-1799) worden het uiten van het geloof sterk aan banden gelegd. Bedevaarten naar Moresnet vinden niet plaats. Dit is definitief gedaan als Napoleon Bonaparte (1789-1821) de rust terugbrengt in 1799.
In 1797 is er opnieuw een besmettelijke veeziekte en ook deze verdwijnt na veel te bidden bij het beeldje van Maria. Hierna komen pelgrims in zeer grote getale in processie naar Moresnet. De bedevaarten nemen weer toe nadat Napoleon Bonaparte in Frankrijk aan de macht komt en de vrijheid aan mensen geeft hun geloof te belijden.
Moresnet ontstaat als een apart landje in 1816 na de val van Napoleon, want er worden nieuwe landsgrenzen vastgesteld tussen Pruisen (nu Duitsland) en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (het huidige Nederland en België). Dit zorgt voor onenigheid, omdat de landsgrens door een belangrijke zinkgroeve loopt. Het besluit is dan dat die vindplaats (Vieille-Montagne) aan geen van de beide landen toebehoort en wordt een nieuwe, neutrale natie gesticht, namelijk Moresnet. Officieel is dit vastgelegd op 26 juni 1816 door het ondertekenen van het (grens-) Traktaat van Aken. Moresnet is dan een apart land in de periode 1816-1920. Vanaf 1920, na de Eerste Wereldoorlog als nieuwe grenzen worden vastgesteld, maakt het deel uit van de Belgische provincie Luik.
De belangstelling voor het beeldje in Moresnet wordt steeds omvangrijker. Een plan voor een stenen kapel wordt gemaakt. De bouw begint als de derde besmettelijke veeziekte is verdwenen. In 1823 wordt de kapel gebouwd om aan de toevloed van bedevaartgangers tegemoet te komen. In deze kapel komt het beeldje te staan.
In 1829 wordt de eerste, grote processie gehouden.
In 1831 wordt de Mariaverering in de kapel toegestaan door het Belgische, kerkelijk gezag. De kapel uitgebreid, omdat steeds meer pelgrims naar het genadebeeld komen om het te vereren. In 1831 wordt de kapel ingezegend. Een kluizenaar gaat zorgdragen voor de bedevaartgangers en zijn kluis staat naast het huidige klooster.
Door de “Kulturkampf”; de strijd tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de staat Pruisen wordt het franciscanessenklooster in Aken opgeheven. Hierdoor komen de franciscanessen naar Moresnet om er een onderkomen te vinden. Dit gebeurt in 1875 op initiatief van Franziska Schervier (1819-1876), de stichteres van de Congregatie van de Arme Zusters van de Heilige Franciscus in 1845. Op verzoek van Théodore Alexis Joseph de Montpellier (1807-1879), bisschop van Luik (1852-1879), gaan de paters franciscanessen de kapel beheren.
De kapel wordt te klein voor de ontvangst van de vele bedevaartgangers en deze wordt in 1879 afgebroken. Op dezelfde plaats komt een groter godshuis en dat is de huidige kerk aan de Rue de la Chapelle.
In 1895 vat Johannes de Ruiter, de latere praeses van het Mariabedevaartsoord, het plan op om naast de genadekapel een kruisweg op te richten. Vervolgens worden gronden gekocht en geruild. Hierdoor wordt een voldoend groot terrein verworven van zo’n 3,5 hectare. In 1898 wordt met het bouwen van de kruisweg gestart. Er worden stenen gekapt op de plaats waar de kruisweg komt. Met deze stenen zijn de omgevingsmuren van de kruisweg en deze van de kloostertuin gebouwd. De gewelven van de staties zijn gemaakt met stenen uit Vaals. Allereerst is de 12e statie met de grot verwezenlijkt. Het is de kruisingingsgroep met Jezus, Maria, Johannes en Maria-Magdalena. De creatie is van beeldhouwer Lambert Piedboeuf uit Aken. In 1899 is er een tekort aan financiële middelen en kan de kruisweg niet geheel worden gerealiseerd. Een paar jaar later is er weer voortgang en in 1902 is de nog niet geheel afgebouwde kruisweg ingewijd. Een jaar later is de 12e statie vergroot en uitgebreid met de Honderdman en twee misdadigers. In 1904 zijn alle staties gereed. De meeste statieafbeeldingen hebben de afmetingen van zo’n anderhalve meter hoogte en zijn ruim een meter breed.
Een nieuwe genadekapel is in 1991 gebouwd. Op 2 februari 1991 (feestdag van Maria-Lichtmis) is de eerste steen gelegd van de Mariakapel. Op 8 september van dat jaar (feestdag van Maria-Geboorte) is de kapel ingezegend. In 1992 is het genadebeeld naar de nieuwe kapel gebracht, rechts van de kerkruimte. Het beeld is afkomstig uit Aken.
BEDEVAARTSOORD
In het mariale bedevaartsoord Moresnet-Chapelle staat het genadebeeld “Maria, hulp der Christenen”, ook genoemd “Maria, toevlucht van de Christenen”. Het Mariabeeldje is uit 1750 en is gemakt van terracotta. Het is 24 cm hoog en heeft een kroontje op uit 1823.
Het patroonsfeest is op 24 mei. Dit beeld wordt ook “Eichschen” of “Eikschen” genoemd, omdat het ooit tegen de stam van een eik heeft gestaan. Het bedevaartsoord wordt ook genoemd Onze-Lieve-Vrouw van de Kleine Eijk, omdat het beeldje van Maria in een eik is geplaatst. Dit gebeurt door de jongen Peter Arnold Frank, die grote devotie heeft voor Maria.
De bedevaartkerk staat aan een doorgaande weg en is 35 meter lang en 12 meter breed. De gewelfribben komen in het midden bijeen in een sluitsteen met de letter “M” van Maria. Op het verhoogde priesterkoor is het hoogaltaar gemaakt. Hierboven staan Maria en Johannes onder het kruis.
In het midden van het schip is een inscriptie te zien, die aangeeft waar de oude eik heeft gestaan.
Aan de zijwanden van de kapel zijn marmeren votieftafels bevestigd. In het middenpad ligt een steen en het mozaïekwerk maakt duidelijk dat hier de eik met het genadebeeld heeft gestaan van 1750 tot 1823.
De in 1991 gebouwde en in 1992 ingerichte, nieuwe genadekapel kent nissen waar kaarsen branden. In het midden van het genade-altaar staat in een schrijn het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Moresnet. Het 24 centimeter hoge beeldje is uit het jaar 1750 en is van terracotta gemaakt.
Zeker het bezoeken waard is ook de kruisweg met heel mooie, indrukwekkende staties. De rondgang is gesitueerd naast de kerk en is gemaakt door de franciscanen en in het begin van de 20e eeuw gereed gekomen. Achter de 12e statie is het kloosterkerkhof aangelegd. Hier ligt ook de initiatiefnemer van de kruisweg, pater Johannes de Ruiter.
Het bedevaartsoord wordt vooral bezocht door Duitstaligen.
De kerk en de kapel zijn alle dagen geopend.
BEREIKBAARHEID
Moresnet-Chapelle ligt net onder de Nederlands/Duitse grens in België, vlak onder het Drielandenpunt van het Limburgse Vaals. Moresnet-Chapelle is gelegen aan de weg van Vaals naar Kelmis in het gehucht Eischen.
Adres: Franciscanenklooster Moresnet Onze-Lieve-Vrouw van Toevlucht , Place Arnold Frank 1, B-4850 Moresnet.
Webstek: www.moresnet-chapelle.com en hier is de nodige info te lezen.
BELEVING
In de genadekapel, naast het altaar, zie ik twee kleurige vensters. Het ene stelt voor de Annunciatie, Maria Boodschap, en het andere de Kroning van Maria. Het uit het Duitse Aken afkomstige genadebeeld staat schitterend in een schrijn in het midden van het altaar. Maria en de kleine Jezus dragen een kleine stralenkroon. Op liefdevolle wijze houdt Maria de rechterhand van Jezus vast. Onder het genadebeeld zie ik een afbeelding van de kleine eik met het genadebeeld. Zo is het begonnen … Ook de diepgelovige Peter Arnold Frank is er uitgebeeld. Verder zijn twee koeien te zien en deze dieren herinneren aan de ernstige veeziekten, welke veel schade hebben toegebracht aan de boerenfamilies. Dan zie ik afbeeldingen uit het leven van Maria. Wat is dit een bijzonder veelzeggende genadekapel!
Op de hoek van de Foyer Jean Arnolds staat een Banneux-beeld van Maria. Banneux ligt hier ook niet zo ver vandaan.
In Moresnet-Chapelle maakt de kruisweg heel veel indruk op mij. Ik vind de staties allemaal echte kunstwerken. Het is toch wel een groot cadeau dat alle gelden voor staties schenkingen zijn. Langdurig sta ik bij elk onderdeel van de kruisweg stil en vraag me af of er een uitgebeelde lijdensweg is welke deze van Moresnet-Chapelle overtreft. Het totaal van de staties lijkt voor mij een verblijf in een reusachtige kathedraal met een imponerende kruisweg. Bijzonder typerend vind ik de keuze om elke afbeelding in een grot te verwerken met een traliewerk als afscheiding. In elk kunstwerk zijn symbolen verwerkt. Doordat de staties langs een wat gebogen route liggen, is er telkens een verrassing de volgende lijdenshalte op te merken. Bij de 11e statie “Jezus wordt aan het kruis genageld”, zie ik in het traliewerk verwijzingen naar de wonderen van Jezus. Ook de letters IHS (Jezus Hominum Salvator) zijn erin verwerkt.
De 12e statie ligt op een aangelegde heuvel en deze dwingt mij tot wat langer stilstaan. Het is de hoogst gelegen plaats van de gehele kruisweg. Hier is de grot breder dan bij de andere bouwwerken. Voor de grot is een stenen altaar en hier kan een eucharistieviering plaatsvinden. Op imposante wijze staat hoog boven de grot de kruisigingsgroep afgebeeld. Drie kruisen; voor twee misdadigers en Jezus in het midden. Daarbij vier beeldhouwwerken van Maria, Maria Magdalena, Johannes en de Honderdman. Maria staat er triestig bij met opgerichte, gevouwen handen. Deze kruisweg doet mij de lijdensweg van Jezus en Maria intens voelen.
In de winkel vol met devotionalia, achter de kerk, zie ik vele voorwerpen liggen, zoals boekjes, prenten, rozenkransen en meer. Ineens valt mijn oog op een boekje met als titel “Moresnet Le Calvaire”. Dit souveniralbum bevat een serie beelden van de kruisweg. De foto’s zijn in zwart/wit en vlak na de vervollediging van de kruisweg gemaakt. Door het zien van de foto’s raak ik opnieuw gefascineerd door de berg met vele staties. Het is een echte Kruisberg van het lijden van Jezus.
Het bezoek aan Moresnet-Chapelle is meer dan het bezoeken waard.
Geplaatst: 7 mei 2020.
Laatst gewijzigd: 4 november 2024.
~~~