GESCHIEDENIS
Rond 1000 vóór Christus is de streek rond Mötz al bewoond. In de 12e eeuw wordt de plaats Mötz voor het eerst genoemd. Door de ligging aan de rivier Inn en handelswegen is de plaats een internationaal verkeersknooppunt.
Sinds 1740 staat het Mariabeeld bij de ingang van de grot die toegang geeft tot de mijnschacht. In dat jaar is er een wonderbaarlijke redding van de mijnwerker Thomas Kluibenschädl. De man raakt in de mijn ingesloten door het instorten van een tunnel, maar wordt gered. De grote rots voor de grot wordt op wonderbaarlijke wijze verwijderd en zo is de man bevrijd. Als dank is de beeltenis geplaatst.
In 1854 is de grot vergroot en is een nieuw pad naar het Mariabeeld gemaakt, want het Maria Hulp-beeld wordt steeds vaker bezocht. In 1860 is het plan het beeld te restaureren. Echter, de aangezochte kunstenaar ondervindt dat het beeld niet te restaureren is. Hierop beslist hij een nieuw en groter beeld op een linnen doek te maken. Dit schilderij staat nog steeds in de kerk. Naast het beeld van Maria Hulp is een beeltenis van de Moeder van Smarten geplaatst.
In 18e en 19e eeuw vinden gebedsverhoringen plaats en deze geven wonderbaarlijke genezingen, waaronder de heling van Maria Kalb uit Rum in 1871. Maria Kalb (1842-1925) uit Rum, wordt op 12 september 1871 naar de grot met het Mariabeeld gedragen. Maria Kalb is ongeneeslijk ziek, de dood lijkt nabij en zij geeft nauwelijks tekenen van leven. Na het bidden van de rozenkrans gaan haar ogen open. Het gebed is verhoord, want ineens is zij genezen en gaat zonder hulp de heuvel af, waarop het beeld staat. Na haar genezing is Maria Kalb nog vaak naar de plaats van het beeld, kapel en kerk gekomen. Later zegt Maria Kalb, dat zij meer verschijningen heeft gehad.
Door het redden van de mijnwerker Thomas Kluibenschädl uit Mötz en het genezen van vooral Maria Kalb groeit het aantal pelgrims enorm.
In 1881 is een kapel gebouwd en deze staat nog steeds bij de ingang van de mijn. Echter, de stroom pelgrims blijft groeien en de noodzaak van een kerk dient zich aan.
De bedevaartkerk heeft de naam “Maria Locherboden” (Maria gatenbodem) en dat vanwege de mijningangen in de regio.
In 1896 wordt gestart met de bouw van de kerk. Op 30 juni 1901 wordt het genadebeeld van Maria in de kerk geplaatst van het bedevaartsoord Maria Locherboden te Mötz. In 6 juli 1901 is de kerk ingewijd door Simon Aichner (1816-1910), bisschop van Brixen (1884-1904). In het heiligdom staat een piëta van beeldsnijder Josef Bachlechner de Oudere(1871-1923) uit Hall (Tirol), die ook de altaaropbouw heeft gemaakt. De fresco’s in de kerk zijn van Anton (Toni) Kirchmayr (1887-1965), kunstschilder en restaurateur uit Innsbruck, die deze in de periode 1914-1916 heeft geschilderd. Op 24 mei 1916, de feestdag van Maria Hulp der Christenen, zijn alle werken klaar.
BEDEVAARTSOORD
De neogotische bedevaartkerk Maria Locherboden staat op rotsen van het Mieminger Plateau. De prachtige kerk is het bezoeken waard. Rond de kerk is een hekwerk aangebracht.
Boven de ingang van de kerk is Maria met een lelie, als teken van kuisheid, in mozaïek weergegeven. De tekst luidt: “Heilig Hart van Maria wees onze redding”. De muren en gewelven zijn versierd met ornamenten en schilderingen.
De oorsprong van het heiligdom is in de kerk weergegeven, als de mijnwerker die gered wordt uit een ingestorte mijn en Maria om hulp inroept. Ook is de doodzieke Maria Kalb verbeeld, die op 12 september 1871 door haar broer naar de grot wordt gedragen. Ook is te zien dat zij voor het altaar van Onze-Lieve-Vrouw bidt, die boven in beeld verschijnt.
In de periode mei-oktober is er eenmaal per maand een avond-bedevaart met processie en vele kaarsjes. Dit gebeurt op de 11e van de maand.
De bedevaartkerk is het hele jaar open en parkeergelegenheid is aanwezig
Bezienswaardig is ook de parochiekerk “Maria Schnee” van Mötz.
BEREIKBAARHEID
De Bedevaartkerk te Mötz ligt op ruim 800 m hoogte van het Mieminger Plateau, in de deelstaat Tirol, in het Oberinntal. De plaats ligt tussen de steden Telfs en Imst, ± 40 km ten westen van Innsbruck.
Adres: Locherboden 1, 6423 Mötz.
De webstek van de gemeente www.moetz.tirol.gv.at geeft de nodige info en deze is ook te vinden op www.innsbruck.info en www.dibk.at van het bisdom.
BELEVING
De neogotische Bedevaartskerk staat me vanaf grote hoogte en verre afstand te wenken. Als ik bij het heiligdom op ruim 800 m hoogte kom sta ik bovenop de Sassberg. Daar is het genieten van een panoramisch uitzicht over de wijde omgeving. De kerk Maria Locherboden met de toewijding aan “Maria Hulp der Christenen” torent werkelijk boven de streek uit.
Allereerst breng ik een bezoek aan de kapel, waar de start is van de nachtelijke bedevaarten. Naast deze kapel is de ingang van de grot, die naar de mijn leidt. Hier is het ontstaan van het heiligdom, omdat een mijnwerker wordt gered door Maria.
Vervolgens ga ik naar de Genadekapel en zie de piëta met Maria en haar gestorven Zoon. Het meest bijzonder van het bezoek aan dit bedevaartsoord is voor mij het zien van de steen, waarop Maria heeft gestaan, vlakbij de Genadekapel. Onze-Lieve-Vrouw verschijnt hier aan Maria Kalb.
Bij de ingang van de kapel maakt de entree indruk op me. Maria kijkt me aan … Inderdaad, Zij is mijn redding!
De kerk is een juweel. Vol bewondering kijk ik naar de kleurrijke glas-in-loodramen en zie de weergave van de kroning van Maria en het bezoek van Maria aan Elisabeth. Ook zie ik de gebeurtenissen afgebeeld die de bedevaartgeschiedenis van Maria Locherboden weergeven. Deze muurschilderingen vertellen het ontstaan van dit heiligdom met de mijnwerker, die wordt gered en het eerste bezoek van Maria Kalb aan Maria Locherboden.
Het bezoek aan de Bedevaartskerk te Mötz geeft mij onvergetelijke herinneringen.
OMGEVING
Van Mötz is het 120 km westwaarts gaan om de historierijke stad Feldkirch te bezoeken.
FELDKIRCH
Aan de Domplatz 6, middenin het centrum van Feldkirch, staat de Dom Sankt Nikolaus uit 1478. Het is een gotische kerk met bijzondere altaarstukken. De kerk is in 1968 verheven tot kathedraal.
De eerste vermelding van een Nicolaaskerk is in 1287. Deze kerk loopt enkele malen veel brandschade op en de huidige kerk is gebouwd na een verwoestende brand in 1460.
Het Maria-altaar staat in het zijschip. Het gotische beeld van Maria met Kind is rond 1420 vervaardigd. De Heilige Nicolaas staat links van Maria.
Het hoogaltaar wordt opgeleverd ter gelegenheid van het einde van een grote restauratie in 1872. Op het koor staat een Mariabeeld uit ±1450.
Het nieuwe, kalkstenen vooraltaar is uit 2006 van beeldhouwer Herbert Albrecht (1927-2021).
Onder de zangkoorruimte , achter de laatste zuil, staat een beeld van Maria als beschermheilige met mantel. Het beeld is uit 1615 en het geheel is gemaakt door Matthias Schiestl (1869-1939) in 1930.
Aan de linker zijwand van het middenschip staat op een console een beeldengroep van de kruisiging uit ±1550. Maria knielt tussen Christus en God de Vader onder de Heilige Geest.
De glas-in-loodramen zijn geplaatst in de jaren 1960-1961 en gemaakt door Martin Häusle (1903-1966) uit Feldkirch.
Geplaatst: 2 september 2022
Laatst gewijzigd: 21 februari 2024
~~~