GESCHIEDENIS
De verschijningen van Maria in Bonate Sopra vinden in twee perioden plaats. Het eerste deel van de verschijningen is tussen 13 en 21 mei en daarna zijn er bezoeken van Maria in de kortere periode van 28 tot op 31 mei 1944. De 7-jarige zienster Adelaide Roncalli (1937-2014) verklaart van 13 verschijningen van Maria getuige te zijn. Daarbij krijgt zij niet alleen van Onze-Lieve-Vrouw visioenen, maar ook van de Heilige Familie en engelen.
De eerste verschijning is op 13 mei 1944. Adelaide ziet een licht dat steeds groter wordt. Zij heeft een verschijning van de Maagd Maria met de kleine Jezus in de armen en ook Jozef is daarbij. Maria zegt tegen Adelaide niet bang te zijn en vraagt haar hier de komende dagen op dezelfde tijd terug te komen. Op 14 mei 1944 is de tweede ontmoeting met Maria en Zij zegt tegen het meisje gehoorzaam, oprecht en respectvol naar anderen te zijn en ook veel te bidden. De derde verschijning is op 15 mei 1944. Maria zegt dat als kinderen willen genezen zij boete moeten doen en veel hebben te bidden. Door veel te bidden eindigt de oorlog (Tweede Wereldoorlog 1939-1945) binnen enkele maanden, anders duurt het langer. Op 16 mei 1944 is de vierde verschijning en dan hoort Adelaide dat veel moet worden gebeden voor de arme zondaars, die de gebeden van kinderen nodig hebben. Tijdens de vijfde verschijning op 17 mei 1944 hoort Adelaide dat zij tegen de bisschop en paus haar bevindingen moet vertellen. Maria vertrouwt haar een geheim toe. Op 18 mei 1944, de zesde verschijning, hoort zij Maria zeggen dat het gebed het meest aangename voor Haar is. Tijdens de zevende verschijning op 19 mei 1944 verneemt de zienster Maria te zien in het uur van de dood en dat Zij haar mee naar de hemel neemt. De achtste verschijning van 20 mei 1944 hoort Adelaide dat het morgen voorlopig de laatste verschijning is. Op 21 mei 1944 is er de negende verschijning, waarbij niet wordt gesproken.
De tiende verschijning is op 28 mei 1944. Maria zegt onder meer dat Adelaide moet bidden voor hardnekkige zondaars en de Heilige Vader (de paus). Zij zal de Heilige Vader beschermen. Op 29 mei 1944 komt Maria voor de elfde keer en zegt dat zieken, die willen genezen, meer vertrouwen moeten hebben en de hemel moet worden verdiend. De twaalfde verschijning is op 30 mei 1944 en Adelaide krijgt te horen dat zij dierbaar is in het hart van Maria. Ook zegt de verschijning dat Zij morgen Adelaide laat in een tranendal met verdriet. De laatste verschijning, is op 31 mei 1944. Tijdens de dertiende ontmoeting hoort Adelaide dat Maria haar moet verlaten. De zienster moet nadenken over wat Maria haar heeft verteld. Maria komt terug op het uur van de dood van Adelaide. De zienster wordt gevraagd voor de paus te bidden, want Maria heeft zorgen dat op deze plaats niet iedereen mag komen. Ook zegt Maria dat Adelaide alles geduldig moet verdragen en dan ziet zij Haar terug in het paradijs.
In mei 1944, tijdens de periode van de verschijningen, zijn de gebeurtenissen met Adelaide Roncalli onderzocht door Luigi Cortesi (1913-1985), professor in de filosofie. Adelaide wordt gehoord en zij zegt en schrijft geen verschijning te hebben gehad. Later verklaart Adelaide dat zij onder druk en angst deze uitspraak heeft gedaan, die door Cortesi is gedicteerd. Zij spreekt van moreel geweld. Nadien heeft Adelaide Roncalli meermaals herhaalt dat zij verschijningen heeft gehad van Maria.
Vervolgens krijgt Agostino (Edoardo) Gemelli (1878-1959), een vooraanstaand psycholoog, in juli 1944 de opdracht van de bisschop na te gaan of Adelaide Roncalli geestelijk ziek is. Gemelli onderzoekt Adelaide en concludeert dat zij niet ziek is en dat de vermeende visoenen waar zijn. Vervolgens wordt Gemelli fel bestreden door Cortesi.
In 1945 is een kapel gebouwd op de plaats van de verschijningen.
Op 18 april 1948 geeft Adriano Bernareggi (1884-1953), bisschop (1936-1952) en aartsbisschop (1953) van Bergamo, een verklaring uit dat de commissie van onderzoek heeft geconcludeerd dat zij zich niet bewust is van de realiteit van de verschijningen. In feite wordt gezegd dat is gebleken, dat van bovennatuurlijke gebeurtenissen geen sprake is. Dit neemt niet weg dat veel pelgrims op bezoek komen en het bedevaartsoord bekender wordt.
In 1949 gaat Adelaide Roncalli op privé-audiëntie naar Pius XII, paus 1939-1958, geboren als Eugenio Maria Giuseppe Giovanni Pacelli (1876-1958). Zij vertelt de paus over het door Maria vertrouwde geheim van 17 mei 1944.
In 1960 schrijft Johannes XXIII, paus 1958-1963 (Angelo Giuseppe Roncalli, 1881-1963) een brief aan Giuseppe Battaglia (1890-1984), bisschop van Faenza (1944-1976). In deze brief staat onder meer dat de zieneres met haar 7 jaar bedreigd is en angstig is gemaakt en dat zij nog steeds blijft bij haar overtuiging dat Maria is verschenen aan haar. Het lijkt dat de angst voor bedreiging nog steeds aanwezig is. Heropenen van het proces is niet aan de orde.
In 1974, ter gelegenheid van 30 jaar verschijningen, ontvangt Clemente Gaddi (1901-1993), bisschop van Bergamo (1963-1977), een petitie met 7000 handtekeningen van gelovigen met de wens toestemming te krijgen om op de plaats van de verschijningen te bidden. De bisschop antwoordt dat hij het proces naar de feiten niet kan heropenen als er geen nieuwe elementen zijn en dat hij niet kan verbieden als mensen bidden op de plaats van de gebeurtenissen in 1944.
Van de gebeurtenissen van de verschijningen houdt Adelaide Roncalli twee dagboeken bij. Deze zijn geschreven in verschillende plaatsen en tijden.
Op 13 mei 2010 is bij de kapel een tuin van gebed aangelegd, waarbij aandacht is voor de Heilige Familie (Maria, Jozef en Jezus).
Na haar overlijden op 24 augustus 2014 komt de begrafenis van de zienster Adelaide Rocalli in Bonate Sopra, waarbij duizenden belangstellenden aanwezig zijn.
Genezingen vinden plaats in Bonate Sopra Ghiaie, maar de kerk is tot heden niet teruggekomen op de eerdere uitspraak. De verschijningen zijn niet door de kerk erkend, maar gelovigen komen naar de plaats van de verschijningen en ervaren kracht en goed gevoel. Jaarlijks ontvangt het bedevaartsoord duizenden pelgrims.
BEDEVAARTSOORD
In het bedevaartsoord staat de Heilige Familie opvallend afgebeeld.
De kapel van de verschijningen wordt genoemd “La Cappella della Madonna delle Ghiaie” (de kapel van de Madonna van Ghiaie”). Een ijzeren hekwerk houdt de bezoekers op afstand.
In en bij de kapel zijn mooie afbeeldingen van Onze-Lieve-Vrouw.
Nabij de kapel is een tuin van gebed. Een kruisweg met grote blokken maakt deze heel apart.
In de tuin staat een groot, wit Mariabeeld.
BEREIKBAARHEID
Het bedevaartsoord met de kapel van de Madonna van Ghiaie ligt in Bonate Sopra en behoort tot de provincie Bergamo. Het adres is: Via C. Carsana 47, 24040 Bonate Sopra (BG). Ghiaie is een stadsdeel van Bonate Sopra.
Bonate Sopra ligt op zo’n 10 km van Bergamo.
Actuele info is te vinden op www.madonnadelleghiaie.it.
BELEVING
Bij het binnenrijden van Bonate Sopra zie ik bordjes, waarop naar de verschijningen in 1944 wordt verwezen. De weg naar de verschijningsplaats is dan ook vrij gemakkelijk te vinden in Ghiaie.
Parkeergelegenheid is er volop, want ik ben hier niet in het weekeinde en ook niet op een feestdag van Maria. Het valt me op dat de hele straat en de omheining van het gebedsoord zijn versierd. Dit is blijkbaar ter gelegenheid van 80 jaar verschijningen 1944-2024. In mei 1944 heeft de 7-jarige zieneres Adelaide Roncalli (1937-2014) 13 maal bezoek gehad van Onze-Lieve-Vrouw.
Enkele pelgrims zitten op banken bij de kapel, waar de verschijningen zijn geweest. Het regent en de bidruimte is gelukkig overdekt. Dit is een bijzonder rustgevende plaats op kleine afstand van de drukke stad Bergamo. Hier kom ik tot rust. Laat mijn gedachten in volle vrijheid gaan en de zieneres komt in beelden bij me op. Vervolgens is het tijd voor gebed tot Maria en voor enkele goede bekenden en vrienden heb ik intenties. Ook dank ik Maria dat ik hier ben mogen geraken. Vervolgens is er stilte in mij en na een uurtje merk ik een devotievolle ervaring rijker te zijn.
Achter de kapel is een ruimte waar devotionalia worden aangeboden, maar het winkeltje is helaas dicht. Dan maak ik een wandeling over het domein en ik heb het gevoel dat Maria met me mee stapt.
OMGEVING
Van de miljoenenstad Milaan naar Bonate Sopra Ghiaie is 57 km naar het noordoosten gaan.
Van Bergamo naar Bonate Sopra Ghiaie gaan, houdt in 13 km naar het westen rijden.
Van het bedevaartsoord San Damiano naar Bonate Sopra Ghiaie betekent 135 km naar het noorden gaan.
Vertrekken uit het bedevaartsoord Ghisallo om in Bonate Sopra Ghiaie aan te komen wil zeggen 55 km zuidoostwaarts afleggen.
Geplaatst: 10 juli 2024
~~~
