GESCHIEDENIS
De Mariaverschijningen te Montichiari (Lichtende Berg) beginnen in 1947 en eindigen in 1976. De zieneres is Pierina Gilli (1911-1991), die geboren is in Montichiari op 3 augustus en gedoopt op 5 augustus; de dag van Onze-Lieve-vrouw ter Sneeuw. Zij brengt haar leven in de geboorteplaats door en sterft er ook. Pierina wordt geboren met een zwakke gezondheid en groeit op in een arm, katholiek, eenvoudig gezin. Thuis is er een boerenbedrijf, dat weinig opbrengsten geeft. In 1915, tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), wordt haar vader opgeroepen naar het front te gaan. Vervolgens gaan moeder en kinderen wonen bij familieleden. Pierina krijgt longontsteking en pleuritis en is lang ernstig ziek. Haar vader komt in 1918 doodziek thuis; hij is uitgeput door het lijden in een gevangenis gedurende de oorlog en sterft. In 1922 hertrouwt haar moeder, mede in het belang van de kinderen. De stiefvader valt Pierina lastig. Het gezin verkeert in financiële moeilijkheden en er is geen geld meer de school voor Pierina te betalen.
De kern van de boodschappen van Maria, die verschijnt als “Rosa Mystica”, is vernieuwing van het gedrag van priesters, kloosterlingen en andere godgewijden.
Vóór de verschijningen van Maria aan Pierina Gilli vindt een wonderbaarlijk bezoek plaats. Op 17 december 1944 ziet de zieke Pierina de dan zalige zuster Maria Crocifissa Di Rosa, die geboren is met de naam Paola Francesca Di Rosa (1813-1855) en later (12 juni 1954) heilig is verklaard. Maria Crocifissa Di Rosa is de stichteres van de Zusters van de Dienstmaagden van Liefde. Zij overhandigt Pierina een zalf die de Maagd Maria voor haar heeft bereid nu zij ernstig ziek is.
Pierina Gilli werkt in het plaatselijke ziekenhuis. In het voorjaar van 1947 is de eerste verschijning van Onze-Lieve-Vrouw in een kamer van het ziekenhuis. Maria heeft een paars kleed om en een witte sluier op het hoofd. Zij is treurig, haar ogen zijn betraand en tranen vallen op de grond. Haar borst is doorboord met drie zwaarden en Zij zegt tot Pierina: “gebed, boete, offer”. Het eerste zwaard staat voor verraad van priesters en kloosterlingen en het tweede voor priesters en andere geestelijken die in zonden leven. Het derde zwaard betekent priesters en kloosterlingen, die hun roeping verliezen en meestal ook het geloof door het verraad van Judas te bedrijven.
De tweede verschijning vindt weer in het ziekenhuis plaats en wel op 13 juli 1947. Echter, de drie zwaarden zijn vervangen door drie rozen, namelijk een witte, rode en gele roos. Maria wenst dat de 13e van elke maand als Mariadag wordt gevierd. Ook wenst de Maagd Maria dat jaarlijks op 13 juli de viering van de “Rosa Mystica”, de “Geheimnisvolle Roos”, wordt gevierd. Vervolgens verklaart Zij de betekenis van de rozen. De witte roos staat voor geest, gebed en zuiverheid. De rode roos betekent geest van verzoening, barmhartigheid en offervaardigheid. De gele of gouden roos wil zeggen geest van boete en trouw. Maria vraagt Pierina in de geest van boetedoening te leveren dit als een teken van herstel van de zonden en wandaden begaan door geestelijken.
De derde verschijning is in oktober 1947 en wel in de kapel van Montichiari, tijdens een eredienst. Maria vertelt dat haar Zoon moe is van niet ophoudende beledigingen. Hij wil zijn gerechtigheid doen gelden en daartoe is Zij als Middelares geplaatst tussen de mensen, God en de godgewijde zielen.
De vierde verschijning is in de Dom van Montichiari en Maria zegt, dat haar Zoon moe is van de zware beledigingen aan Hem.
In de volgende verschijningen vraagt Maria steeds wat aan Pierina Gilli, zoals in het centrum van de Dom, juist onder de koepel, met de tong vier kruisen op de grond te maken. Op deze plek zullen zich grote bekeringen voltrekken op het uur van de genade, zo zegt de verschijning. Maria kondigt enkel deze keer een volgende verschijning aan en wel dat Zij op 8 december komt voor het “Genade-uur”. De dag hiervoor, 7 december 1947, verschijnt Maria in een witte mantel en zegt dat Zij morgen haar Onbevlekt Hart toont. Ook vertelt de Moeder Gods, dat Zij in 1917 te Fatima, de toewijding van haar Onbevlekt Hart heeft verspreid en dat Zij te Ghiaie di Bonate, nabij Bergamo, in 1944, gedurende de Tweede Wereldoorlog, heeft verzocht haar Hart in de christelijke gezinnen te laten komen. In Montichiari wenst Maria de toewijding als “Rosa Mystica” en wel verbonden met haar Onbevlekt Hart. Op deze dag is Maria vergezeld door twee kinderen, namelijk Jacinta en Francisco Marto, twee van de drie zienertjes in Fatima. Deze kinderen zijn de begeleiders van Pierina Gilli in al haar noden. Zij hebben geleden als jonge kinderen en wat Maria wenst van Pierina is eenvoud en goedheid, zoals Jacinta en Francisco hebben getoond.
In 1947 vraagt Maria dat elke 13e van de maand een Maria-dag is, waaraan als voorbereiding voorafgaat een periode van 12 dagen te bidden. De 13e dag staat in het teken van eerherstel voor de overtredingen die zijn begaan tegen haar Zoon. Op de 13e dag van de maand zijn er speciale gebeden, zoals eucharistie, communie, rozenkrans en een uur van aanbidding.
Het is 8 december 1947, de dag van de aangekondigde verschijning. Het is de laatste van de eerste reeks verschijningen. De kerk zit bomvol, maar het is muisstil. De Madonna vertoont zich aan Pierina Gilli op een witte trap, die aan beide zijden is versierd met witte, rode en gele rozen. Maria zegt dat Zij de Onbevlekte Ontvangenis en de Genadenrijke Moeder is. Zij wil in Montichiari worden aangeroepen én vereerd als “Rosa Mystica”. Maria wenst dat op 8 december van elk jaar, rond de middagtijd, het “uur van de Genade voor de hele wereld” wordt gevierd.
Naar aanleiding van deze verschijningen vinden wonderbaarlijke genezingen plaats in Montichiari, die voor veel ophef zorgen. De Mariaverschijningen en genezingen leiden ertoe, dat Paus Pius XII (1939-1958), geboren als Eugenio (Maria Giuseppe Giovanni) Pacelli (1876-1958) Pierina Gilli in Castel Gandolfo in privé-audiënte ontvangt.
Vervolgens duurt het tot in 1966, dat er een tweede reeks verschijningen van Maria komt. Deze ontmoetingen vinden plaats in Fontanelle, een gehucht bij Montichiari, waar Pierina Gilli de jeugd heeft doorgebracht. Maria verschijnt op 17 april 1966 en zegt dat haar Zoon vol liefde is en dat Hij Haar naar hier heeft gezonden om de bron, waarbij de verschijning plaatsvindt, wonderbaarlijke geneeskracht te laten geven. Zij wijst de plek aan, waar een kruisbeeld moet worden geplaatst. Zonden in de harten van haar kinderen worden gereinigd door zich te wassen met het water van de genade. Hierdoor worden de zielen opnieuw gezuiverd en raken weer genade-waardig.
Op 13 mei 1966, de herdenkingsdag van de eerste verschijning te Fatima in 1917, komt de Moeder Gods weer naar Pierina Gilli en zegt dat de wereld de ondergang tegemoet gaat en om dit tegen te gaan, zijn nodig gebed, boete en offer. Zij wenst dat er een gemakkelijk bad wordt ingericht om zieken in te kunnen dompelen. Een ander deel van de bron is dan bestemd om te drinken, welke de naam “De Bron der Genade” krijgt. Maria zegt ook dit keer dat Zij de “Rosa Mystica” is.
In een volgende verschijning zegt Maria veel, zoals dat Zij wenst dat het volk van Montichiari zich aan haar Onbevlekt Hart toewijdt en dat op 13 oktober een eerherstellende, verzoeningsdag met communie wordt gehouden.
Tijdens de verschijning op 19 mei 1970 vergelijkt Maria Fontanelle, dat nabij Montichiari ligt, met een tweede Lourdes, waar geestelijke en lichamelijke genezing de vrucht zijn van de verzoening tussen mensen en de Schepper. Maria zegt ook, dat Zij, als Moeder van de Kerk, altijd aanwezig zal zijn in Fontanelle.
Op 20 april 1976 zegt Maria tegen Pierina Gilli: “Kom kinderen! Hier heb ik de Fontein van Vergeving en Liefde geopend.”
De commotie omtrent wat er wordt gezegd over de verschijningen neemt toe en op bevel van de bisschop mag Pierina Gilli Fontanelle niet meer bezoeken. Pierina gehoorzaamt. Echter, Maria blijft Pierina Gilli thuis bezoeken en zegt meermaals “Bid de rozenkrans”. Steeds verschijnt de Madonna met een witte mantel aan en het hart met drie rozen versierd, namelijk een witte, rode en gele roos. Zij draagt een rozenkrans, met daaraan geen kruisje, maar een ronde medaille. Maria toont deze medaille aan Pierina en vraagt haar een medaille te laten slaan met aan de voorkant het opschrift “Rosa Mystica” en aan de achterzijde “Maria, Moeder van de Kerk”.
Vele verschijningen aan Pierina volgen. Verder vinden opvallende gebeurtenissen plaats, die voor velen zichtbaar zijn, zoals een dansende zon, het openscheuren van de wolkenmassa, het veranderen van het middaglicht in duisternis en het een lichtend kruis aan de hemel. Ook verkleurt de draaiende zon in rood, wit en geel, gevolgd door lichtstralen. Bijzondere is het zien van lichtsignalen door driemaal kort, driemaal lang en weer driemaal kort. Dit wordt driemaal herhaald en geven morseseinen voor nood S.O.S., Save Our Souls, weer. De noodkreet betreft het redden van de zielen.
Op aanraden van haar geestelijke vader, pater Giustino Carpin van het franciscaanse klooster te Brescia, houdt Pierina notities in een dagboek bij. Hierin staan onder meer beschreven haar jeugdjaren en bijzondere ervaringen met Onze-Lieve-Vrouw.
Abt Francesco Rossi is van 1949 tot in 1971 pastoor in Montichiari. Hij is absoluut overtuigd van de echtheid van de verschijningen. Hij laat knielbanken in de Dom plaatsen en wel in het midden onder de koepel, waar op 8 december 1947 Maria met de voeten de grond heeft betreden. Deze plek wordt door velen gekust. Op aanduidingen van Pierina Gilli wordt een op Maria goed gelijkend beeld gemaakt. Dit gebeurt in Sankt Ulrich, in het Grödnertal, waar veel gerenommeerde beeldsnijders werken. In 1950 wordt uit hout de Madonna gesneden door de begenadigde kunstenaar Cajo Perathoner (+1965). Dit beeld staat in de voorste rechter zijkapel van de Dom in Montichiari. Bij het vervaardigen van het beeld heeft Cajo Perathoner hulp gehad van zijn zoon. Zij hebben ook het beeld voor plaatsing in Fontanelle gemaakt en nog andere beelden van Maria, die als pelgrimsbeelden in vele landen zijn rondgegaan.
Van de gebeurtenissen in Montichiari maakt Pierina Gilli een verslag voor de toenmalige Paus Pius XII, maar priesters verhinderen dat haar weergave van de feiten de Heilige Stoel bereikt.
In het jaar 1947 en in de periode 1966-1976 doen zich vele Mariaverschijningen voor in de Dom te Montichiari, thuis bij Pierina Gilli en in Fontanelle. Menig keer zijn de boodschappen oproepen, verzoeken en waarschuwingen niet mals voor priesters en andere godgewijden. De verschijningen gaan vooral over priesters en godgewijden.
Tijdens de laatste jaren van haar bestaan op aarde leeft Pierina Gilli in nederigheid. Door de kerkelijke autoriteit opgelegde, beperkende regels blijft zij mensen thuis ontvangen. Dit gaat moeizamer vanaf 1990 als zij in een rolstoel belandt. Pas dan stopt zij met zieken te bezoeken en te troosten. Pierina Gilli ligt begraven op het kerkhof van Montichiari.
Er zijn overeenkomsten tussen de verschijningen in het Portugese Fatima in 1917 en deze in Montichiari. Maria legt relaties tussen beide verschijningsplaatsen. Bij de verschijning op 7 december 1947 toont Zij zich in een witte mantel, zoals in Fatima en wordt de Moeder Gods vergezeld door twee van de drie zieners in Fatima. Ook in Fatima vraagt Maria in eenvoud te leven. In de twee plaatsen vraagt Onze-Lieve-Vrouw om de toewijding aan haar Onbevlekt Hart. Tijdens de verschijning op 8 december 1947 is op haar borst een stralend hart zichtbaar en dit toont Maria ook in Fatima. Maria vraagt in Montichiari, Fatima en andere plaatsen om gebed, boete en offers. Zowel in Fatima, als in Montichiari, toont de zon zich in wonderbaarlijke bewegingen. Waarschuwingen van bedreigingen uit Maria in Fatima en Montichiari en roept Zij op de duivel te verslaan door gebed, boete en offers. Door goed te zijn en berouw te tonen, komt er vrede in de wereld, leven mensen uit liefde en triomfeert het Onbevlekt Hart van Maria.
De verschijningen te Montichiari zijn niet erkend door het Vaticaan, maar dit weerhoudt honderdduizenden niet om jaarlijks naar deze verschijningsplaats te komen. Het niet willen erkennen van de verschijningen heeft wellicht ook te maken van de kritiek van Maria op priesters en andere godgewijden. In feite is dit het oneens zijn met de regie van het Vaticaan te Rome aangaande priesters en andere gewijden.
Op 7 december 2019 is opgericht het Diocesane Heiligdom van Maria Rosa Mystica. Vanaf dan is het een bisschoppelijk heiligdom. De Kerk van Brescia erkent in Pierina Gilli de authenticiteit van het leven dat wordt gekenmerkt door een diepe en levendige spiritualiteit, die gedurende vele jaren constant en rijk aan verscheidenheid is. Het is van een bijzondere orde en manifesteert zich in een nederig leven vol gebed en dienstbaarheid aan anderen.
Er zijn studies gaande over de aard van de door Pierina Gilli gerapporteerde gebeurtenissen. Het onderzoek wordt verder gezet naar hetgeen Pierina heeft ervaren.
BEDEVAARTSOORD
Fontanelle di Montichiari is de plaats waar de Rosa Mystica is verschenen en daar is ook de bron met bijzonder water. Tevens is er een beeltenis van Pater Pio, waarbij vele kaarsjes branden. Bij de bron is Maria afgebeeld en vele ex-voto’s zijn als dank aan de muren bevestigd. Op deze plaats is Maria verschenen aan Pierina Gilli.
Hier is ook een Heilige Trap, “La Scala Santa”, die 12 marmeren treden kent. Menig pelgrim gaat hier op de knieën naar boven.
De altaartafel van de “Rosa Mystica” rust op 4 gouden beelden van engelen. Hierbij staat een grote Mariabeeld en daarbij geven vele kaarsen licht.
Een winkeltje met devotionalia heeft steeds vele klanten, die vooral rozenkransen en kaarsen kopen.
De kruisweg, “Via Crucis”, telt 14 staties, die van mozaïeksteentjes zijn gemaakt.
In het centrum van Montichiari staat de basiliek. Ook hier is Onze-Lieve-Vrouw verschenen. Daartoe is de plaats onder de koepel van belang en menig pelgrim kust hier de grond.
BEREIKBAARHEID
Montichiari ligt in het noorden van Italië, op zo’n 20 kilometer van Brescia. Op de snelweg Milaan-Verona is het afslaan bij Brescia-Est.
Op de webstek www.rosamisticafontanelle.it is informatie te verkrijgen.
BELEVING
Het bezoeken van de bedevaartplaats Montichiari staat te gebeuren. Op de snelweg tussen Milaan en Verona neem ik de afslag Brescia-Est, volg de borden en zie na enkele kilometers links van me de koepel van de grote Dom. Echter, ik rijd door want mijn plan is eerst naar Fontanelle di Montichiari te gaan, een gehucht dat hoort tot. gemeente Montichiari. Vanaf grote afstand zie ik een groot, overdekt kruisbeeld staan. Ik sta erop af, kom bij het indrukwekkende kruis, met daarvoor een kleinere, zo’n twee meter hoge beeltenis van Maria, de Rosa Mystica. Achter Maria en Jezus brandendere kaarsen. Wat is dit een openhartig welkom. Vlakbij is Maria verschenen aan Pierina Gilli.
Vervolgens ga ik naar de plek, waar de Rosa Mystica is verschenen en de bron zich bevindt. Ik kom bij het “Sanctuaria Madonna Rosa Mistica”. In het kerkgebouw, dat aan de rechterkant open is, kom ik eerst bij de beeltenis van Padre Pio. Vele kaarsjes branden bij deze veel vereerde, Italiaanse heilige. Heel wat bloemen sieren zijn beeld.
Enkele meters verder kom ik bij de bron, zie stromend water en een beeld van Maria. Op de achterzijde ontwaar ik een oude gedenksteen met onder meer de woorden “Fonte S. Giorgio” en het jaartal 1836. Naast de bron staat een beeld van Jozef en Jezus, dat omgeven is door vele bloemen en bloeiende planten.
Vervolgens ga ik op een bank zitten, doe de schoenen en sokken uit en stap naar de plaats om te baden. Ik maak de rondgang in het water van zo’n 10 meter. In de “Vasca dell’ acqua, San Battesmo” maken er velen een rondje. Ik sta in het water, kom bij het Mariabeeld en denk aan Haar. In stromend water voor Maria staan, witte bloemen en ex-voto’s aan de muren zien, maakt op mij een diepe indruk. Na een kruisteken te maken, voelen in gedachten bij Maria te zijn, stap ik door in het water van de bron.
Zittend op de bank zie ik een onafgebroken rij mensen, die ook in het bad willen gaan. Een oudere vrouw trekt de aandacht; zij kan nauwelijks stapjes zetten. Traag gaat zij door het water, maakt een kruisteken bij Maria en als zij uit het water komt, zie ik tranen. Een hinkende man gaat het water in, evenals een vrouw met wonden in het gezicht. Dan merk ik een jonge, mooie vrouw op. Zij is verdrietig en houdt de handen gevouwen. Velen hebben zichtbare wonden, ongetwijfeld zijn er nog meer met pijnlijke plekken in het hart. Nu begrijp ik, dat dit heiligdom wordt gezien als een “Klein Lourdes” in Italië.
Ineens merk ik, dat de voeten al droog zijn en de sokken en schoenen gaan weer aan. Een offer wil ik brengen, want ik ben hier niet alleen voor mezelf. Daartoe ga ik naar de Heilige Trap, “La Scala Santa”. Twaalf marmeren treden telt de opgang, waarmee de knieën kennis gaan maken. Het tempo ligt laag, want bij elke trede bid ik een weesgegroet voor een bijzondere vriend met gezondheidsperikelen.
Vervolgens neem ik weer plaats op een bank van de kerk, waar Mariaverschijningen zijn geweest. De altaartafel van de “Rosa Mystica” rust op vier gouden engelen. Bij de altaarruimte, bij het grote Mariabeeld, branden vele kaarsen. Ook maak ik er twee lichtjes bij, namelijk een met intenties voor mijn vriend en een voor een oudere vrouw, die last heeft van vele lichamelijke ongemakken en haar ken ik al tientallen jaren. Daarna neem ik weer plaats op een bank en bid tot Maria.
Plotseling hoor ik klokken luiden. Het is twaalf uur en de klokken trakteren pelgrims op het Ave Maria. Dan volgt een andere actie, want ik heb flacons met bronwater te vullen. Voor een vriend koop ik in het winkeltje met devotionalia twee jerrycans en zorg ervoor dat er water uit bron in komt. Na de wateractiviteit bezoek ik de kruisweg de “Via Crucis”. De afbeeldingen van de 14 staties zijn van mozaïeksteentjes gemaakt. Bij een statie merk ik het jaartal 2008 op.
In het heiligdom is de rozenpracht indrukwekkend. Waar ik ook kijk, zie ik bloemen en planten bloeien. Veelal zijn het witte rozen, die bij de bron, tapplaatsen en beelden staan. Deze schoonheid laat ik op me inwerken en sla deze beelden in mijn herinneringen op. Thuis kan ik dan in gedachten mooie terugblikken krijgen. Ook wil ik nog wat tastbaars meenemen en daartoe ga ik opnieuw naar het winkeltje. Ik koop drie beeldjes van Maria als “Rosa Mystica”, waarvan ik er twee aan anderen cadeau ga doen. Vijftien medaillons met een afbeelding van de ‘Rosa Mystica” neem ik mee; het zijn geschenkjes voor de mij bekende, grote Mariafans. Aan de voorzijde van de kleine handelszaak in devotionalia zie ik het periodiek liggen van deze verschijningsplaats. Naast de Italiaanse versie is er ook een Engelstalige uitgave en deze laatste neem ik mee. Ik bekijk “The Voice Of Rosa Mystica, mother of the universal Church Fontanelle di Montichiari”. In dit blad zie ik een artikel staan over een wonder door een bezoek aan Fontanelle. Een Nederlandse vrouw is er op bedevaart, zij is zwaarlijvig en fysiek in slechte doen. Thuisgekomen geraakt zij in zeer erbarmelijke staat; zij is doodziek en komt in een coma. Opereren is te gevaarlijk, gezien de toestand waarin zij zich bevindt en ook de hoge leeftijd speelt mee in de beslissing van de specialist. Na enige tijd komt de vrouw uit de coma, drinkt water uit Fontanelle, bidt tot de “Rosa Mystica” en een paar maanden later kan ze weer praten, zonder rollator gaan en de eucharistieviering in de kerk bijwonen. Zij is veel gewicht kwijtgeraakt en totaal genezen.
Na het bezoek aan Fontanelle ga ik naar het centrum van Montichiari om de Dom te bezoeken. Hiervoor is het maar enkele kilometers rijden. De koepel van de hoge kerk is mijn oriëntatiepunt en na een paar minuten sta ik voor de grote kerk. Echter, het gebouw is pas over anderhalf uur open en dit geeft me de mogelijkheid een wandelingetje in het centrum te maken. Een bezoek aan een terras volgt. Ineens gaan de zware deuren van de kerk open en dat is veel eerder dan het aangegeven uur. Bij binnenkomst is het Godshuis nog grootser! Dit is ook de plaats waar Maria is verschenen aan Pierina Gilli. Wat hebben de vele Mariaverschijningen een grote impact op mij, als ik de geschiedenis ervan voor ogen heb. Ik word er stil van. Een groot, schitterend Mariabeeld nodigt me uit dichterbij te komen en een paar kaarsjes aan te steken. Het beeld is gemaakt door een houtsnijder van Sankt Ulrich uit het Grödnertal in het Italiaanse Zuid-Tirol. Ik dank Maria voor deze mooie, onvergetelijke dag. Met een berg indrukken en goed gevoel ga ik naar huis.
Geplaatst: 3 juni 2021
Laatst gewijzigd: 17 oktober 2024
~~~