GESCHIEDENIS
In mei 1682 hoedt de 12-jarige Madeleine Serre (±1670-1739) met drie jongens en twee meisjes een kudde koeien vlakbij Lareu. De twee meisjes zijn haar vriendinnen en heten Jeanne Teulé en Marie Bonnemaison. Het zijn drie meisjes en drie jongens in de leeftijd 8 tot 13 jaar en zij gaan de heuvel met de naam Lareu af, die nabij Montoulieu ligt. Zij komen bij een beekje en gaan naar huis. Madeleine valt, schrikt, roept de naam Jezus en ziet ineens een wonderschone dame, die in het wit prachtig is gekleed, gezeten op een steen. De andere kinderen zien de vrouw niet, maar wel een fel licht. De mooie vrouw gaat staan in een kring van helder licht en kijkt haar aan. De dame zegt met zachte en vriendelijke stem tegen haar dat ze op moet staan en dat zij zich geen pijn heeft gedaan. De dame vraagt of zij tot God bidt en daarop antwoordt Madeleine bevestigend. Dan wordt aan het meisje gevraagd of zij de rozenkrans bij zich heeft. Madeleine zegt dat zij deze kwijt is geraakt. De dame zegt dat ze een nieuwe moet vragen om beter te kunnen bidden. Vervolgens vertelt de dame dat zij de Maagd Maria is. Zij vertelt dat Zij hier is gekomen om te zeggen dat er veel gebeden moet worden. Maria vraagt Madeleine tegen anderen te zeggen dat zij veel moeten bidden. Madeleine wordt gevraagd naar de priesters van de parochie te gaan en dat zij hier een kapel voor Haar bouwen, die makkelijk is te realiseren. Maria zegt dat de bouwer van de kapel van ver zal komen. Ook heeft Madeleine tegen de priesters te zeggen dat zij de bron geschikt maken om mensen te laten drinken en zich te wassen. Maria voegt er nog aan toe, dat als zieken van dit water gebruik maken, zij genezen of verlichting krijgen. Vriendin Jeanne Teulé staat enkel passen achter Madeleine. Zij ziet Madeleine op de knieën gaan en hoort haar praten. De vriendin ziet en hoort verder niets van de Verschijning.
Madeleine vertelt haar belevenis tegen haar vriendin Jeanne Teulé. Plotseling is er weer een fel licht en Maria verschijnt voor de tweede keer aan Madeleine en nu ook aan Jeanne. Spoedig hierna verschijnt de Maagd Maria aan de oever van het beekje voor de derde keer aan Madeleine Serre.
Als Madeleine thuiskomt vertelt zij wat er is gebeurd en doet dit ook tegen anderen. Vervolgens gaan mensen naar de bron en er gebeuren mirakels.
Madeleine en Jeanne worden uitgebreid ondervraagd door geestelijken. Het onderzoek door geestelijken en artsen wijst uit dat zij normale kinderen zijn, eerlijk, gezond en aardig. Er zijn geen tegenstellingen in de getuigenissen. De conclusie van het kerkelijk onderzoek is dat de verschijningen authentiek en bovennatuurlijk zijn. Echter, Joseph de Montpezat de Carbon (1615-1687), de aartsbisschop van Toulouse (1675-1687) gaat hiermee niet akkoord. Hij raadpleegt Louis de Rechignevoisin de Guron (1617-1693), bisschop van Comminges (1671-1693). Hij vreest voor concurrentie van de nabijgelegen, bekende bedevaartsoorden van Garaison en Notre-Dame de Lorette. De bisschop zegt dat als de volksdevotie in Alan doorzet hij zijn besluit wil heroverwegen.
Het aantal pelgrims blijft toenemen en er is sprake van genezingen van mensen die de bron hebben bezocht.
In 1688 wordt op de plaats van de eerste verschijning een kapel gebouwd door de 26-jarige Zwitserse monnik Dosithé, die Pierre Cathiény heet, die voelt dat hij een opdracht tot de bouw heeft ontvangen. Hij spreekt met Madeleine Serre en gelooft wat zij vertelt. Madeleine en Pierre ontmoeten elkaar vaak bij het nabijgelegen heiligdom van “Notre-Dame de Lorette”. Door de steun van enkele vermogende edellieden uit de regio is de bouw van de kapel mogelijk. De Zwitserse monnik is dan de bouwer van de kapel van ver, waarover Maria heeft gesproken. De bisschop ontvangt een positief en nadrukkelijk schrijven over te realiseren kapel van Armand Jean le Bouthillier de Rancé (1662-1700), abt van het klooster “la Trappe” (1664-1695), waarvan Pierre Cathiény komt. Daarna stemt de bisschop in met de bouw van de kapel, als deze de naam krijgt “Notre-Dame de Saint-Bernard”. Hij ziet dit als huldeblijk aan Bernardus van Clairvaux (1090-1153), de Franse abt die de grote promotor is van de hervormende kloosterorde van de cisterciënzers. Op 10 oktober 1688 wordt de eerste steen van de kapel gelegd. Bijna een jaar later, op 15 augustus 1689 zegent bisschop Louis de Rechignevoisin de Guron de kapel in.
Madeleine Serre gaat in 1690 het klooster in te Fabas, waarheen eerder ook Anglèze de Sagazan, zieneres te Garaison, is gegaan. In 1691 wordt ze novice. Madeleine Serre sterft op 25 december 1739. Het klooster stond in de Haute-Garonne en was ook genoemd “La Lum-Dieu” (de Licht-God) of “la Chandeleur” (de Lichtmis). In 1796 is het te koop aangeboden en nadien afgebroken.
Tijdens de Franse Revolutie (1789-1799) wordt de kapel in 1794 verwoest. Toch blijven mensen de bron bezoeken. Bij de wonderdadige bron wordt een piëta-beeld uit de 16e eeuw geplaatst. In 1908 wordt het beeld gestolen en de beeltenis wordt in 1922 anoniem uit Parijs terugbezorgd bij de pastoor te Montoulieu. Het duurt tot 1922 dat met de voorbereidingen van een nieuwe kapel wordt begonnen. Allereerst wordt de bron vrijgemaakt om weer water te kunnen geven. De bezoekers nemen in aantal toe en genezingen doen zich voor. Een groot stuk grond bij de kapel wordt gratis ontvangen om de omgeving geschikt te maken voor het ontvangen van vele pelgrims. Op 15 augustus 1957 is de kapel geheel gereed en is er de inzegening door Gabriel-Marie Garrone (1901-1994), aartsbisschop van Toulouse (1956-1966) en kardinaal in de periode 1967-1994. In 1994 wordt de vriendenvereniging van het heiligdom opgericht (Association des Amis de Notre-Dame de Saint-Bernard). In 2000 worden nieuwe glasramen ingezegend.
BEDEVAARTSOORD
Het interieur van de kapel geeft duidelijk aan dat het hier een ruimte is voor gebed, rust, bezinning en meditatie. In de kapel zijn vele ex-voto’s te zien; het zijn uitingen van dankbaarheid aan Maria.
Het beeld met de piëta staat rechts in de kapel. Het is honderden jaren oud.
Achter de kapel is de bron te zien met daarboven een groot Mariabeeld. Hier hangen vele rozenkransen en bloemen versieren de bron.
De kapel is dagelijks geopend.
BEREIKBAARHEID
Het Heiligdom van Saint-Bernard te Alan ligt in het zuiden van Frankrijk. Op de snelweg Toulouse-Tarbes is het afrit 22 nemen.
Adres: 31420 Alan. Halverwege de weg van Alan naar Aurignac, bij de kruising naar Montoulieu, nabij de bushalte, afslaan naar links.
Op http://toulouse.catholique.fr/ndsaintbernard is actuele info te vinden.
BELEVING
Een bushalte op de weg van Alan naar Aurignac, vlakbij de afrit naar Montoulieu afslaan naar de weg aan de overzijde. Daar parkeer ik de auto. Wandel drie minuten met een heuvel afgaan en daarna een heuvel opgaan. Zie de kapel. Wat een bouwwerk! Ga naar binnen.
In de grote kapel staat de grote piëta aan de rechterzijde. Ook een houten beeldje met Maria en Kind trekt mij aandacht. Vol bewondering kijk ik naar de gebrandschilderde ramen. Het is hier een ruimte voor gebed en dan is het bidden voor het welzijn van goede mensen in mijn vriendenkring. Dan laat ik de geschiedenis van deze kapel en van de vorige op me inwerken. Eeuwen terug …
Na het bezoek aan de kapel ga ik naar het Mariabeeld dat op de plaats van de eerste verschijning staat. Hier is ook de veel besproken bron. Een tekst verwijst naar het verdwijnen en terugkomen van het piëta-beeld. Hier hangen vele rozenkransen en branden enkele kaarsen. De bloemen zijn niet te tellen. Het geheel maakt diepe indruk op mij en dan denk ik aan aan Madeleine Serre, die hier Maria heeft ontmoet.
OMGEVING
De plaatsen Toulouse en Saint-Gaudens liggen respectievelijk op 70 en 40 km.
Vlakbij het heiligdom is de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Loreto (N.D. de Lorette). Veel borden verwijzen daarheen. Echter, de kapel is niet te betreden, want er vinden restauratiewerkzaamheden plaats.
Geplaatst: 4 augustus 2023
Laatst gewijzigd: 25 september 2024
~~~