GESCHIEDENIS
Er was eens … Dit is geen sprookje, maar een werkelijke, bijzondere gebeurtenis.
Het is in de namiddag van 30 april 1752 dat een beeldje wordt ontdekt door 8 kinderen; 4 jongens en 4 meisjes uit het kleine boerendorp Neuvizy. De kinderen zijn: Elisabeth Leroux, 16 jaar, Jeanne-Marguerite Prévoteau, 15 jaar, Jeanne-Louise Lapierre, 14 jaar, Marie-Poncette Leroux, 14 jaar, Antoine Leclerc, 14 jaar, Pierre Pasquier, 14 jaar, Jean-Nicolas De Bossus, 14 jaar en de kleine Charles Piot, 11 jaar. Het is een beeldje van Maria en het glinstert in een bosschage. Dit gebeurt als zij naar de catechismusles gaan als voorbereiding op de communie. De les wordt gegeven door een pastoor in het nabijgelegen Villers-le-Tourneur.
De ontdekking … Halverwege hun route drinken de kinderen wat koel water en zitten in een berm. Een van de kinderen ontdekt op de laag hangende takken van een grote eik, omringd door klimop, een klein, glinsterend beeldje van Maria met het kindje Jezus op de armen. De kleine afbeelding is omgeven door een lichtkrans. Wat is dit een wonderbaarlijke verrassing! De kinderen knielen, bidden en zingen. Ook zeggen zij delen op van de Litanie van Maria. De jongens en meisjes zijn ervan overtuigd dat dit beeldje hier nooit eerder is geweest, want zij kennen dit bos, waar zij vaak spelen. De kinderen staan verbaasd bij het licht op de klimop, die het beeldje omringd.
Aangekomen bij de pastorie vertellen zij de pastoor hun opmerkelijke gebeurtenis en vooral het licht om het beeldje vinden zij heel bijzonder. De pastoor aanhoort het verhaal, maar is niet snel onder de indruk en twijfelt over de vertelde gebeurtenis. Immers, wonderen gebeuren niet doorlopend en kinderen zijn lichtgelovig. Echter, deze jongens en meisjes kent hij goed en dat al jaren. De pastoor wordt aangespoord door de geloofwaardige getuigenis van de kinderen en de overtuiging die in hun ogen tot uiting komt. De pastoor gaat op onderzoek uit. Hij gaat naar de eik, ziet het beeldje van amper 10 cm grootte, dat is omringd door klimop. Vervolgens zegt hij tegen het achttal dat hij morgen, 1 mei 1752, het beeldje in de kerk plaatst. Eenieder is ervan overtuigd dat het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw op wonderbaarlijke wijze is verschenen in het bos van Neuvizy. Dit moet een teken van de heiige Maagd zijn.
Op 12 oktober 1752 komt Armand Jules de Rohan-Guémené (1695-1762), aartsbisschop van Reims (1722-1762) naar Neuvizy om de mensen van het platteland te bezoeken. De ernstige kanunnik Meunier wil de aartsbisschop bewegen open te staan voor de kinderen die het beeldje van Maria hebben ontdekt. Het beeldje wordt op plechtige wijze geplaatst op het altaar van de kerk. Voortaan heet de kleine afbeelding van Maria Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hulp. In de daarop volgende jaren doen zich wonderlijke gebeurtenissen voor, als onverklaarbare genezingen. Ook worden processies gehouden. Mede hierdoor komen vele pelgrims naar Neuvizy.
Door de toestroom van bezoekers wordt de kerk te klein en er wordt besloten een nieuwe, grotere kerk te bouwen. Echter, de bouw laat nog jaren op zich wachten. De Franse Revolutie (1789-1799) beperkt het belijden van geloof en weinigen komen naar Neuvizy. Na deze nare periode leven de bedevaarten weer op en op gefaseerde wijze wordt aan een heiligdom gewerkt. In 1818 wordt de abt Sommé de eerste priester in Neuvizy, die wordt aangesteld door het kerkbestuur. In dat jaar wordt vlakbij de plaats van de verschijning een kruis opgericht. Hierbij is ook aanwezig Charles Piot, de enige nog in leven zijnde persoon van de acht kinderen.
Op 1 september 1846 installeert Thomas-Marie-Joseph Gousset (1792-1866), aartsbisschop van Reims (1840-1866) het reglement van de kerk voor de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hulp van Neuvizy. De leden van de Broederschap hebben een dagelijks gebed met de tekst: “Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hulp, bescherm ons voor alle gevaren en geef ons een medelijdend hart, zoals het Uwe voor de noden van onze broeders.”
Paus Pius IX (1846-1878) stemt op 19 oktober 1853 in met een volledige aflaat van vergeving bij het bezoeken en bidden te Neuvizy.
Pastoor Nicolas Valentin (1818-1876), actief te Neuvizy van 1864 tot in 1876, is de geschiedenisschrijver van de bedevaarten en het heiligdom. Hij is niet alleen directeur van de bedevaarten, maar ook de bouwpastoor van de nieuwe kerk. Op 4 februari 1865 beginnen de werken aan de nieuwe kerk. Op 4 mei 1865 legt aartsbisschop Gousset de eerste steen, waarbij ongeveer 10.000 pelgrims aanwezig zijn.
In de kerk zijn grote glas-in-loodramen. Deze zijn gemaakt door het bedrijf van Champigneulle in de periode 1876-1897. Het reusachtige roosvenster is vervaardigd door het atelier Simon-Marq uit Reims. De kerk is afgebouwd in 1924.
In 1936 wijdt Emmanuel Suhard (1874-1949), aartsbisschop van Reims (1930-1940), de kerk in.
Sinds 2002 is de kerk een basiliek.
BEDEVAARTSOORD
De jaarlijkse processie wordt gehouden op 1 mei. Op die dag wordt herdacht dat in 1752 het gevonden beeldje van Maria in de kerk wordt geplaatst. Elk jaar op 15 augustus is er een grote bedevaart naar de basiliek en naar de Mariaweg, die aan de rand van het dorp ligt. Hierdoor wordt Neuvizy ook wel het Ardense Lourdes genoemd.
In de basiliek is veel te zien, als honderden ex voto’s, Mariabeelden en beeltenissen van andere heiligen. Ook sieren grote, kleurrijke glas-in-loodramen en schilderingen over Maria de basiliek.
Voor bezoekers is de Mariaweg aan te raden, die aan de rand van het plaatsje ligt. Daar staan beelden en aan het einde van het bospad is de plaats waar de 8 kinderen het beeldje van Maria hebben gevonden. Hier is een groot, wit monument opgericht, dat herinnert aan de bijzondere gebeurtenis, waardoor Neuvizy bekendheid heeft gekregen.
BEREIKBAARHEID
Neuvizy ligt in het noorden van Frankrijk, niet ver van de grens met België, tussen Reims en Charleville-Mézières.
Het adres van de basiliek “Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hulp” (Notre-Dame de Bon Secours) is:
Rue de l’Église 2-4, 08430 Neuvizy.
Via www. paroisse-notre-damedes-cretes@orange.fr is actuele info te vinden.
BELEVING
Via de Belgische Ardennen ga ik naar de Franse heuvels. Bij het naderen van Neuvizy zie ik de hoge, witte basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hulp tussen huizen in een groene omgeving. In het plaatsje Neuvizy aangekomen, ga ik naar het plein aan de Rue de l’Église en sta voor de immense basiliek. Het indrukwekkende gebouw is in 2002 door paus Johannes-Paulus II verheven tot basiliek.
Ik ga de stenen treden op en kom in de basiliek. Wat een kerkgebouw! Met lange muren vol dankbetuigingen aan Maria. Er is veel creativiteit in de teksten van de ex voto’s. Verder in de basiliek is er de plaats om kaarsen aan te steken en daar maak ik dankbaar gebruik van.
In de basiliek bewonder is de vele, kleurrijke glas-in-loodramen. Hieronder zijn er enige over Maria, zoals Maria-Boodschap, Geboorte, Maria-Lichtmis, wedervinding van Jezus in de tempel en de Kroning van Onze-Lieve-Vrouw.
Na het bezoek aan de basiliek ga ik naar de winkel voor de aankoop van enkele devotionalia, waaronder kaarsen voor vrienden. De zaak ligt links van de basiliek. Daar verneem ik, dat jaarlijks zo’n 100.000 mensen Onze-Lieve-Vrouw van Neuvizy bezoeken.
Vervolgens is het de Maria-weg bezoeken, die aan de rand van het dorp ligt. Deze Maria-weg is zo’n 600 meter lang met onder meer een groot kruis en enkele beelden. Voor de beelden op deze route heeft Florence Enders uit Reims veel werk geleverd. Uiteindelijk komen ik bij een open ruimte en daar staat een hoog, wit monument. Deze gedenkplaats herinnert aan het vinden van een beeldje van Maria door 8 kinderen op 30 april 1752.
OMGEVING
Na het bezoek aan het bedevaartsoord Neuvizy is de stad Reims een aanrader. Om Reims te bezoeken is het 61 km zuidoostwaarts gaan.
REIMS – PALAIS DU TAU
Al in de Romeinse tijd heeft er al een paleis gestaan op het terrein van het huidige paleis van Tau. Het voormalig bisschoppelijk paleis te Reims, ligt naast de kathedraal in het centrum van de stad. In de 17e eeuw hebben twee gebouwen van het paleis een T-vorm gekend en hieraan dankt het paleis de naam. De letter “T” staat in het Griekse alfabet voor Tau. Verder heeft het eerste bisschoppelijk kruis een T-vorm. Al in de Romeinse tijd heeft er al een paleis gestaan op het terrein van het huidige gebouw.
In 1210 wordt, na een grote brand, het paleis heropgebouwd en met een kapel uitgebreid. Een renovatie volgt in de 15e eeuw. In de 17e eeuw krijgt het paleis het huidige uiterlijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog/Grote Oorlog (1914-1918) wordt het gebouw flink beschadigd en de daarop volgende, langdurige restauratie is in 1972 gerealiseerd.
In het museum is luisterrijk ingericht en toont vele beelden, waaronder een van de reusachtige Goliath van 5,40 m uit de 13e eeuw met een gewicht van 6000 kg.
Van Maria zijn er beelden in goud en zilver en vele wandkleden.
In de Kroningszaal van de Heilige Maagd zijn vele, grote, wollen en zijden koortapijten te zien. Deze kunstwerken laten fragmenten zien uit het leven van Maria. De tapijten zijn waarschijnlijk afkomstig uit Arras of Doornik. In 1530 zijn de tapijten geschonken aan de kathedraal van Reims door Robert I de Lenoncourt, aartsbisschop-hertog van Reims in de periode 1509-1532.
Het museum beschikt over 15 koortapijten over de geschiedenis van Onze-Lieve-Vrouw, waaronder de Boom van Jesse, Anna en Joachim, geboorte van Maria, presentatie van Maria in de tempel, huwelijk van Maria, Maria-Boodschap, geboorte van Jezus, aanbidding door de Drie Wijzen, presentatie van Jezus in de tempel, vlucht naar Egypte, dood van Maria en de tenhemelopneming van Maria.
Aan het eind van de Kroningszaal is tegen de muur een kunstwerk bevestigd, dat ooit boven de hoofdingang van de kathedraal heeft gehangen. Het is een kopie van de voormalige geveltop met op wolken de afbeelding van de kroning van de Maagd Maria. Het oorspronkelijke gevelbeeld is ernstig beschadigd bij de grote brand van de kathedraal in 1914. In 1955 is het vervangen door een kopie, die is gemaakt door de Parijse beeldhouwer Georges Saupique (1889-1961).
REIMS – SINT-JACOBSKERK
In het centrum van Reims staat de kerk van Sint-Jacob (Église Saint-Jacques). De Sint-Jacobskerk is eeuwenoud, want al in 1190 is met de bouw begonnen. In de loop van de eeuwen zijn enige bouwstijlen gecombineerd, als laat-gotische vensters en zijkapellen in de renaissancestijl. De kerk is deels omsloten door huizen. Zowel het exterieur, als het interieur geven de kerk een mooie uitstraling.
Het onderste deel van de voorgevel dateert uit 1225 en de hogere bouw is van de 14e eeuw. In de loop van de tijd hebben restauraties en uitbreidingen van de kerk plaatsgevonden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) is de kerk zwaar beschadigd.
Enkele 16e-eeuwse beelden in de Sint-Jacobskerk zijn gemaakt door de Reimse beeldhouwer Pierre Jacques (±1520-1596). Van Maria zijn er mooie afbeeldingen te zien, waaronder een Fatimabeeld.
De ramen van het priesterkoor zijn gemaakt door de Tsjechisch-Franse kunstschilder Josef Sima (1891-1971). De vensters van de zijkapellen zijn vervaardigd door de Portugees-Franse kunstschilder Maria Helena Vieira da Silva (1908-1992).
Geplaatst: 12 augustus 2022
Laatst gewijzigd: 20 februari 2024
~~~