KERSELARE
GESCHIEDENIS
De oorsprong van het bedevaartsoord Kerselare ligt in het jaar 1441 met een houten beeldje van de Zoete Lieve Vrouw. Dit is bevestigd in een nis in de buitenmuur van de woning van Rogier van Brakele (+1452), pastoor van Volkegem. In 1452, vlak na het overlijden van de pastoor, wordt het Mariabeeldje geplaatst aan een kerselaar, die op de Edelareberg staat. Dit gebeurt op initiatief van Catharina van Brakele; een naaste verwante van de pastoor.
In 1453 verdwijnt het kleine beeldje van Maria. Dit gebeurt tijdens de Gentse Oorlog (1452-1453). Het beeldje is tijdig in veiligheid gebracht, omdat de Gentse troepen verblijven op de Keselberg, die later de Kerselareberg en nadien Edelareberg is genoemd.
In 1455 is het het eerste, houten kapelletje gebouwd op de Edelareberg. Dit gebouwtje wordt in 1459 verwoest door een brand. Echter, het Mariabeeldje blijft ongeschonden. Hierdoor worden aan het beeldje bijzondere krachten toegewezen. Het wordt enorm populair en velen komen het zien om erbij te bidden. Vervolgens wordt een nieuwe kapel ter ere van Maria gerealiseerd. Op 3 mei 1460 is de inzegening van de kapel.
Het bedevaartsoord kent de grootste bloeiperiode vanaf het eind van de 15e tot tegen het einde van de 16e eeuw. Na Halle is Kerselare dan het belangrijkste Maria-oord in Vlaanderen. In 1480 bezoekt Maria van Bourgondië (1457-1482), gravin van Vlaanderen, de kapel en na haar overlijden komt in 1513 haar voormalige echtgenoot hier bidden, namelijk aartshertog Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519). In 1525 bezoekt Keizer Karel V (1500-1558) de kapel. Hij is koning van Spanje en aartsbisschop van Oostenrijk. In 1625 komt hier op bedevaart de aartshertogin Isabella Clara Eugenia van Spanje (1566-1633); vorstin van Oostenrijk en landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden. Zij is in het gezelschap van de Spaanse markies, nuntius en kardinaal Alfons de la Cueva (1572-1655).
In 1554 is het Mariabeeldje gepolychromeerd en gerestaureerd.
Aan Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare worden wonderen toegeschreven, zoals in 1455, dat een blind kind ineens kan zien en een herder die een riem steelt, blind wordt, de riem teruggeeft en het zicht terugkrijgt. In een “Mirakelenboek” worden vele gunsten en wonderbaarlijke gebeurtenissen opgetekend. De wonderbaarlijke feiten verspreiden zich en dit veroorzaakt veel bezoek aan het beeldje.
In 1570 verrijst, naast de bestaande kapel, een grotere op de Edelareberg gerealiseerd. Immers, de stroom pelgrims blijft groeien.
In 1794 wordt de kapel vernield door Franse soldaten. In 1831 wordt de kapel eigendom van de kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw van Pamele. In het begin van de 19e eeuw wordt de kapel geheel geplunderd, maar het beeldje is op tijd in veiligheid gebracht.
Op 11 september 1892 is er de kroning van het Mariabeeld van “Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare” door Antoon Stillemans (1832-1916), bisschop van Gent (1890-1916).
In 1961 brandt de kapel af, die in 1570 is gebouwd. In de periode 1963-1966 wordt de huidige kapel gebouwd. De architect is Juliaan Lampens (1926-2019), die een eigen bouwstijl ontwikkelt, met grote blokachtige structuren van ruw gewapend beton. De nieuwe kapel is herleid tot een elementaire bouw. Later zijn zitbanken en glasramen geplaatst.
In 1991 is het oorspronkelijke Mariabeeldje gerestaureerd.
Sinds 2009 is de kapel een beschermd monument.
In 2012 worden betonrot en achterstallig onderhoud geconstateerd in de kapel. Hierdoor wordt het gebouwd ondersteund om instorting te voorkomen. In 2020 worden de stutten verwijderd, omdat het risico beperkt is door enige restauratiewerken uit te voeren.
BEDEVAARTSOORD
Het bedevaartsoord heet Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare en ligt in een klein, rustig terrein op de Edelareberg. De kapel bestaat uit ruw, gewapend beton en glas. De muren zijn kaal en niet geschilderd. Hier is soberheid nadrukkelijk aanwezig.
Het oorspronkelijke Mariabeeldje is 30 cm hoog en gepolychromeerd. Maria toont een jeugdig, verfijnd gelaat, heeft een mysterieuze glimlach, een hoog voorhoofd, kleine neus, afgelijnde ogen, dunne wenkbrauwen en dit volgens het schoonheidsideaal van de 15e eeuw. Zij draagt met beide handen haar Kindje, het “Soete Jesuskind” tegen de borst. Het Kind is in een witte doek gewikkeld, maar het hoofdje is verdwenen. Het beeldje is laatgotisch en komt uit de periode 1400-1440. Dit volgens een onderzoek van de Dienst van het Nationaal Kunstpatrimonium te Brussel in 1991. Het beeldje is beschermd in een vernikkeld beeld. Hier is dus een beeldje in een beeltenis te zien. Van het binnenste beeldje is alleen het hoofdje van Maria zichtbaar. Het schrijn dat het beeldje omvat is uit 1763 en gemaakt door de Oudenaardse zilversmid. In de maand mei is het Mariabeeldje zichtbaar en in de overige maanden is het in een schrijn geplaatst.
In de kapel is en kerselaartje geplaatst, dat in de eerste helft van de 16e eeuw is gemaakt.
In de kapel is een krokodil geplaatst. Deze heeft betrekking op een legende. Het verhaal … De baron van Pamele, Joos de Joigny (+1555) is op weg naar Jeruzalem. Onderweg wordt hij aangevallen door een krokodil. De baron roept Maria aan en hij overwint de aanval van het gevaarlijke dier en weet het beest te doden. Hij neemt de krokodil mee naar huis en geeft het dier als geschenk aan de kapel. De baron doet dit om Onze-Lieve-Vrouw dank te bewijzen voor de redding. Verder laat hij zijn zoon, Jacob de Joigny, in 1570 de kapel uitbreiden; vanwege de vele bezoekers is er behoefte aan meer ruimte. Door tegenwerking door opstandige protestanten is de kapel pas in 1614 gereed. Later is de krokodil door een houten exemplaar vervangen.
Kerselare kent twee ommegangen, namelijk een korte met de Zeven Smarten van Maria en een langere van 3 km met 15 kapelletjes.
Jaarlijks is er een autowijding op Hemelvaartsdag en deze plechtigheid bestaat sinds 1953. Het is de drukst bezochte autowijding van Vlaanderen.
Het aantal bezoekers aan het bedevaartsoord bedraagt per jaar ongeveer 50.000. De kapel is elke dag toegankelijk.
BEREIKBAARHEID
Kerselare behoort tot Edelare, een deelgemeente van Oudenaarde. Het bedevaartsoord ligt op de Edelareberg aan de weg van Oudenaarde naar Brakel.
Adres: Edelareberg 42, Oudenaarde.
Op www.parochie-oudenaarde.be en www.kerselare.be is meer info te vinden.
BELEVING
De betonnen kapel van Kerselare ligt op de Edelareberg en ziet er heel speciaal uit door de constructie. Een kapel met een dergelijke bouw is voor mij heel opvallend.
Lang sta ik stil bij het schrijn met het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw. ook zie ik een schilderij met Marie Anne Elisabeth Alexandrine Louise de Buck (1850-1859); dit schilderstuk met het jong gestorven kind is een ex voto uit 1854, toen het meisje 4 jaar was. Zo’n verlies grijpt me aan.
In de kapel, bij het altaar, staat een groot Mariabeeld in witte steen, uit 1970, dat is gemaakt door Jos De Decker (1912-2000). Ik maak er een foto van. Het beeld raakt me zo dat het later de omslag siert van de uitgave “Gedachten aan Maria”.
Aan de achterzijde van de kapel zie ik pakkende woorden tegen de betonnen gevel staan: “Ik ben dan pas waardevol als je gebed mij draagt”.
Achter de kapel valt me een aangrijpende piëta op. Deze is gemaakt in blauwe hardsteen door Albertus (Bert) Servaes (1909-1994).
Tijdens het bezoek aan Kerselare verneem ik dat er zowel een een gebed, als een lied tot Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare zijn. De componist is Norbert Rosseau (1907-1975), die in 1951 een bewerking maakt op de melodie “Maria van den Kerselaar”. Hij componeert het oratorium Maria van den Kerselaar op tekst van Gery Helderenberg, pseudoniem van priester Hubert Buyle (1891-1979). Later wordt suikerbakker Rosseau gezien als een van de grootste componisten uit de 20e eeuw. Het bedevaartsoord Kerselare heeft bezoekers zoveel te vertellen …
Geplaatst: 23 oktober 2022
~~~