~~~
GESCHIEDENIS
De basiliek staat op de plaats van een romaans kerkgebouw uit 1221 aan de Markt, waarvan de oude fundamenten onder de grond liggen. De kerk is er gekomen op initiatief van Iwo Odrowaz (±1160-1229), bisschop van Krakau (1218-1229). Een tweede kerk komt door de toename van bedevaartgangers en is ingewijd rond 1300. Vanwege de groeiende Duitstalige bevolking van de stad is in de kerk Duits de voertaal tot in 1537.
In 1355 begint de bouw van de huidige kerk en dit duurt tot 1365. De eerste bouwwerken betreffen de realisatie van het priesterkoor en het middenschip in de gotische stijl. Voor de uitbouw van de kerk wordt in het laatste decennium van de 14e eeuw geld ingezameld onder de bevolking. De uitbreidingswerken zijn afgerond in 1397 en dan heeft de kerk haar huidige omvang bereikt. Later worden de torens verhoogd.
In de jaren 1477-1489 is het hoofdaltaar gemaakt door Veit Stoss/Wit Stwosz (1447-1533), hij is een Duits beeldhouwer, graveur, houtsnijder en schilder. Het zijn grote afbeeldingen die de hele breedte van het priesterkoor benutten, namelijk 13 meter breed en 11 meter hoog. De altaaropbouw is een veelluik dat open en dicht kan. Hier is ook de kroning van Maria afgebeeld. Het altaarvoetstuk toont de “boom van Jesse”, die de geschiedenis aan voorvaderen weergeeft van Maria en Jezus. Afbeeldingen zijn onder meer de geboorte van Maria, tempelgang van Maria, verkondiging aan de Maagd, ontslapen van Maria, tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw en kroning van Maria. Het is het grootste eikenhouten altaar in Europa. De beelden zijn van lindenhout en de taferelen zijn zo’n 2,5 meter hoog. De realisatie van het indrukwekkende kunstwerk is mogelijk gemaakt door bijdragen van de burgerij van Krakau. In 1932-1933 is het altaar gerestaureerd.
In de 15e eeuw zijn in de kerk zijkapellen gemaakt.
Het interieur van de kerk krijgt een barokke stijl op initiatief van Jacek Augustyn Lopacki (1690-1761), die bijna 40 jaar de eindverantwoording voor kerk heeft.
Tussen 1740 en 1750 worden altaren beschildert door Giovanni Battista (Giambattista) Pittoni (1687-1767), deze Venetiaanse kunstschilder behoort tot de Italiaanse top in de 18e eeuw. Van hem zijn onder meer de verkondiging van de engel aan Maria en de aanbidding door de Drie Wijzen. In de jaren 1750-1753 is het voorportaal met twee torens gerealiseerd. Het is een ontwerp van Franciszek Placidi (±1710-1782), een architect en barok beeldhouwer. De gewelven van de kerk schildert Andrzej Radwański (1711-1762) in de periode 1753-1754.
In 1887-1891 is het neogotische interieur kleurrijker gemaakt. Zo is rond 1890 een schilderij van de Moeder der Smarten geplaatst, dat is gemaakt door Izydor Jabloński (1835-1905), die kunstschilder is en uit Krakau komt. Dit schilderij is geplaatst onder het kruis met de stervende Jezus.
In 1929 zijn bij het voorportaal van de basiliek houten deuren gekomen met afbeeldingen van apostelen, profeten en heiligen van Karol Hukan (1888-1958). Aan de deur van het gotische zuidportaal zijn reliëfs door hem gemaakt met taferelen uit het leven van Maria.
In 1939 zijn onderdelen van het interieur van de kerk weggehaald om deze veilig te stellen voor Nazi’s in de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Zo is er de demontage en het verbergen van het kostbare hoogaltaar. Daardoor zijn de beelden van het veelluik veiliggesteld. Het altaar wordt geroofd door de Nazi’s en duikt in 1949 op in Nürnberg. Door de communistische machthebbers duurt het tot 1957 dat het altaar weer in de Mariakerk van Krakau komt.
In 1962 wordt de Mariakerk tot basiliek verheven.
Op 15 december 1968 is de beeltenis gekroond van Maria van Czestochowa. Dit is een kopie van het vermaarde beeld dat in het grote bedevaartsoord van Czestochowa staat. De kroning doet Stefan Wyszyński (1901-1981), aartsbisschop van Warschau-Gniezno (1948-1981) en kardinaal (1953-1981). Daarbij is ook aanwezig Karol Józef Wojtyla (1920-2005), aartsbisschop van Krakau (1964-1978), kardinaal (1967-1978) en is in 1978 benoemd tot paus.
Ingrijpende restauratie van de basiliek vindt plaats in het laatste decennium van de 20e eeuw en in jaren 2015-2021.
Driemaal is Johannes Paulus II, paus in de jaren 1978-2005, geboren als Karol Józef Wojtyla (1920-2005) in de Mariakerk van Krakau geweest, namelijk allereerst op 9 juni 1979 en daarna nog in 1991 en 1999.
BEDEVAARTSOORD
De Mariakerk (Kościół Mariacki), gelegen aan de noordzijde van de markt, is een basiliek met twee torens, namelijk een wachttoren van 81 meter hoogte, met in de spits een vergulde kroon en een klokkentoren van 69 meter. Met de bouw van de torens is een legende verbonden, die het verschil tussen beide spitsen verklaart. Het verhaal is dat twee broers de torens maken. Zij gaan voortvarend te werk en willen voor elkaar niet onderdoen. De oudste broer is als eerste klaar met zijn bouwwerk. Hij vreest dat de toren van zijn jongere broer hoger en mooier is en hij besluit zijn broer te doden met een mes. Zijn geweten laat hem niet los en hij gaat de toren op, daarboven bekend jij openlijk de moord op zijn broer en met hetzelfde mes pleegt hij zelfmoord.
De gotische basiliek heeft een lengte van 80 meter en gaat tot 28 meter in de hoogte.
In de kerk zijn grote, barokke altaren geplaatst en dan met name in de zijkapellen.
Het hoofdaltaar is een groot meesterwerk, waarbij het centrale tafereel is het ontslapen van Maria en daarboven de tenhemelopneming van Onze-Lieve-Vrouw. In geopende stand laat het immense veelluik de taferelen zien van de vreugdevolle geheimen van Maria en in de gesloten stand droevige scènes uit het leven van Haar. Onder meer zijn weergegeven de aankondiging door de engel aan Maria dat Zij zwanger wordt, de geboorte van de Zoon van Maria, de aanbidding door de Drie Wijzen en de kroning van Onze-Lieve-Vrouw. In het midden zijn twee belangrijke gebeurtenissen van Maria verbeeld, namelijk het ontslapen van de Maagd Maria en de tenhemelopneming van de Moeder Gods. De hoofdscène van het altaar is het ontslapen van Maria, waarbij de apostelen aanwezig zijn.
In een zijbeuk van de basiliek is een barok altaar geplaatst en daar hangt een kruisbeeld van vóór 1496. De kunstenaar is mogelijk Veit Stoss. Links van het kruisbeeld is een ciborium te zien, dat de vorm van een kerk heeft. Het is een ontwerp uit 1522 van de Italiaanse architect en beeldhouwer Giovanni Maria Padovano/Giovanni (Jan) Mosca (±1495-±1574).
Een laat-barok, zwart marmeren altaar is toegewijd aan de heilige Anna, de moeder van Maria, uit de 17e eeuw. Ook Maria en de heilige Nicolaas zijn daar verbeeld.
Bij het altaar van het Heilig Kruis, is onder dit kruis een schildering van Maria te zien, waarbij een zwaard haar hart doorwondt.
Elk uur klinkt een trompetsignaal en wordt een korte melodie geblazen door een brandweerman vanaf de hoge torenvan de basiliek.
BEREIKBAARHEID
Adres: Plac Mariacki 5, 31-042 Kraków/Krakau.
Meer info is te vinden op www.mariacki.com.
BELEVING
De basiliek van Krakau bezoeken is een wens die in vervulling gaat. De prachtige basiliek eens van nabij bekijken en de vele kunstwerken bewonderen, is realiteit geworden.
Mijn grootste aandacht gaat uit naar het indrukwekkende hoogaltaar van Veit Stoss. Als ik daarbij kom, bekruipt me een gevoel van grote bewondering. Wat is dit een meer dan prachtig kunstwerk. Één voor één bekijk ik de taferelen, waarbij Maria veelvuldig goed is te zien. Rechts van dit indrukwekkende kunstwerk staat het altaar van de Moeder Gods met de vele genaden.
Als ik bij het priesterkoor sta, zijn vele, kleurrijke glas-in-loodramen te zien. Daarbij ontdek ik meermaals een afbeelding met Maria.
In de basiliek gaat mijn belangstelling ook uit naar andere kunstwerken van hoog niveau, zoals de kapel van de Moeder Gods van Tschenstochau/Czestochowa. Hier is een kopie van het genadebeeld van de grootste Poolse bedevaartplaats geplaatst, waarbij velen bidden.
Langdurig sta ik stil bij de kapel van de heilige Valentijn, waar een mooi genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw is te zien.
Daarna breng ik een bezoek aan de Loreto-kapel. Loreto trekt steeds mijn aandacht en ook kom ik graag bij het “Santa Casa” in het Italiaanse Loreto. De kapel is uit het eind van de 16e eeuw. De beeltenis van Maria is met een zilveren kleed weergegeven.
In de kapel van de aartsengel Michael bewonder ik het beeld van de Moeder Gods met de rozenkrans. Ook hier zijn Maria en Jezus met een zilveren kleed te zien.
De volgende halte is het altaar van de moeder van Maria, namelijk de heilige Anna. Hierna ga ik naar het altaar met de afbeelding van de verkondiging door de engel Gabriël aan de jonge Maria.
Als ik de basiliek verlaat neem ik vele gedachten mee. Maria is hier heel vaak verbeeld en wat bidden hier veel bezoekers. Wat heb ik een onvergetelijke gebeurtenis mogen meemaken.
OMGEVING
Vlakbij de basiliek staat op de Grote Markt van Kraków de Sint-Adalbertkerk (“Kosciol Swietego Wojciecha”), een romaanse kerk uit de 11e eeuw.
In Krakau zijn ook te bezoeken de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van het Zand (Kaplica Matki Bozej Piaskowej) met karmelietenklooster. De godsruimte wordt ook genoemd “Maria-Visitatie” en “Karmelietenkerk op het Zand”. Boven de ingang staat een afbeelding van Maria met haar Kind en daaronder de tekst “Pani Krakowa Modlsie Za Nami” en dit is in het Nederlands “Onze-Lieve-Vrouw van Krakau bidt voor ons”. Adres: Karmelicka 19, 31-131 Kraków.

Van de geboorteplaats van de latere paus Johannes Paulus II te Katowice naar Krakau gaan betekent 79 km westwaarts afleggen.
Vertrekken uit het grote bedevaartoord te Częstochowa om in Krakau aan te komen houdt in 159 km naar het zuidoosten reizen.
De hoofdstad Warschau verlaten om in Krakau te komen, is 297 km naar het zuiden rijden.
Geplaatst: 21 februari 2025
~~~