Chaam ligt in de provincie Noord-Brabant, enkele kilometers onder Breda, vlakbij de grens met België. Op de Meerleseweg is het de Kapelstraat inrijden en daarna de Kapelweg volgen. Aan de Kapelweg, net buiten de bebouwde kom, tussen de nummers 2 en 6 staat de kapel van O.L. Vrouw ter Sneeuw.


Het ontstaan van deze kapel begint in 1942, middenin de Tweede Wereldoorlog. De dan in Chaam pas benoemde, jonge kapelaan A.C.P.M. Hack (1915-1988) hoort van een wonder, waarbij een zieke zuster ineens is genezen. Hij slaagt erin materialen, geld, goedkeuring en morele steun te verkrijgen om een kapel op te richten. De bouwplaats wordt een terreintje waarin een kuil ligt, welke eerst moet worden gedicht. Aannemer Van Raak realiseert de bouw en deze is in 1943 voltooid. Op 10 oktober van dat jaar is de inzegening van het bedehuisje.
De Sint-Catharinakapel heeft een belangrijke functie in de jaren dat deze een onderdeel uitmaakt van Huize Sint-Catharina aan het Sint-Catharinaplein, middenin het historische centrum van Bergen op Zoom. Voor het religieuze leven van de zusters is de kapel dagelijks van belang. Het zijn de gedreven zusters van de Congregatie Zusters Franciscanessen, die tientallen jaren veel zorg verlenen aan ouderen en zieken. Dit duurt tot 1 december 2014, want dan is er geen moederhuis meer. Echter, de kapel blijft en is een parel om te ervaren.
De witte beeltenis van de gekroonde Maria met Kind is het stralende middelpunt van de kapel. Dit beeld is gemaakt door de productieve beeldhouwer Niel Steenbergen (1911-1997). Deze Brabander is mede-oprichter van de kunstacademie te Breda, de latere Sint-Joost. Hij heeft gekozen voor bijzonder materiaal, namelijk Franse Savonière kalksteen. Het onderhoud van de kapel gebeurt door vrijwilligers en zij voorzien de kapel ook van bloemen.

De verklaring van de naam O.L. Vrouw ter Sneeuw kent een oud verhaal …
Op 16 januari 1645 vindt marskramer Willem Verreet (of Verreyt) uit Baarle een klein, houten Mariabeeld op de besneeuwde heide tussen Chaam en Ulicoten. Hij is onderweg naar Chaam om er de volgende dag het feest van de Heilige Antonius te vieren. Echter, het liggend beeldje is geheel vrij van witte vlokken. De vinder neemt het Mariabeeldje mee en zet de reis naar Chaam voort. Onderweg wordt Willem Verreet overvallen door twee struikrovers. Zij eisen zijn geld op. Er komt een gevecht en op de marskramer wordt geschoten. Echter …, de vinder van het beeldje blijft ongedeerd, omdat hij de beeltenis voor zich houdt. De criminelen vluchten en Willem Verreet is dankbaar voor de wonderbaarlijke redding. Enkele weken nadien komt de venter met de verkopen spulletjes in Werbeek, dat nabij Retie in het huidige België ligt. Op 15 februari 1645 plaatst hij het beeldje bij een eeuwenoude eik. Willem Verreet vindt dit een veilige plaats; ver genoeg verwijderd van de protestantse, anti-katholieke overheersing in het Brabantse land. De verhalen over de gebeurtenissen van het beeldje verspreiden zich en bijgevolg neemt het aantal pelgrims toe. Dit verneemt, Augustinus Wichmans (1596-1661), de prelaat van Tongerlo en hij neemt het initiatief om een kapel te laten bouwen. Deze geestelijke ambtsdrager gaat voortvarend te werk en in 1646 wordt het bedehuis in gebruik genomen. De kapel wordt toegewijd aan Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. Tijdens de viering van de opening van de kapel zijn er zusters uit Achel aanwezig, onder hen de zieke Elisabeth, die lijdt aan voortdurende bevingen van de ledematen. Er wordt voor haar gebeden en geneest volkomen.