Het woord Kerstmis is etymologisch gezien een samenvoeging. De woordafleiding heeft betrekking op de woorden Christus en mis. Het is de mis (viering) voor de geboorte van Jezus. Kerstmis is een officiële feestdag en dat is de reden dat het woord met een hoofdletter wordt geschreven.
Het traditionele kerstverhaal komt uit het evangelie van Lucas, namelijk de hoofdstukken 1 en 2. Keizer Augustus (63 vóór Chr – 14 nà Chr) besluit dat mensen zich moeten registreren. Daartoe reizen Jozef en de hoogzwangere Maria van Nazareth naar Bethlehem. Daar vinden zij geen plaats in een herberg en een schamele ruimte is een noodoplossing. In het provisorische onderkomen bevalt Maria van een Zoon. Herders vernemen van een engel het bijzondere nieuws en zij zijn de eerste bezoekers bij de pasgeborene.
In het evangelie van Mattheus staat in hoofdstuk 2 de komst van de drie wijzen. Zij zien een ster, volgen deze en komen ook bij Maria, Jozef en Jezus. De ster van de kerstnacht is een verwijzing naar Jezus, omdat hij de stralende Morgenster wordt genoemd en ook het licht van de wereld. Vervolgens gaan de wijzen een bezoek brengen aan koning Herodes, maar brengen geen verslag uit van hun bezoek aan de kleine Jezus. Toch voelt de kwaadaardige Herodes onraad en hij besluit de pasgeboren verlosser om te laten brengen. Echter, het is onbekend wie de kleine verlosser is. Daarom worden vele pasgeboren kinderen vermoord. Echter, om te ontkomen aan het moordplan van de zich bedreigd voelende koning vluchten Jozef, Maria en Jezus naar Egypte.
Aan het eind van het pontificaat van Innocentius III, paus van 1198 tot in 1216, geboren als Lotario dei Conti di Segni (±1160-1216), wordt in de nachtmis in de Santa Maria Maggiore te Rome de geboorte van Jezus gevierd. Dit gebeurt in een context die gelijkt op een schilderij van een onbekende schilder met de geboorte in een kerststal.
De beelden in de kerststal zijn een vinding van Franciscus van Assisi (±1181-1226) in het jaar 1223. Hij komt met een kerstscène in een grot nabij Greccio en dat wordt als een aanschouwelijk tafereel gezien, dat wereldwijd nog steeds navolging kent. Franciscus ligt dus niet aan de basis van de kerststal, maar wel heeft hij voor de introductie van de figuren gezorgd.
In oude bronnen is niet te vinden dat Jezus op 25 december is geboren. Wellicht heeft Maria Hem gebaard in het jaar 5 vóór Christus en is Hij gestorven in april van het jaar 30. Het is Maria die het meest heeft verlangd naar de komst van Jezus. Maria is op jonge leeftijd bevallen van haar Zoon; dit gebeurt rond haar 15e jaar en dat is in die tijd een veel voorkomende leeftijd.
Kerstmis valt op 25 december, omdat vanaf de laatste dagen van december het langer licht wordt. De keuze van de datum heeft te maken met de winterwending. De dag van Kerstmis ligt dan ook exact 9 maanden na 25 maart; de dag van Maria Boodschap. De kerkelijke viering van de geboorte van Jezus is in de vooravond van Kerstmis. Dit is de kerstnacht op 24 december en in de ochtend van 25 december is er een dagmis. De kerstperiode heeft een duur van enkele weken. De aanloop naar Kerstmis wordt in de kerk de advent genoemd, een duur van 4 zondagen vóór Kerstmis. Na Kerstmis is er op 28 december de dag van de Onnozele (Onschuldige) Kinderen, die door de soldaten van koning Herodes worden vermoord. Op 6 januari is het Driekoningen, de dag van het bezoek van de drie wijzen uit het oosten en op 2 februari is het de feestdag van Maria Lichtmis (Opdracht van de Heer in de tempel). Op 2 februari eindigt dan de kerstperiode, die met de advent is begonnen in het einde van november.
Dat Kerstmis op 25 december valt, is uit enkele hypothesen af te leiden.
Een onderzoek van rond 215 door Clemens van Alexandrië, kerkvader, leraar en schrijver, geboren als Titus Flavius Clemens (±125-215) oppert de mogelijkheid dat de geboortedatum 6 januari is. De oosters-orthodoxe kerk kiest deze dag als de datum van Kerstmis.
Op 25 december werd het feest gevierd van “Sol Invictus”, dit is Latijn voor “onoverwonnen zon”. Dit is de zonnegod van het latere Romeinse Rijk in de tijd van 753 vóór Christus tot 476 nà Christus. Overigens is er in het oude Rome doorlopend een cultus van de zon geweest. Op 25 december is het feest en worden ook paardenrennen georganiseerd ter ere van de zon. In 336 kan het kerstfeest zijn geplaatst op 25 december. Dit gebeurt in de tijd van de eerste christelijke keizer van het Romeinse Rijk Constantijn I de Grote (306-337), geboren als Flavius Valerius Aurelius Constantinus (±273-337). Er is dan sprake van acculturatie, waarbij de heidense cultuur plaats maakt voor de christelijke leer en dit zonder de oudere cultuur te verbannen. Latere onderzoeken tonen aan dat deze hypothese onjuist is. Een andere veronderstelling is de kelderhypothese. De sterfdatum van Jezus is waarschijnlijk 6 april van het jaar 30, maar zijn geboortedatum is onbekend. In de 4e eeuw is 25 december gekozen als Kerstmis.
In het midden van de 5e eeuw begint de viering van Kerstmis in de nacht van 25 december in de kerk Santa Maria Maggiore te Rome.
In de 11e eeuw wordt de eucharistie op 25 december genoemd de Christusmis. In het Engels is dat Christmas en dit wordt in het Nederlands Kerstmis genoemd.
Het in huis plaatsen van een kerstboom in de periode rond Kerstmis is een oude traditie uit de middeleeuwen en deze is overgeleverd door de Germaanse cultuur. Een dennenboom heeft groene naalden en de kleur groen staat voor hoop.
Dan is er nog de Kerstman in de kerstperiode. De Kerstman is ontstaan door Nederlandse emigranten, die naar Amerika zijn gegaan om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Zij nemen ook tradities mee naar de andere zijde van de oceaan, waaronder het feest van Sinterklaas. De Sint wordt in Amerika omgevormd tot Santa Claus en wordt later in vele landen bekend. Echter, de Kerstman heeft weinig gemeen met Sinterklaas. Wel geeft hij, net als Sinterklaas, cadeautjes, maar het tonen van solidariteit, delen met elkaar en geven om elkaar, zijn bij Sinterklaas aanwezig en ontbreken bij de Kerstman.