Maria
Kamer

Vijfde dogma

Het woord dogma komt van het Griekse werkwoord “dokein”, dat staat voor vastomlijnd besluiten en betekent dan leerstelling van het geloof. Deze leerstelling wordt door de paus afgekondigd. Dogma’s komen in verscheidene religies voor en zijn fundamentele geloofspunten. Een geloofsdogma (Latijn: dogma fidei) ontstaat in een historische context en is veranderbaar, omdat de interpretatie van de situatie kan wijzigen.

Een dogma is veranderlijk en is dan ook totaal wat anders dan dogmatisme, waarbij geen discussie over een onderwerp is toegestaan. Bij een dogma past dan ook geen starheid of negatieve connotatie. Een dogma is dus geen doctrine van bijvoorbeeld het recht.

In 1870, tijdens het “Eerste Vaticaans Concilie”, dat wordt gehouden in de periode 8 december 1869-20 september 1870), wordt het begrip dogma vastgelegd. Het conciliebesluit is dat een dogma een door de kerk verwoorde waarheid van Gods openbaring, die vast is te geloven. Op dit concilie wordt een dogma vastgesteld over de onfeilbaarheid van de paus.

Er zijn vier dogma’s over Maria; het zijn vier leerstellingen die als onbetwistbaar worden beschouwd. Het eerste dogma is uit 431 en verklaart dat Maria de Moeder van God is. In 649 komt het tweede dogma en dit stelt de voortdurende maagdelijkheid van Maria. Het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria is afgekondigd op 8 december 1854 door Pius IX, paus van 1846 tot in 1878. Het vierde dogma is uit 1950 en behandelt de Tenhemelopneming van Maria. Dit is wereldkundig gemaakt door Pius XII, paus in de periode 1939-1958. Het heeft vele jaren geduurd voordat de dogma’s drie en vier zijn uitgevaardigd. Miljoenen verzoekschriften zijn naar het Vaticaan gestuurd, maar de weerstand tegen nieuwe dogma’s is bij de hoge geestelijkheid lang sterk gebleken. Dit is opnieuw het geval bij een vijfde dogma …

In 1915 is een verzoekprocedure gestart te komen tot een vijfde dogma om Maria ook als medeverlosser te zien. Tot de initiatiefnemers behoort de Belg Désiré-Joseph Mercier, aartsbisschop in de periode 1906-1926. Het verzoek is ingediend bij Benedictus XV, paus in de jaren 1914-1922. Dit is eveneens gebeurd bij de volgende kerkvader Pius XI, paus van 1922 tot in 1939.

Opmerkelijk is dat Maria verschijnt aan Ida Peerdeman (1905-1996) te Amsterdam en Zij om het dogma vraagt van co-redemptrix (medeverlosser), mediatrix (bemiddelaar) en advocatuur (voorspreker). Rome heeft de verschijningen te Amsterdam niet erkend.

De in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Maximiliaan Kolbe (1894-1941) heeft zich als voorstander van het vijfde dogma getoond. Johannes Paulus II, paus in de jaren van 1978 tot in 2005 heeft meermaals gesproken over Maria als medeverlosser. Verder heeft de gezaghebbende Arthur Burton Calkins (1945) meermaals geschreven over het vijfde dogma.

Franciscus, de huidige paus is geen voorstander van een vijfde dogma. Hij stelt dat er geen medeverlosser is, omdat Christus de enige verlosser is. Wellicht speelt de toenadering tot de protestantse kerk hier een rol, want bij een oecumenische relatie is er voor een nieuw dogma geen plaats en ligt het vierde dogma al te gevoelig. Het is dan meer dan betreurenswaardig dat de Maria-devotie geen nieuwe impuls mag ontvangen met een vijfde dogma.

Datum eerste publicatie: 27 april 2023
Datum laatste wijziging: 21 maart 2025
©2025 Jan van Wijk - Mariakamer.nl - All rights reserved
Come2theweb