Maria wordt op meer plaatsen vereerd als Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede of Onze-Lieve-Vrouw van Vrede, waaronder in de Sint-Niklaaskerk te Brussel in België.
In het werk “Novale Sanctorum” (de roman van heiligen) uit ± 1480, schrijft Johannes Gielemans (1427-1487), een monnik van het Roodklooster te Oudergem, nabij Brussel, over heiligen, die na de 13e eeuw hebben geleefd. Daarin besteedt hij aandacht aan het ontstaan en opbloeien van de verering van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede. Gielemans publiceert meer en hij getuigt van Brabants patriottisme.
Voor de verering van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede is de Slag bij Ransbeek (1142) van belang. Het is een strijd tussen Brabanders van Brussel en omstreken tegen de Berthouts van Mechelen. De Brusselaars nemen het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede uit de Sint-Niklaaskerk naar het front. De Brabanders winnen het gevecht en in Brussel wordt de overwinning opgedragen aan de bescherming van Onze-Lieve-Vrouw. In 1151 blijft de Brusselse bevolking gespaard van veel doden door de pest. In 1153 krijgt het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede van vele mensen dank voor hen te bevrijden van de pest. Het beeld wordt meer versierd door een goudsmid te Brussel. Ook daar breekt de pest uit, maar als de beeltenis naar Sint-Niklaaskerk gaat, verdwijnt de pest. Er zijn geen betrouwbare bronnen over de Slag bij Ransbeek en de pest bekend om de verhalen van de 12e eeuw te kunnen verifiëren.
De naam Onze-Lieve-Vrouw van Vrede komt in de Sint-Niklaaskerk voor het eerst voor in de 17e eeuw. Jacobus Boonen (1573-1655), bisschop van Gent (1617-1620) en aartsbisschop van Mechelen (1621-1655) heeft een belangrijke invloed. Dit gebeurt in de tijd van de eerste kroning van het Mariabeeld, dat eerder aan de Sint-Niklaaskerk is geschonken door Isabella Clara Eugenia/Isabella van Spanje (1566-1633), gravin van Vlaanderen van de Zuidelijke Nederlanden. Na het overlijden van haar man Albert van Oostenrijk (1559-1621), graaf-gemaal van Vlaanderen (1598-1621), is Isabella landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden (1621-1633). Het Mariabeeld vervangt de beeltenis van Haar dat in 1584 op de Brusselkse Grote Markt door Calvinisten is vernield. Het nieuwe beeld is gemaakt in 1585 en voor de eerste maal gekroond in 1625. Op verzoek van aartsbisschop Boonen gebeurt dit op de Grote Markt door de adellijke Isabella. Zij zorgt ervoor dat de verering van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede herleeft. Vanaf dat moment is Maria aangeroepen om tegenslagen door honger, oorlog en pest af te wenden.
Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede is voor de tweede maal gekroond. Dit gebeurt tijdens het Vlaamsch Maria-Congres van 8, 9, 10 en 11 september 1921 door Désiré Félicien François Joseph Mercier (1851-1926), aartsbisschop van Mechelen (1906-1926) en metropoliet (kerkvader) en kardinaal van België (1907-1926). Hij doet dit na de goedkeuring in 1921 van Benedictus XV, paus van 1914 tot in 1922, geboren als markies Giacomo Giambattista della Chiese (1854-1922). De plaats van de kroning zijn de trappen van de Sint-Michiel- en-Sint-Goedelekerk te Brussel.
Het gekroonde beeld staat in de Sint-Niklaaskerk te Brussel, bovenin het linker tabernakel. De beeltenis is van gepolychromeerd hout. Op de bevestigde banderol staat de Latijnse tekst: “a peste, fame et bello, libera nos Maria Pacis” en betekent: “Maria van de Vrede, verlos ons van de pest, hongersnood en oorlog”. Deze tekst herinnert aan de eeuwenlange verering van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede.
~~~
Een andere afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede is in de Vredeskapel aan de voormalige Neerstraat, nu Diependale 1 te Leupegem (9700 Oudenaarde), een deelgemeente van het Vlaamse Oudenaarde. De Vredeskapel ter ere van “Onze-Lieve-Vrouw van den Vrede” is na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) gebouwd. De kapel is gemaakt ter nagedachtenis van de 26 slachtoffers die daar, vlakbij de brug, op 19 mei 1940 zijn omgekomen.
~~~