~~~
GESCHIEDENIS
In Porzus, nabij Attimis, verschijnt Maria driemaal aan Teresa Dush (11 september 1845 – 16 augustus 1870), namelijk op 8, 27 en 30 september 1855. De arme ouders van Teresa hebben lang moeten wachten op de komst van hun dochtertje, want pas na 18 jaar te zijn getrouwd, komt Teresa ter wereld. De geboorte van Teresa wordt gezien al een groot geschenk van God. Teresa kent een broze gezondheid, maar zij klaagt niet en werkt thuis op de boerderij. Als Teresa 9 jaar is, volgt zij les in de catechismus bij de pastoor.
In het jaar 1855 woedt de cholera-epidemie in de streek van Friuli, waarin Porzus ligt, en Maria verschijnt driemaal in het dorpje Porzus aan het jonge meisje Teresa Dush.
Op zaterdag 8 september 1855 is de eerste verschijning van Maria aan Teresa Dush. Dit is de feestdag van Maria Geboorte. Teresa is dan bijna 10 jaar en is aan het werk met het maaien van gras dat is bestemd voor de dieren van de boerderij van haar ouders. Dit werk wordt Teresa opgedragen door haar moeder. Er wordt op deze mariale feestdag gewerkt, omdat het de volgende dag een zondag is. Volgens hun katholieke geloof is de zondag geen werkdag, maar een dag voor God. Maria is het hier niet mee eens en dat komt tijdens de verschijning tot uiting. Teresa hanteert een sikkel om te maaien. Tijdens het werk ziet zij ineens een mooie dame, die met lieve stem zegt dat Teresa op deze heilige dag niet behoort te werken. Maria vraagt de sikkel van Teresa, snijdt wat gras en geeft dit aan het meisje. Vervolgens geeft Zij de sikkel terug aan het kind. Maria zegt dat ook de feestdagen geheiligd moeten zijn. Zij draagt haar op aan iedereen te vertellen dat de naam van God met eerbied wordt gezegd, niet te worden bespot, want bij spot wordt het hart van Maria verwond. Mensen moeten een boeteprocessie houden, wordt Teresa ook meegedeeld. Een processie van het 4 kilometer verder gelegen Attimis en ook een van Forame, op 5 kilometer verwijdert van het dorp van Teresa, naar de kerk van Porzus. Maria voegt er nog aan toe dat met Haar bidden inhoudt dat haar genade blijft en groeit. Zij sluit af met te zeggen dat armoede, cholera en ziekten van fruit en aardappelen pas verdwijnen als de mensen zich beteren.
Teresa vertelt over de ontmoeting met Maria aan haar ouders en daarna aan andere mensen van het dorp. De meesten geloven haar niet. De mensen zeggen dat Onze-Lieve-Vrouw maar een duidelijker teken moet laten zien. Opvallend is dat een week later de cholera is verdwenen en dat het vertrouwde leven van de dorpsbewoners weer wordt opgepakt.
De tweede verschijning van Maria aan Teresa Dush is op donderdag 27 september 1855. Teresa ziet Maria in de kerk van Porzus. De verschijning staat naast het altaar, roept Teresa tot zich en vertelt haar een geheim dat zij in het hart bewaart.
Op zondag 30 september 1855 vindt de derde verschijning plaats. Teresa is in de kerk en Maria verschijnt opnieuw naast het altaar. In de kerk zijn mensen de rozenkrans aan het bidden, zoals ook steeds op zondag gebeurt. De Moeder Gods draagt een kleed met rozen. Maria roept Teresa en de kerkgangers zien haar in een lang gesprek, maar zien geen Maria. Onze-Lieve-Vrouw tekent op de rug van haar linkerhand een klein wit kruis, dat gouden straaltje geeft. Teresa verlaat de kerk in extase. Zij zegt later dat Maria haar vergezelt naar huis en daarna opstijgt naar de hemel. De mensen verlaten de kerk, volgen Teresa, maar zien Maria niet. Zij nemen het getekende kruis op de hand van Teresa waar en zien dit als een duidelijk teken van Maria. Het kruis verdwijnt niet en gaat meer blinken.
De opmerkelijke gebeurtenissen bij Teresa worden in de buurt bekend en de kanunniken van het hertogdom Cividale dei Friuli brengen Teresa naar de Ursulinen van de stad Udine.
Na de verschijningen nemen mensen uit het dorp een ongewoon fenomeen waar op de plaats van de eerste verschijning. De weide is altijd in bloei en in de winter, als het sneeuwt, smelt de witte neerslag op die plaats voordat de witte deken ergens anders verdwijnt.
Teresa Dush gaat een religieus, devotioneel en dienstbaar leven leiden. In het klooster van de Ursulinen leert Teresa Italiaans spreken, lezen en schrijven. Ze komt in een weeshuis van pater Luigi Scrosoppi (1804-1884), die later de patroonheilige van de voetballers en voetbalsters wordt. Teresa is er leerling van 1856 tot in 1860. In de periode 1860-1864 assisteert Teresa in de garderobe, keuken en bij recreatieactiviteiten.
Teresa Dush krijgt een nieuwe verschijning van Maria. Dit vindt plaats als zij verkeert in een moeilijke periode van haar leven. Maria wijst haar naar te nemen stappen. Op 7 augustus 1864 treedt Teresa toe tot de aspirant-zusters. Op 19 maart 1867 wordt zij novice en op 14 september 1868 zuster. Luigi Scrosoppi geeft haar de naam zuster Maria Osanna.
Teresa Dush, zuster Maria Osanna, verblijft voor haar noviciaat enige tijd in Orzano, dat ligt oostelijk van Udine, en Cormons, zuidoostelijk van Udine. Pater Luigi Scrosoppi ontvangt de kerk van het bedevaartsoord van de Rosa Mystica te Cormons als geschenk van Franz Joseph I (1830-1916), keizer van Oostenrijk (1848-1916).
Haar gezondheid blijft een zorg en begin 1870 krijgt Teresa tuberculose en zij heeft veel last van de longen. Het door Maria getekende kruis op de hand wordt rood en dit is een teken van lijden. Teresa gaat terug naar het klooster in Udine en daar sterft zij op 16 augustus 1870. Als Teresa sterft is het kruis op de hand wit en zij is dan nog geen 25 jaar. Haar lichaam wordt opgebaard in de kerk van het klooster. De zusters en de zusters in opleiding kunnen dan het gezegende teken van Maria op de hand van hun medezuster zien.
De Congregatie van de Zusters van de Voorzienigheid (Congregazione delle Suore della Provvidenza) kiest Teresa (zuster Maria Osanna) als beschermvrouwe van het noviciaat. Zij wordt daar aangeroepen bij het bidden.
In 1885 besluiten de bewoners van Porzus een kapelletje te bouwen.
In 1886 komt er een afbeelding van de verschijning in de kleine kapel met de boodschap erboven: “Houd de feestdagen heilig – laster niet”.
Een belangrijk bezoek aan de bedevaartkapel te Porzus is er in 1992 door Alfredo Battisti (1925-2012), aartsbisschop van Udine (1972-2000). De hooggeplaatste geestelijk zegt dat de gebeurtenissen uit 1855 authentiek zijn. Hij beaamt de woorden van Maria, die nog steeds actueel zijn, namelijk om feestdagen te heiligen, zich niet aan godslastering schuldig te maken en boete te doen.
In Porzus onderlijnt Maria het respect voor God, de zondagsrust en de grote feestdagen, waaronder die van Haar.
BEDEVAARTSOORD
Het bedevaartkerkje is gelegen op ± 700 meter boven zeeniveau. Porzus behoort tot de parochie van Attimis en het aartsbisdom van Udine. De kerk staat middenin het dorpje.
De kapel met aandacht voor de verschijningen staat wat lager op de heuvel.
Tussen dorpskerk en bedevaartkapel staat een beeltenis van de zienster Teresa Dush. Het beeldje staat in het gras bij struiken en heeft het zicht op de bedevaartkapel. Bij dit beeldje bloeien bloemen.
Bij het bidden tot zuster Maria Osanna is de tekst:
“Onze lieve Maria Osanna,
nu u op uw gemak kunt genieten
en uzelf kunt vermaken
in de aanwezigheid van uw en onze allerheiligste Moeder Maria,
bid voor ons allen en verkrijg voor ons
een vurige liefde voor Maria gecombineerd met een ware
en deugdelijke navolging van haar deugden.
Amen.”
De afbeelding van Maria en de jonge Teresa Dush is verbeeld in de kapel. Dit is de plaats waar de eerste verschijning heeft plaatsgehad.
Bij de kapel ligt een grote steen en hierop staat dat in 1855 hier Maria verschijnt aan Teresa Dush. De Italiaanse tekst vermeldt ook: het geloof heiligen, God in beeld houden en de rozenkrans blijven bidden.
Nabij de kapel ligt een pad dat gaat naar de 972 meter hoge berg Topli Uorh. Daar heeft op 7 februari 1945, gedurende de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), een van de grootste tragedies plaats van de strijd tussen Joegoslavische partizanen en nazi’s.
BEREIKBAARHEID
Het kleine heiligdom ligt in het noordoosten van Italië, nabij Udine, vlakbij de grens met Slovenië.
Adres: Via Porzus 10, 33040 Porzus (Attimis, UD).
Informatiebronnen zijn www.porzus.net en www.porzus.it.
BELEVING
Bij aankomst in Porzus wil ik eerst de kerk ingaan. Helaas gaat dat bezoek niet door, want het gebouw is hermetisch gesloten. Vervolgens doe ik navraag bij een dorpsbewoonster, die vlakbij de kerk woont. De vriendelijke vrouw verwijst me naar de bedevaartkapel, die iets lager op de heuvel ligt. Als ik voor de bedevaartkapel sta, valt het me op dat dit kleine heiligdom er zo schitterend uitziet en goed is onderhouden. Kijk, hieruit spreekt liefde!
In de bedevaartkapel zie ik een schilderij met een afbeelding van de eerste verschijning in 1855. Maria heeft de sikkel vast en het meisje Teresa kijkt naar Haar. Wat een lief tafereel!
Vervolgens ga ik voor het altaar staan, waarboven het genadebeeld met Maria en Teresa staat. Wat is dit een mooie verbeelding. Zo kleurrijk en zo innemend! Een mooie gelegenheid om te bidden, komt in me op. Boven het genadebeeld met de zienster Teresa zie ik de tekst staan: “houd de feestdagen heilig – laster niet”.

In de kapel zie ik een kaartje liggen met informatie over de verschijningen en een gebed. Een deel van de tekst van het gebed luidt:
“Gebed tot Onze-Lieve-Vrouw van de kapel.
O Koningin van hemel en aarde.
U die aan de kleine Teresa verschijnt,
het christelijk volk opriep om de
geboden van de Heer in praktijk te brengen,
help ons om altijd zijn wil te doen, de feesten te houden
en zijn gezegende naam te heiligen
en werken te verrichten van boete en goedheid.”
In de bedevaartkapel staat ook een beeltenis van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Het is een groot beeld met de bekende rozenkrans.
In de kapel zie ik ook een aantal ex voto’s en deze dankbetuigingen verrijken dit kleine heiligdom.
Achterin de kapel zijn enkele herinneringen aan de verschijningen van 1855 te koop. Daar maak ik dankbaar gebruik van en ik schaf een aantal zakjes aan met daarin een rozenkrans en wat informatie over de verschijningen in het Italiaans. De tekst kan ik wel vertalen en als ik deze souvenirs na thuiskomst uitdeel, vertel ik wel wat er in het Italiaans staat.
Ik verlaat de bedevaartkapel, zie het beeldje met Teresa aan de overkant van de weg, draai me om, kijk naar de kapel en een liefdevol gevoel voor Teresa en Maria komt in me op. Wat is dit een mooi geschenk om mee te maken. Dag Teresa, dag Maria, …
OMGEVING
De heuvelachtige omgeving biedt vele mogelijkheden om er de streek te verkennen. Dit kan onder meer te voet en zeker ook met de fiets.
Van het dorp Attimis naar het bedevaartsoord van Porzus is het 4 km naar het oosten gaan.
Van het nabijgelegen dorp Forame naar Porzus is het zich 5 km naar het zuiden verplaatsen.
Vertrekken uit Cividale del Friuli om naar Porzus te gaan, houdt in 22 km naar het noordwesten reizen.
Van de grote stad Udine naar het bedevaartsoord te Porzus betekent 25 km in noordelijke richting gaan.
Povoletto ligt niet ver van Porzus. Het is dan 17 km noordwaarts rijden om bij de bedevaartkapel te Porzus aan te komen.
Van het bedevaartsoord Lussari, nabij Tarvisio, is het 97 km in zuidelijke richting gaan om in de bedevaartkapel te Porzus te geraken.
~~~